Artieste van de eerste rang

Met de expositie Museum of Memory toont Museum Arnhem t/m 18 augustus een aantal recente kunstaankopen. Eén van de belangrijke thema’s waar het museum met het aankoopbeleid aandacht aan schenkt, is de rol van vrouwen. Veel van het aangekochte werk is dan ook van vrouwelijke kunstenaars. Ook andere musea in Nederland zijn wat dat betreft aan een broodnodige inhaalslag bezig, maar er is nog werk te verzetten: van veel 19de-eeuwse kunstenaressen, die in hun tijd gekend en bewonderd werden, is nauwelijks kunst in openbare collecties in Nederland. Willekeurige voorbeelden daarvan zijn onder andere Cato Kool, Lina Röder en Marie Wuytiers. Ook Cornelia Schouten (1849-1929) is bij leven een zeer succesvol schilderes. Niet voor niets wordt ze een artieste van de eerste rang genoemd. Toch is haar werk niet te vinden in museale collecties. Bovendien is er nog maar nauwelijks over haar geschreven. Er valt dus veel te ontdekken.

Dordrecht

De familie Schouten heeft enige bestuurlijke zeggenschap in de stad. Cornelia Schouten is namelijk een kleindochter van Jan Schouten Jr, scheepsbouwmeester en lid van de raad van Dordrecht. Bovendien is zes een dochter van Arnoldus Jan Schouten en Johanna Cornelia Pieters. Dit echtpaar dat in Dordrecht op 10 juni 1840 is getrouwd, onderhoudt ook connecties in culturele kringen.[1]. George Adam Schmidt, neef van de bruid Johanna Cornelia Pieters, is bijvoorbeeld een van de getuigen tijdens het huwelijk. Deze schilder, tekenaar en aquarellist voert dan een winkel in schilderbenodigdheden in Dordrecht.

Familiebericht in Opregte Haarlemsche Courant (11 juni 1849), p. 3. Bron: Delpher

Enkele jaren na de bruiloft, in 1845, wordt eerst een jongen geboren die de naam Jan krijgt.[2] Daarna komt, op 7 juni 1849, een dochter ter wereld: Cornelia.[3]

Scheffer

Net als zijn vader begeeft Arnoldus Jan zich in bestuurlijke kringen. Hij legt daarnaast een interesse aan de dag voor de artistieke inwoners van Dordrecht. Als in 1858 het plan wordt opgevat voor een standbeeld van de recent overleden Dordtse schilder Ary Scheffer (1795-1858) neemt Arnoldus Jan plaats in de commissie die verantwoordelijk is voor de feestelijkheden rond de onthulling, volgens Algemeen Handelsblad (5 maart 1862). Daarom is hij aanwezig op de feestdag. Meer dan dat, hij geeft persoonlijk het teken waarop het omkleedsel van het nieuwe monument wordt weggetrokken, volgens Nieuwe Rotterdamsche courant (9 mei 1862).

Standbeeld van Ary Scheffer te Dordrecht, voorheen Beursplein (nu Scheffersplein), rond 1900. Bron: Wikimedia

Vervolgens spreekt Schouten enige woorden over de liefde van Scheffer voor zijn moeder “waarna hij aan des mans aanwezige bloedverwanten opdroeg eene hartelijke groet namens de stad Dordrecht over te brengen.” Onder de aanwezige bloedverwanten van Scheffer is in ieder geval zijn neef Ary Johannes Lamme, eveneens schilder. Het is waarschijnlijk dat Cornelia, dan 12 jaar oud, eveneens bij de onthulling aanwezig is.

Cornelia komt dus uit een welgestelde familie. De waardering voor de schilderkunst krijgt ze dan waarschijnlijk met de paplepel ingegoten. Een mooie illustratie daarvan is onder meer de veiling bij de firma Cohen in Nijmegen na overlijden van Schoutens beide ouders in 1892. Dan komt tevens de boekencollectie van haar grootvader Jan Schouten Jr onder de hamer volgens Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (14 november 1892). Tussen de boeken bevinden zich er ook verschillende over de schilderkunst.

Haagse Academie

Dat Schouten tijdens haar jeugd tekenlessen volgt, ligt voor de hand, al is onbekend waar en bij wie. Als ze 28 jaar is, gaat ze naar de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. In 1877-1878 volgt ze daar eerst een wintercursus voor vrouwelijke leerlingen. Naar aanleiding daarvan ontvangt ze zelfs een zilveren medaille in de categorie ‘Tekeningen naar pleister’ volgens Het vaderland (15 april 1878). Daarna gaat ze ook de zomercursus volgen.

Het is pas een begin. Vanaf 1 oktober 1878 doet ze ook nog een cursus Middelbaar Onderwijs aan dezelfde academie en vervolgens nog een opleiding voor vrouwelijke leerlingen.[4] Schouten woont dan inmiddels met haar ouders aan de Zuid-Oost Buitensingel in Den Haag.[5] Ten slotte wordt ze nog genoemd in het Algemeen inschrijvingsregister van de academie in 1880-1881, samen met onder andere schilderes Anna Abrahams.[6]

Daarnaast krijgt Schouten in Den Haag les van de bloemschilderes Margaretha Roosenboom.[7] Deze begaafde kunstenares doceert veel kunstenaars naast Schouten. Aan haar leerlingen Maria Beelaerts van Blokland, Marie Wuytiers en Adrienne van Hogendorp-s’Jacob wijdde ik eerder al eens artikelen die te vinden zijn op deze website.

Debuut

Na afronding van de opleiding aan de academie begint Schouten vrijwel meteen met exposeren. Haar debuut maakt ze op de Haagse salon in 1881. Dan valt haar werk meteen op. Een recensent in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (17 mei 1881) schrijft bijvoorbeeld:

Behalve met de dames van de Sande Bakhuyzen en Roozenboom, die op dit liefelijk gebied heerschappij voeren, maakten wij kennis met het werk van mejufvrouwen Booms, de Bruyn Kops en Schouten, die inderdaad een schitterend debuut maken en haar meesteressen alle eer aandoen.

Ook A.C. Loffelt, kunstrecensent van Het vaderland, bewondert Schoutens “schitterende ‘Stokrozen’ … waarop ook o.a. een fijngevoeld takje windekelken”.


Cornelia Schouten, Windekelken en vingerhoedskruid op een lage muur, gesigneerd en gedateerd ‘Cornelia Schouten 1881’ (rechtsonder), olie op doek, 1881, 795 x 890 mm (cat. 1). Verblijfplaats onbekend. Bron: RKD Images

Met dat schilderij rekent Loffelt haar tot de vrouwen die hem verrassen, nadat ze “tot heden waarschijnlijk haar talent in beperkten kring deden schijnen”. Als Schouten inderdaad een leerling is van Roosenboom, zo schrijft een andere criticus in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (10 juni 1881), dan doet zij “haar meesteres alle eer aan”.

Virtuositeit

Hoewel de meeste recensenten de leidende hand van Roosenboom in Schoutens werk dus herkennen, merkt de journalist van Algemeen Handelsblad (18 juni 1881) ook op dat Schouten niet louter navolger is. Deze schrijft namelijk:

In de Stokrozen van mejuffrouw Cornelia Schouten komt deze te groote volgzaamheid der leerlingen of te groote bereidwilligheid der meesteresse minder uit. De compositie der Stokrozen en rundekelken is los en bevallig; de kleur natuurlijk en de toets breed en zeker.

Cornelia Schouten, Stilleven van bokaal, glas en bord met met meloen en druiven, gesigneerd, olie op doek, 475 x 340 mm (cat. 7). Verblijfplaats onbekend. Bron: artnet

Maar de recensent heeft tegelijkertijd kritiek op andere elementen van het doek. De bloempot en console zijn onhandig geschilderd, stelt deze vast.

In hetzelfde jaar nog volgt dan een expositie van een doek Lentebloemen in de galerie van kunst- en boekhandelaar Eduard Schulte in Düsseldorf. Daarover bericht Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (4 november 1881):

In den Düsseldorfer Anzeiger van 20 Oct. wordt van dat bloemstuk getuigd dat het een meesterlijk werk is, vol fijnen kunstsmaak, terwijl de Düsseldorfer Zeitung van 23 October jl. er van zegt, dat het bewijst voor de kunstvirtuositeit der schilderes en dat het vanwege zijn kleur mag worden geroemd.

Ook vlak over de grens valt Schoutens werk dus in goede aarde.

Meesterlijk

Schoutens inzending naar de tentoonstelling van kunstwerken door vrouwen in 1882 blijft evenmin onopgemerkt. Kunstcriticus Johan Gram bijvoorbeeld bewondert Schouten, “wier vruchten, vooral de meloen, met malsch penseel geschilderd zyn”, in Algemeen Handelsblad (27 april 1882). De recensent van Het nieuws van den dag lijkt deze mening te onderschrijven als deze uitroept:

Zie b.v. van Mej. Cornelia Schouten, die sappige vruchten, hoe juist van tint is dat ooft en hoe keurig is die kan en al dat bijwerk van teekening.

– ‘Kunstwerken door Vrouwen vervaardigd’, Het nieuws van den dag (20 april 1882), p. 6 via Delpher.

Het valt sommige critici zelfs op als haar werk afwezig is. Haar eerste deelnames aan tentoonstellingen hebben bijvoorbeeld een dusdanige indruk gemaakt op eerder genoemde Loffelt dat deze in Het vaderland van 14 juli 1883 verzucht dat Mej. Cornelia Schouten helaas ontbreekt op de koloniale tentoonstelling in 1883. Hij mist de kunstenares “wier meesterlijk gedane stokrozen, windekelken … ons nog frisch in het geheugen liggen”. Het begin van Schoutens carrière als schilderes is dus een veelbelovende, als we de eigentijdse pers mogen geloven.

Nijmegen

Dan vertrekt Schouten uit Den Haag. In 1883-1884 woont ze eerst korte tijd in Aken. Deze stad staat althans genoemd als haar verblijfplaats in catalogi van een Pictura-tentoonstelling in Groningen in 1883, een Arti-tentoonstelling in Amsterdam in 1884 en een tentoonstelling in Den Haag in hetzelfde jaar. De reden voor het vertrek uit Den Haag is echter onzeker. Mogelijk houdt de verhuizing verband met het recente huwelijk van haar broer Jan. Die is namelijk op 26 september 1882 te Ringenberg getrouwd met Hulda Ludowica Elwira Deetz, geboren in Wesel.[8]

jetée de fleurs sur un entablement by cornelia schouten

Cornelia Schouten, Bloemen op een schouw, gesigneerd en gedateerd ‘Cornelia Schouten 1885’ (rechtsonder), olie op doek, 400 x 550 mm (cat. 3). Verblijfplaats onbekend. Bron: artnet

Vanaf 1885 woont Schouten vervolgens met haar ouders aan de Smetiusstraat in Nijmegen. Met dat adres staat ze in de catalogi van zowel een Arti-tentoonstelling in 1885 als een internationale tentoonstelling in Gent in 1886 en ze blijft daarna in Nijmegen wonen.

Ook met Nijmegen als standplaats blijft Schouten veelvuldig exposeren, in den lande als ook buiten Nederlandse grenzen. Ze stelt bijvoorbeeld geregeld tentoon op de tentoonstelling georganiseerd door de Cercle des femmes peintres in Brussel.[9] In het jaar 1888 is haar faam als schilderes inmiddels dusdanig gevestigd dat Loffelt haar succes als vanzelfsprekend beschouwt. In Het vaderland van 7 juni 1888 stelt hij namelijk dat Schouten en Roosenboom “hun ouden roem” handhaven. Omdat hij de twee bloemschilderessen in een adem noemt, lijkt het erop dat Schouten zich onderhand met haar leermeesteres kan meten.

Stadgenoten

Naast andere steden waar tentoonstellingen van contemporaine kunst plaatsvinden, hangen Schoutens schilderijen na de verhuizing voorts in Nijmeegse kunsthandels. Onder andere in 1885 exposeert Schouten – “thans onze stadgenoote” – een doek met voorjaarsbloemen bij boek- en kunsthandel firma Ten Hoet aan de Burchtstraat, volgens Provinciaal Geldersche en Nijmeegsche Courant (hierna PGNC). Uit hetzelfde jaar stamt ook een foto van deze firma, gevestigd in het pand naast het Nijmeegse stadhuis. Het is bijna jammer dat we op deze foto, ook uit 1885, het doek van Schouten niet kunnen zien hangen.


Rechts Boekhandelaar firma H. ten Hoet naast het stadhuis, Nijmegen, Korte Burchtstraat – Stadscentrum, 1885. Fotocollectie Regionaal Archief, F65791. Nijmegen. Bron: RAN

In de Nijmeegse pers wordt Schouten overigens op de voet gevolgd. Dezelfde journalist van PGNC (12 augustus 1885) steekt zijn genoegen dat de schilderes haar werk in de stad exposeert, niet onder stoelen of banken:

Wij kunnen de schilderes niet genoeg dankbaar zijn voor hare welwillendheid om dit zeldzaam fraaie stuk eenige dagen voor hare stadgenooten ten toon te stellen

Later dat jaar exposeert ze bij Ten Hoet wederom een schilderij dat waarschijnlijk het jaar ervoor op een tentoonstelling in Den Haag te zien. Daar draagt het doek echter de titel Rust in vrede. De voorstelling van een graf met bloemen baseert Schouten op een foto van Franz Hanfstaengl’s Kunstverlag te München. Het eindresultaat overtreft het model volgens een verslaggever van PGNC (17 oktober 1885). Deze schrijft naar aanleiding van dit werk zelfs dat Schouten “wederom” bewijst een artieste van de eerste rang te zijn.

In de jaren daarna exposeert Schouten vaker bij de firma Ten Hoet. Hierna doet ze dat in 1891 en 1892. Vanaf 1897 komt daar echter verandering in. Dan stelt Schouten haar werk vooral tentoon in de etalage van kunsthandel Smals op de Grote Markt in Nijmegen.

Kunstenaarskringen

In 1886 koopt de kunstenares een perceel aan de Annastraat – sectie B nummer 1205 – voor de imposante som van 4002 gulden.[10] Ter vergelijking, dat bedrag stemt overeen met een huidige koopkrachtwaarde van ongeveer 55.700 euro. Vervolgens laat de schilderes er een groot herenhuis neerzetten waar ze met haar ouders gaat wonen, adres Annastraat 49.[11]

Cornelia Schouten, Bloemenkrans, gesigneerd (rechtsonder), olie op doek, 600 x 500 mm (cat. 6). Verblijfplaats onbekend. Bron: RKD Images

Hieruit mag duidelijk worden dat Nijmegen inmiddels Schoutens vaste uitvalsbasis is. Behalve in de Nijmeegse kunsthandel beweegt Schouten zich ook in lokale kunstenaarskringen. Ze treedt bijvoorbeeld toe tot de Algemeene Kunstvereeniging. Dit genootschap organiseert onder andere kunstbeschouwingen in sociëteit De Vereeniging. Tijdens deze bijeenkomsten zijn schilderijen te bezichtigen, zo nu en dan die van Schouten, bijvoorbeeld in 1889 en 1898.

Via de kunstvereniging komt Schouten dan gemakkelijk in contact met kunstenaars in de regio. Andere Schilders en tekenaars kent ze al langer. Bijvoorbeeld kent ze de eerder genoemde Ary Johannes Lamme uit haar geboortestad Dordrecht, waarschijnlijk via haar ouders. Scheffers neef en Schoutens vader worden immers beiden genoemd als leden van de eerder genoemde feestcommissie ter onthulling van het standbeeld van Ary Scheffer in Dordrecht, bijvoorbeeld in Algemeen Handelsblad (10 mei 1862).

Lieve beestje

Als Schouten en haar ouders naar Nijmegen verhuizen, woont Lamme inmiddels in Huize Dalhof in het naburige Berg en Dal. Ze wonen dan dicht bij elkaar. Onder andere stuurt Lamme, tevens kunsthandelaar, Schouten vanuit Berg en Dal kunstwerken ter inspiratie en studie. In een brief, gedateerd 15 oktober 1889, bijvoorbeeld bedankt Schouten Lamme voor een schilderij met herfstbladeren.[12] Een week later betuigt ze haar dank voor de toezending van “het lieve beestje”, waarvan ze naar eigen zeggen studie heeft gemaakt. Daarnaast helpt Lamme Schouten misschien ook aan kopers voor haar werk.

Behalve het individueel contact treffen Lamme en Schouten elkaar ook nog via de Nijmeegse Kunstvereeniging. Ze exposeren bijvoorbeeld gezamenlijk hun werk in 1898 tijdens een van de kunstbeschouwingen, volgens PGNC (19 oktober 1898). Tijdens die tentoonstelling is trouwens eveneens het werk van amateurschilderes Christina Roloff te zien over wie ik een post shreef met de titel ‘In de vergetelheid’.

Huwelijk

In februari 1890 overlijdt Schoutens vader en een jaar later haar moeder.[13] Kort daarna, op 5 augustus 1891, trouwt Schouten met dr. Jacobus van Hoek, die net als zij uit Dordrecht afkomstig is.[14] Voor hem is het inmiddels zijn tweede huwelijk. Van Hoeks eerste echtgenote Pauline Marie Henriette Paijen, is namelijk in 1876 overleden, dus de man is al enige tijd weduwnaar.

Cornelia Schouten, Bloemstilleven met seringen, gesigneerd en gedateerd ‘Cornelia Schouten 1882’ (rechtsonder), olie op doek, 610 x 860 mm (cat. 2). Verblijfplaats onbekend. Bronnen: RKD Images en artnet

Aansluitend betrekt Van Hoek Schoutens woning aan de Annastraat.[15] Daar woont het echtpaar vervolgens, totdat Van Hoek in 1904 overlijdt. Ook al nemen Schoutens tentoonstellingen daarna langzaam in aantal af, ze blijft actief deelnemen aan het openbare leven in Nijmegen. Bijvoorbeeld draagt ze meermaals bij aan inzamelingen voor het goede doel. In 1908 doneert ze bijvoorbeeld een schilderij voor een tombola die geld moet opleveren voor de inrichting van het nieuwe Wilhelmina-ziekenhuis, volgens PGNC (5 november 1908).

Daarna doneert Schouten in 1909 een schilderij voor een geldinzameling, dit keer voor een voorgenomen oogheelkundige instelling. Een journalist van PGNC (9 november 1909) schrijft dan:

De mooie schilderij van mevrouw C. van Hoek-Schouten deed de vraag naar loten voortdurend stijgen.

Hieruit blijkt wel hoeveel waardering haar schilderijen dan nog steeds krijgen.

Door ziekte

Rond 1909 exposeert Schouten echter al niet veel meer. De noodzaak hiertoe is waarschijnlijk niet groot. Immers, Schoutens schilderijen vinden waarschijnlijk voldoende aftrek, maar mogelijk speelt ook een verminderde gezondheid een rol. Iets dergelijks schemert tenminste door in een krantenartikel naar aanleiding van de genoemde loterij in 1909. Over haar schenking zegt de journalist:

De schilderes toont zich hiermee in de volle kracht van haar benijdenswaardig talent, waarvan men in de laatste jaren helaas niet vaak meer kon genieten.

PGNC (4 november 1909), p. 1 via RAN.

Het is niet de enige indicatie van een verslechterende gezondheid. Eerder al laat Schouten advertenties plaatsen voor hulp in de huishouding vanwege ziekte, eerst in januari 1900 en opnieuw op 23 november 1902.

Advertentie in De gelderlander (5 januari 1900), p. 4. Bron: RAN

Schouten overlijdt uiteindelijk op 30 januari 1929.[16] Op 12 februari wordt dan ten behoeve van de erfgenamen een inventaris van de volledige inboedel gemaakt, ook van het atelier op de begane grond. Daar bevinden zich nog schilderbenodigdheden waarvan helaas niet duidelijk wordt tot wanneer Schouten ze nog gebruikt heeft.[17] Mogelijk schildert ze nog tot op hoge leeftijd, mogelijk zijn het overblijfselen van een leven als schilderes dat ze inmiddels achter zich heeft gelaten.

Een huis vol schilderijen

Door de hele woning zijn bovendien schilderijen te vinden, zo blijkt uit de inboedelbeschrijving. Niet elk van de genoemde schilderijen en aquarellen zal van de hand van Schouten zelf zijn. Desalniettemin zit er eigen werk bij, zoals een schilderij met seringen, een ander met oesters, een stilleven en diverse niet ingelijste schilderijen die allemaal op zolder staan.

In het atelier op de begane grond bevinden zich daarnaast nog een bloemstuk (t.w.v. 3 gulden), een groot doek, wederom met seringen, (10 gulden) en 2 schilderijen – waarvan de voorstelling niet wordt benoemd – met een gezamenlijke waarde van 15 gulden. In totaal bevinden zich in huis maar liefst 60 ingelijste schilderijen en aquarellen en daarnaast nog diverse niet ingelijste werken. Een deskundige die de inboedelinventaris opmaakt, taxeert de totale waarde van het geschilderde werk op circa 338,50 gulden. Dit komt ongeveer overeen met een koopkrachtwaarde van 2.870 euro in de huidige tijd volgens de omrekentool van Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.

Kunstveiling

Op 7 en 8 maart wordt de volledige inboedel van Schoutens woning geveild volgens PGNC (2 maart 1929). Die veiling levert 4.823 gulden op.[18] Het gaat echter niet om de schilderijen en aquarellen. Bij de verdeling van de nalatenschap wordt immers vastgelegd:

dat van dien inboedel een gedeelte, omvattende schilderijen met schilderijkisten, platen enzoovoorts voorloopig onverdeeld wordt gelaten; dat een ander gedeelte in het openbaar ten overstaan van mijn genoemden plaatsvervangers is verkocht op zeven en acht Maart jongstleden

Het gedeelte van de inboedel “omvattende schilderijen met schilderijkisten, platen, enzoovoorts” komt vervolgens volledig in bezit van kunsthandelaar H. Prakke volgens PGNC (26 februari 1930). Deze biedt de “achttien grootere en kleinere schilderstukken; deels stillevens, deels bloemstukken” uit het atelier van Schouten vervolgens te koop aan tijdens een verkooptentoonstelling. Deze duurt de hele maand maart en trekt veel mensen:

Naar wij vernemen mag de tentoonstelling van schilderstukken van Cornelia Schouten in de Kunstzaal Prakke zich in veler belangstelling verheugen en zijn reeds de nummers 11, 16 en 20 zijn verkocht.

PGNC (12 maart 1930), p. 1 volgens RAN

In de eerste week wisselen dus al 3 werken van eigenaar. Binnen 2 weken worden nog eens 5 schilderijen verkocht, volgens PGNC (24 maart 1930).

Eerste rang

Aan de details die tot voor kort over Schouten bekend waren, valt inmiddels het een en ander toe te voegen. Om te beginnen is Schouten volgens de kunstenaarsdatabase Artists van het RKD van circa 1878 tot 1881 leerling van de academie in den Haag. In feite start ze al in 1877 met haar eerste cursus. Naar aanleiding daarvan weet ze zelfs een zilveren medaille te behalen in de categorie ’tekenen naar pleister’.

Ten tweede exposeert Schouten volgens kunstenaarsbiograaf Pieter Scheen in de periode 1881-1903 in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.[19] Met de opsomming van die 3 Randstedelijke plaatsen doet hij Schouten echter te kort, want ze exposeert daarnaast nog in Groningen, Arnhem, Maastricht en uiteraard in haar latere woonplaats Nijmegen. Bovendien toont ze haar werk in het buitenland, onder andere in Düsseldorf (1881), Antwerpen (1885), Gent (1886) en Brussel (1888, 1890 en 1892). Na 1900 neemt de frequentie van tentoonstellingen echter enigszins af, waarschijnlijk in samenhang met een verslechterende gezondheid. Schouten blijft desondanks bloemen en vruchten, stillevens en zelfs een enkel landschap tentoonstellen tot ten minste 1909.

Ten slotte biedt de boedelinventaris van Schoutens woning een zeldzaam inkijkje in de bezittingen van de bejaarde schilderes, waartussen zich ook de restanten bevinden van haar schilderende leven.

Naast deze aanvullende, waardevolle details blijft er ook nog steeds het een en ander onduidelijk, zoals Schoutens opleiding voordat ze in 1877 cursussen gaat volgens aan de Haagse academie. Daarnaast is er in de pers sprake van buitenlandse exposities in 1902. Dan beschrijft een journalist van De gelderlander (12 april 1902) twee doeken van Schouten, tijdelijk te bezichtigen in de kunsthandel Smals in Nijmegen, die “zijn bestemd voor tentoonstellingen in het buitenland”. Het zou nog aardig zijn om te achterhalen welke buitenlandse tentoonstellingen dat geweest kunnen zijn.


Selectie van werk

Ondanks haar enorme productiviteit heb ik slechts enkele stukken van Schouten kunnen traceren. Veel bevindt zich waarschijnlijk in particuliere collecties, zoals zo vaak het geval is bij vrouwelijke kunstenaars. Bijna geen werk is te vinden in musea. Onderstaand is dus hoe dan ook maar een kleine selectie. Van deze werken heeft Schouten er verschillende gedateerd waardoor er een chronologische volgorde aan te brengen is. Hier volgen eerst de gedateerde stukken en ten slotte enkele ongedateerde.

1881

1. Stokrozen en vingerhoedskruid op een lage muur, gesigneerd ‘Cornelia Schouten 1881’ (rechtsonder), olie op doek, 1881, 795 x 890 mm.

Herkomst: Den Haag, Venduehuis der Notarissen, veiling Old Masters, 19th Century & Early Modern Art, 25 mei 2023, lot 580; kunsthandel Rococo, Gulpen / Ulestraten / Margraten; mogelijk identiek aan Ten Hoet 1909.

Bron: RKD Images en Invaluable

1882

2. Bloemstilleven met seringen, gesigneerd en gedateerd ‘Cornelia Schouten 1882’ (rechtsonder), olie op doek, 610 x 860 mm.

Herkomst: Amsterdam, Sotheby’s, veiling 19th Century European Paintings, 15 april 2003, lot 34.

Bron: RKD Images, artnet en artprice

1885

jetée de fleurs sur un entablement by cornelia schouten

3. Bloemen op een stenen richel, gesigneerd en gedateerd ‘Cornelia Schouten 1885’ (rechtsonder), olie op doek, 400 x 550 mm.

Herkomst: Brussel, Horta, veiling Objets de Collection, 14 juni 2010, lot 118.

Bron: artnet, invaluable en artprice

gerbe de fleurs sur un entablement by cornelia schouten

4. Bloemen op een stenen richel, gesigneerd en gedateerd ‘Cornelia Schouten 1885’ (rechtsonder), olie op doek, 220 x 360 mm.

Herkomst: Brussel, Vanderkindere, veiling Antiquités, Tableaux & Objects d’Art, 17 juni 2014, lot 82.

Bron: artnet en artprice

1890

5. Bloemen, gesigneerd en gedateerd 1890 (rechtsonder), olie op doek en paneel, 625 x 520 mm.

Herkomst: Tours, Hotel des Ventes Giraudeau SARL, veiling Belle vente mobilier & objects d’art, 23 september 2023, lot 49.

Bron: Hotel Ventes Giraudeau

Niet gedateerd

6. Bloemenkrans, gesigneerd ‘Cornelia Schouten’ (rechtsonder), olie op doek, 600 x 500 mm.

Herkomst: kunsthandel Rococo, Gulpen / Ulestraten / Margraten.

Bron: RKD Images en Hostyn en Rappard 1994, p. 349.

stillleven door cornelia schouten

7. Stilleven met meloen en druiven, gesigneerd, olie op doek, 475 x 340 mm.

Herkomst: Graz, Dorotheum, veiling Grazer Kunst und Antiquitäten, 2 december 2010, lot 6.

Bron: artnet en artprice

8. Stilleven met druiven in een mand, oesters op een bord, een aardewerken kruik en fazant op een marmeren plint, gesigneerd ‘C van Hoek Schouten’, olie op doek, 730 x 1070 mm.

Herkomst: Amsterdam, Christie’s, veiling 2291: Saturday Sales at Christie’s, 9 maart 1996, lot 16; Nijmegen, Cohen & Drukker, 1905.

Bron: Invaluable and Christie’s

stilleben med frukter, remmare och krus by cornelia schouten

9. Stilleven met sinaasappels, olie op doek, 600 x 780 mm.

Herkomst: (Zweden?) veiling 24 november 2009.

Bron: artnet

10. Mand met bloemen, gesigneerd ‘Cornelia Schouten’ (rechtsonder), olie op paneel, 290 x 480 mm.

Provenance: Parijs, J.J. Mathias, Baron Ribeyre, Farrando Lemoine, veiling Estampes – dessins – tableaux – Asie – céramique – emaux – meubles et objets d’art, 1 juli 2015, lot 67; Keulen, Chez Abels.

Bron: Maison de vente Farrando


Tentoonstellingen

Veel van de hier genoemde tentoonstellingen waren te achterhalen via de gedigitaliseerde kranten in Delpher van de KB – Nationale Bibliotheek en op de website van het Regionaal Archief Nijmegen (RAN).

Den Haag 1881: Tentoonstelling van kunstwerken [recensies in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (17 mei 1881), p. 6 via Delpher, in Het vaderland (23 mei 1881), p. 1 via Delpher, in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (10 juni 1881), p. 3 via Delpher] en in Algemeen handelsblad (18 juni 1881), p. 2 via Delpher]

  • “Stokrozen” (nr. 320) [verkocht volgens Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (23 mei 1881), p. 7 via Delpher]
  • “Stilleven” (nr. 321)

Düsseldorf, Ed Schulte, 1881: Tentoonstelling [volgens Het vaderland (4 november 1881), p. 2 via Delpher]

  • “Lentebloemen”

Amsterdam 1882: Tentoonstelling van kunstwerken door vrouwen vervaardigd [recensie in Het nieuws van den dag (20 april 1882), p. 6 via Delpher en Algemeen handelsblad (27 april 1882), p. 9 via Delpher]

  • “Stilleven” (nr. 102) [aangekocht voor de verloting volgens Het nieuws van den dag (22 april 1882), p. 2 via Delpher]
  • “Een Korfje met bloemen” (nr. 103) [aangekocht voor particuliere rekening volgens Algemeen handelsblad (21 mei 1882), p. 3 via Delpher]

Rotterdam 1882: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken

  • “Stilleven” (nr. 364)
  • “Schwarzwald Poëzie” (nr. 365)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1882: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Schwarzwald-poëzie” (nr. 255)
  • “Rozen” (nr. 256)

Amsterdam 1883: Schilderijententoonstelling in de kunstzaal van het Panoramagebouw die op 17 april verkocht worden [volgens Algemeen handelsblad (14 april 1883), p. 2 via Delpher en De Amsterdammer (17 april 1883), p. 2 via Delpher]

  • “Rozen” en “Chrysantemum” (nrs 71 en 72)

Groningen 1883: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters

  • “Schwarzwaldpoëzie” (nr. 290)
  • “Stilleven” (nr. 291)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1884: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Stilleven” (nr. 226)

Den Haag 1884: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (23 mei 1884), p. 5 via Delpher]

  • “Lentebloemen” (nr. 369)
  • “Rust in vrede” (nr. 370)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1885: Tentoonstelling der kunstwerken van levende meesters bestemd voor de tentoonstelling te Antwerpen, april

  • “Stilleven” (nr. 153)
  • “Camelia’s en Primula’s” (nr. 154)

Rotterdam 1885: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken

  • “Glas met theerozen” (nr. 386)

Nijmegen, Boekhandelaar Ten Hoet, 1885: [volgens PGNC (12 augustus 1885), p. 1 via RAN]

  • “voorjaarsbloemen”

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1885: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Theerozen” (nr. 199)
  • “Stilleven” (nr. 200)

Nijmegen, Boekhandelaar Ten Hoet, 1885: Tentoonstelling [volgens PGNC (17 oktober 1885), p. 1 via RAN]

  • “Ein Kreuz mit Blumen ist ’s Menschenlos!”

Antwerpen 1885: Wereldtentoonstelling voor schoone kunsten

  • “Stilleven” (nr. 127)
  • “Camelia’s en primula’s” (nr. 128) [beiden aangekocht voor de verloting volgens Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (17 november 1885), p. 2 via Delpher]

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1886: Tentoonstelling van de kunstwerken, geschonken aan het ondersteuningsfonds, opgericht door het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap

  • “Vruchten” (nr. 288)

Groningen 1886: Tentoonstelling van schilderijen van schilderijen van levende Nederlandsche meesters

  • “Stilleven” (nr. 201)
  • “Bloemstuk” (nr. 202)

Gent 1886: XXXIIIe exposition triennale, vanaf 15 augustus

  • “Fruits” (nr. 471)

Amsterdam 1886: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Bloemstuk” (nr. 316)

Den Haag 1887: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (20 juni 1887), p. 2 via Delpher]

  • “Kerstrozen” (nr. 391)

Nijmegen 1888: Kunstbeschouwing aan de leden van het Nut aangeboden [volgens PGNC (18 januari 1888), p. 3 via RAN]

  • “twee Stillevens en Bloemen”

Rotterdam 1888: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken [recensie in Het vaderland (7 juni 1888), p. 1-2 via Delpher]

  • “Stilleven” (nr. 405)

Brussel 1888: Exposition, organisée par le Cercle des femmes peintres de Bruxelles

  • onbekend

Groningen 1889: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters

  • “Stilleven” (nr. 225) [verkocht volgens Het vaderland (11 juni 1889) via Delpher, met de toevoeging “De Spaansche druiven … zijn o.a. met zeldzaam meesterschap gedaan”]
  • “Bloemstukje” (nr. 226)

Amsterdam 1889: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Rozen” (nr. 387)

Nijmegen 1889: Kunstbeschouwing voor de leden van de Algemeene Kunstvereeniging in de sociëteit de Vereeniging [volgens PGNC (18 december 1889), p. 1 via RAN]

  • “een drietal harer schilderijen”

Den Haag 1890: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Stilleven” (nr. 396)

Arnhem 1890: Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, 17 juli – 15 september

  • “Lentebloemen” (nr. 428)

Brussel 1890: Exposition, organisée par le Cercle des femmes peintres de Bruxelles

  • onbekend

Maastricht 1890-1891: Internationale tentoonstelling van schilderijen, aquarels, teekeningen, etsen, enz. en beeldhouwwerk, 21 december – 18 januari

  • “Een mand Seringen” (nr. 354)

Nijmegen, Kunsthandel Ten Hoet, 1891: Tentoonstelling [volgens PGNC (9 januari 1891) via RAN]

  • “fruitstuk” met “perziken, druiven, enz.”
  • “bloemstuk”

_ , _ , 1892: Tentoonstelling [volgens PGNC (7 januari 1892), p. 2 via RAN]

  • “Chrysanthemums”

Groningen 1892: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, 8 mei – 8 juni [recensie in Het nieuws van den dag (23 mei 1892), p. 14 via Delpher]

  • “Bloemstuk” (nr. 54)
  • “Stilleven” (nr. 55)

Brussel 1892: Exposition, organisée par le Cercle des femmes peintres de Bruxelles

  • onbekend

Arnhem 1893: Tweede internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, 8 augustus – 19 september

  • “Mand met bloemen” (nr. 142)
  • “Rozen” (nr. 143)

Nijmegen 1894: Keuzetentoonstelling van hedendaagsche schilder- en beeldhouwkunst, door de Algemeene Kunstvereeniging, 20 juni – 20 juli [aankondigingen in PGNC (10 april 1894), p. 2 via RAN, De telegraaf (1 mei 1894), p. 2 via Delpher en De telegraaf (21 juni 1894), p. 3 via Delpher; recensie in Het vaderland (5 juli 1894) via Delpher]

  • twee schilderijen waaronder “Vogelkers”

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1894: Tentoonstelling van Schilder- en Beeldhouwkunst [recensie in PGNC (11 juli 1894), p. 3 via RAN]

  • “Kastanjebloesems”
  • “Vogelkers”

Groningen 1895: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, 12 mei – 12 juni

  • “Bloemstuk” (nr. 39)
  • “Stilleven” (nr. 40)

Nijmegen, Kunsthandel Smals, 1897: Tentoonstelling [volgens De gelderlander (7 maart 1897), p. 1 via RAN]

  • “genrestuk”

_ , _ , 1897: Tentoonstelling [volgens PGNC (30 januari 1897), p. 2 via RAN]

  • “bloemstuk”

_ , _ , 1897: Tentoonstelling [volgens PGNC (2 maart 1897), p. 6 via RAN]

  • “schilderij (stilleven)”

Arnhem 1897: Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, 14 juli – 1 september

  • “Stilleven” (nr. 88) [“oesters” volgens Het nieuws van den dag (27 juli 1897), p. 1 via Delpher]

Groningen 1898: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters

  • “Landschap” (nr. 46)

Nijmegen 1898: Kunstbeschouwing van het werk van de leden van de Algemeene Kunstvereeniging, in de zaal der Vereeniging [volgens PGNC (19 oktober 1898), p. 1 via RAN]

  • “een groot en een klein bloemstuk, en een stilleven, met oesters, enz.”

Amsterdam 1899: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters [recensies in Het nieuws van den dag (9 oktober 1899), p. 9 via Delpher]

  • “Oesters” (nr. 147) [verkocht volgens De telegraaf (12 oktober 1899), p. 2 via Delpher]

Nijmegen, Kunsthandel Smals, 1900: Tentoonstelling [volgens De gelderlander (26 augustus 1900), p. 2 via RAN]

  • “stilleven van vruchten”

_ , Firma Ten Hoet, 1902: Tentoonstelling [volgens PGNC (29 januari 1902), p. 1 via RAN]

  • “een Pastel-teekening … zijnde een boschgezicht en bestemd voor de internationale kunstverloting te ’s Gravenhage [= Scheveningen 1902]” [volgens PGNC (29 januari 1902), p. 1 via RAN]

_ , Kunsthandel Smals, 1902: Tentoonstelling [volgens PGNC (11 april 1902), p. 1 via RAN en De gelderlander (12 april 1902), p. 4 via RAN]

  • “een paar fraaie stillevens, waarvan het eene een gelukkige schikking van groenten en gevogelte, het andere fijn fruit met op den achtergrond een feestbokaal te zien geeft” … “Beide stukken zijn bestemd voor tentoonstellingen in het buitenland.”

Scheveningen 1902: Exposition internationale

  • “Pastel ‘Sous les hêtres'” (nr. 198)

Amsterdam 1903: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Stilleven” (nr. 205)

Nijmegen, Cohen & Drukker, 1905: Tentoonstelling [volgens PGNC (19 april 1905), via RAN]

  • “een Stilleven” met een “faisant”, “druiven” en “oesters” (identiek aan cat. 8)

_ , Kunsthandel Ten Hoet, 1909: Tentoonstelling voorafgaand aan een feestavond ten bate der Inrichting voor Ooglijders [volgens PGNC (4 november 1909) via RAN]

  • “een sierlijk bloemstuk op een brokstuk van een muur” (mogelijk identiek aan cat. 1)

Leeuwarden, Fries Museum, 1912: Tentoonstelling van schilderijen, aquarellen, teekeningen, aardewerk en andere kunstvoorwerpen welke zullen worden verloot ten bate van het volkssanatorium “Herema-State” te Joure, week na Pasen

  • onbekend

_ , Kunstzaal Prakke, 1930: Tentoonstelling C. van Hoek-Schouten, verlengd t/m 10 april [volgens PGNC (24 maart 1930)p. 15 via Delpher]

  • “achttien grootere en kleinere schilderstukken; deels stillevens, deels bloemstukken” [volgens PGNC (26 februari 1930), p. 2 via Delpher.]

Literatuur

Hieronder volgens eerst de tentoonstellingscatalogi waarin werk van Schouten wordt genoemd. Het archiefmateriaal en andere literatuur is te vinden in de noten.

Catalogi

  • Cat. Amsterdam 1882. Catalogus van de tentoonstelling van kunstwerken door vrouwen vervaardigd, in de kunstzaal van het Panorama-gebouw, Plantage tegenover Artis (Amsterdam: Roeloffzen & Hübner), p. 13. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1886Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1886 (Amsterdam: Stads-drukkerij), p. 30. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1889Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1889 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 35. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1899. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1899 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 11. [RKD Library: PDF]
  • Cat. Amsterdam 1903. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1903 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 20. [internet archive en RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1912. Catalogus der tentoonstelling van schilderijen, aquarellen, teekeningen, aardewerk en andere kunstvoorwerpen welke zullen worden verloot ten bate van het volkssanatorium “Herema-State” te Joure (Amsterdam, Stedelijk Museum). [Stedelijk Museum]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1882. Catalogus van de Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitae (Amsterdam: Erven H. van Munster & zoon). p. 23. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1884Catalogus van de Tentoonstelling van Kunstwerken van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae (Amsterdam: Erven H van Munster & Zoon), p. 22. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1885Catalogus van de Tentoonstelling van Kunstwerken van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae (Amsterdam: Erven H van Munster & Zoon), p. 23. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1886. Catalogus van de kunstwerken, geschonken aan het ondersteuningsfonds, opgericht door het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, tentoongesteld in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae. 14 Februari 1886 (Amsterdam), p. 25. [RKD Librar]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae voor Antwerpen, 1885Catalogus van de tentoonstelling der kunstwerken van levende meesters bestemd voor de tentoonstelling te Antwerpen in de kunstzalen van de Maatschappij Arti et Amicitiae. April 1885 (Amsterdam: erven H. van Munster & zoon), p. 14. [RKD Library]
  • Cat. Antwerpen 1885. Wereldtentoonstelling voor schoone kunsten, 1885. Algemeene catalogus (Antwerpen: J.-E. Buschmann), p. 23. [Google Books]
  • Cat. Arnhem 1890Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, van 17 juli – 15 september 1890 (Arnhem: Van Mastrigt & Verhoeven), p. 33. [RKD Library]
  • Cat. Arnhem 1893Tweede internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, Musis Sacrum, van 8 augustus – 19 september 1893 (Arnhem: Van Mastrigt en Verhoeven), p. 15. [RKD Library]
  • Cat. Arnhem 1897Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, Musis Sacrum, van 14 juli tot 1 september 1897 (eerste vierjaarlijksche) (Arnhem: Van Mastrigt en Verhoeven), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1881Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ’s Gravenhage 1881 (Den Haag: W. Carpentier), p. 30. [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Den Haag 1884Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ’s-Gravenhage, 1884 (Den Haag: Mouton & Co), p. 32. [RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1887Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ’s Gravenhage 1887 (Den Haag: Mouton), p. 32. [RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1890Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ‘s-Gravenhage 1890 (Den Haag: Mouton), p. 31. [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Gent 1886. XXXIIIe exposition triennale de Gand: salon de 1886 : notice sur les tableaux et objets d’art exposés au Casino (Gent: Eug. Vanderhaegen), p. 108. [internet archive]
  • Cat. Groningen 1883Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 25. [RKD Library]
  • Cat. Groningen 1886Lijst van schilderijen van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 20. [RKD library]
  • Cat. Groningen 1889Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, op de tentoonstelling van wege het genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 26. [RKD library]
  • Cat. Groningen 1892. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, ingezonden op de tentoonstelling, te houden van wege het kunstlievend genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 10. [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Groningen 1895. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, ingezonden op de tentoonstelling, te houden van wege het kunstlievend genootschap Pictura, te Groningen in het Museum van Oudheden aan den Praediniussingel den 12den mei tot den 12den juni 1895 (Groningen: J.B. Wolters), p. 9. [RKD Library]
  • Cat. Groningen 1898. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, ingezonden op de tentoonstelling, te houden van wege het kunstlievend genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 9. [RKD Library]
  • Cat. Maastricht 1890-1891Internationale tentoonstelling van schilderijen, aquarels, teekeningen, etsen, enz. en beeldhouwwerk (buiten programma) te Maastricht, georganiseerd door de Societeit Momus. Afdeeling: Beeldende Kunsten, 21 December 1890 – 18 Januari 1891 (Maastricht: Leiter-Nypels), p. 27. [Google Books en RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1882. Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, te Rotterdam (Rotterdam), p. 36. [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Rotterdam 1885. Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, te Rotterdam (Rotterdam), p. 38 [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Rotterdam 1888Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, te Rotterdam, in 1888 (Rotterdam), p. 40. [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Scheveningen 1902. Exposition internationale à Schéveningue. Catalogue de peintures, sculptures et autres œuvres d’art (Den Haag: M. v.d. Beek’s Hof-Boekhandel), p. 9. [Delpher]

Noten

[1] Regionaal Archief Dordrecht, Huwelijksakten Dordrecht 1840, Dordrecht, archief 256, inv.nr. 111, aktenr. 82 [Regionaal Archief Dordrecht].

[2] Voor de geboorteakte van Jan, zie Regionaal Archief Dordrecht, archief 256, inv.nr. 34 Geboorteakten Dordrecht 1845, aktenr. 544 – 14 september 1845 [Regionaal Archief Dordrecht].

[3] Voor de akte van Cornelia, zie Regionaal Archief Dordrecht, archief 256, inv.nr. 38 Geboorteakten Dordrecht 1849, aktenr. 367 – 7 juni 1849 [Regionaal Archief Dordrecht].

[4] Voor de zomercursus, zie Haags Gemeente Archief, archief 0058-01 Academie van Beeldende Kunsten, inv.nr. 421 Die betalen 1877 – 1878 [Haags Gemeente Archief]. Voor de cursus M.O. en de cursus voor vrouwelijke leerlingen, zie Haags Gemeente Archief, archief 0058-01 Academie van Beeldende Kunsten, 425 Die betalen 1878 -1879 [Haag Gemeente Archief] en id., 428 Die betalen 1879 – 1880 [Haags Gemeente Archief].

[5] Ook haar ouders wonen dan aan de Z.O. Buitensingel in Den Haag: Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (16 oktober 1882), p. 7 [Delpher].

[6] Haags Gemeente Archief, archief 0058-01 Academie van Beeldende Kunsten, 429 Algemeen inschrijvingsregister, 1880 – 1881 [Haags Gemeente Archief].

[7] Cat. Antwerpen 1885, p. 23. Bovendien wordt Schouten genoemd als een van de verscheidene talentvolle leerlingen die “een weldverdienden roem verwierven” in een necrologie over Margaretha Roosenboom in Het nieuws van den dag (30 december 1896), p. 11 [Delpher].

[8] Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 358.87, inv.nr. 21882 Huwelijksakten van de gemeente Nieuwer-Amstel, 1882, aktenr. 144 – 9 december 1882 [Noord-Hollands Archief]

[9] Denis Laoureux, ‘Le Cercle des femmes peintres de Bruxelles: un collectif, quatre expositions (1888-1893)’, Artl@s Bulletin 8, nr. 1: ‘Women Artists Shows, Salons, Societies’ (2019), p. 71-82, daar p. 82 [online].

[10] Regionaal Archief Nijmegen, Notariële archieven Notaris W.A. Halberstadt Nijmegen 1875 – 1893, Nijmegen, archief 445, inv.nr. 61, aktenr. 1963 – 8 oktober 1886 [RAN].

[11] Regionaal Archief Nijmegen, archief 679, inv.nr. 33080, 1880, Wijk N, deel 2, folio 233 [RAN] en id., inv.nr. 33103, Wijk A, deel 18, 1890 – 1900, Nijmegen Sint-Annastraat 1890, aktenr. 169 [RAN]

[12] Brief van Cornelia Schouten aan Ary Johannes Lamme, d.d. 15 oktober 1889. Amsterdam, Rijksmuseum, RP-D-1992-1-C.HOEK-SCHOUTEN-1 [Rijksstudio]. Brief van Cornelia Schouten aan Ary Johannes Lamme, d.d. 22 oktober 1889. Amsterdam, Rijksmuseum, RP-D-1992-1-C.HOEK-SCHOUTEN-2. [Rijksstudio].

[13] Voor de overlijdensakte van Arnoldus Jan Schouten, zie Gelders Archief te Arnhem, archief 0207, inv.nr. 1296.03, Nijmegen, Overlijdensregister, aktenr. 120 – 22 februari 1890 [Gelders Archief]. Voor de akte van Johanna Cornelia Pieters, zie id., inv.nr. 1297.01, Nijmegen, Overlijdensregister, aktenr. 276 – 11 mei 1891 [Gelders Archief].

[14] Voor het huwelijk Van Hoek-Schouten, zie ‘Familieberichten: Augustus 1891’, De Nederlandsche leeuw: Maandblad van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde 9, nr. 11 (1889), p. 85-88, daar p. 86. [Google Books]. Voor Van Hoeks eerdere huwelijk met Payen zie ook ‘Van Hoek’, Nederlands Patriciaat 32 (1946), p. 78-86, daar p. 82 [online].

[15] Zie ook Inwoners Nijmegen en Schependom, 1896, p. 90 [RAN] en Inwoners Nijmegen en Schependom, 1901, p. 101 [RAN].

[16] Gelders Archief te Arnhem, archief 0207A, inv.nr. 8611.02, Nijmegen, Overlijdensregister, aktenr. 92 – 1 februari 1929[Gelders Archief].

[17] Regionaal Archief Nijmegen, 455 Notaris Ch.G. Leopold Nijmegen, inv.nr. 201, aktenr. 6781 – 19 maart 1929 [RAN]. Ik wil graag mijn dank uitspreken aan de hulpvaardige medewerkers van het RAN die voor scans van de notariële akten hebben gezorgd.

[18] Regionaal Archief Nijmegen, 455 Notaris Ch.G. Leopold Nijmegen, inv.nr. 201, aktenr. 6773 – 7 maart 1929 [RAN].

[19] Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950, herziene ed. (Den Haag: Scheen, 1981), p. 469. Zie ook Norbert Hostyn en Willem Rappard, Dictionaire van Belgische en Hollandse bloemenschilders geboren tussen 1750 en 1880 (Knokke-Zoute: Berko, 1995), p. 349.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top