Hoekje in de schuur
In haar boek Penseelprinsessen & broodschilderessen (2012) onderkende de kunsthistorica Hanna Klarenbeek “de bescheiden rol [van de Rotterdamse academie] in het opleiden van professionele kunstenaressen in de negentiende eeuw.” Deze academie start namelijk relatief vroeg met tekenonderwijs aan vrouwen. Schilderes Elselina (Lina) Angenita Cornelia Röder (1820-1900) is er een van de eerste docenten. Desondanks is de betekenis van Röder voor de emancipatie van kunstenaressen weinig expliciet gemaakt. Om te beginnen is ze als docente een belangrijke factor in de vormgeving van het teken- en schilderonderwijs voor vrouwen aan de Rotterdamse academie. Ze lijkt bovendien de discussie aangezwengeld te hebben over de taak van de academie om vrouwen te onderwijzen. Vanwege haar rol in het kunstonderwijs ligt het voor de hand om eens aandacht te besteden aan Röder die daarnaast een succesvol kunstenaar was. Vooral haar doek Hoekje in de schuur valt in de smaak van recensenten.
Bloemen
Elselina Angenita Cornelia Röder wordt op 25 februari 1820 geboren als dochter van Catharina Schemmer en kantoorbediende Frederik Levin Röder. [1] Na Elselina volgen nog vijf kinderen: Cornelia (geb. 1821), Johan (geb. 1823), Henriëtta (geb. 1824), Christina (geb. 1827) en Elisabeth (geb. 1828) [2] Van deze zes bereikt maar de helft de leeftijd van volwassenheid. Christina sterft namelijk al in 1828, pas 1,5 jaar oud. Johan overlijdt daarna in 1829, op 6-jarige leeftijd en Elisabeth in 1830 als ze slechts 1 jaar en 4 maanden is. [3] Het jaar daarop wordt nog een zoon geboren die opnieuw de naam Johan krijgt, dezelfde naam dus als zijn overleden broertje. [4]
Waar of van wie Röder haar eerste schilderlessen krijgt, is onbekend. Haar eerste tentoonstelling is er in ieder geval een in Rotterdam in 1844. Dan stuurt ze een aquarel die ze maakt naar voorbeeld van een bloemstuk van de Rotterdamse schilder Willem van Leen. Omdat tekenen naar oude en nieuwe meesters standaardonderdeel van de studie vormt, is het dus niet vreemd dat Röders allereerste tentoonstellingsstuk een kopie naar een schilderij van iemand anders is.
Hierdoor tot Hooger
Elselina’s moeder overlijdt in januari 1847. [5] Hoewel Elselina dan al 26 is, woont ze nog thuis bij haar vader, met haar zussen en broer. [6] Volgens de overlijdensakte is Röders vader op dat moment zonder beroep. Als oudste zal de zorg voor de andere kinderen – de jongste is 16 – dan ook voor een deel op haar schouders terecht zijn gekomen.
Haar moeders overlijden maakt wellicht dat Elselina op zoek moet naar een betaalde aanstelling. Om inkomsten te genereren, gaat Röder onder andere exposeren op verkooptentoonstellingen in den lande. Deelname aan exposities geeft de beginnend schilderes naamsbekendheid, maar levert waarschijnlijk niet voldoende geld op om van te leven. Daarom gaat Röder ook als docente aan de slag, eerst bij het tekengenootschap ‘Hierdoor tot Hooger’. Die rol neemt ze dan over van schilderes Louise Hoyer van Brakel. [7]
Als uit het samengaan van Hierdoor tot Hooger, de Stads Teekenschool en de Industrieschool in 1851 de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen ontstaat, verzoekt Röder het nieuwe bestuur om een ruimte zodat zij haar onderwijs aan vrouwen kan continueren. [8] Het is een belangrijke emancipatorische zet, want het brengt binnen het bestuur de discussie over de rol van de academie in het onderwijs aan vrouwen op gang.
Sieraad
Uiteindelijk neemt het bestuur van de Rotterdamse academie het besluit om het tekenonderwijs aan vrouwen doorgang te laten vinden. Het bestuur plaatst vervolgens een oproep in de Nieuwe Rotterdamsche courant aan geïnteresseerden om zich te melden:
Het Bestuur twijfelt niet, of meerdere Inwoners dezer Stad zullen de oefening in deze schoone Kunst, ook voor hunne Dochters, als een noodzakelijk deel harer Opvoeding, meer nog dan als een sieraad er van beschouwen, en gaarne van de aangeboden gelegenheid gebruik maken.
– Advertentie in Nieuwe Rotterdamsche courant (2 juni 1852), p. 4 via Delpher
In de advertentie introduceren de bestuursleden tevens de leraren die het onderwijs gaan vormgeven. Het gaat om tekenaar en schilder Jan Hendrik van de Laar, die tevens directeur van de academie wordt, en Röder.
Kunsteloos genrestukje
Rond deze tijd komt Röder ook in contact met onderwijzeres en pedagoge Elisa Schiotling, later Van Calcar. Deze kennen elkaar ten minste sinds 1855. [9] De vrouwen voelen ongetwijfeld verwantschap. Ze zijn niet alleen van ongeveer dezelfde leeftijd, ze zijn beide onderwijzeres. Van Calcar, die in 1865 het Nederlandsch Opvoedingshuis sticht, een opleidingsinstituut voor meisjes uit welgestelde gezinnen, schrijft bovendien over de opvoeding van vrouwen. Waarschijnlijk vinden Van Calcar en Röder elkaar ook in hun opvattingen over onderwijs.
Bovendien ziet Van Calcar overeenkomsten tussen hun beider werk, zo blijkt uit de opdracht in de tweede druk van haar boek De zoon van de klepperman. Die luidt namelijk:
Aan de beminnelijke en talentvolle bloemschilderesse Mejufvrouw Elzelina Röder wordt dit kunsteloos genrestukje aangeboden door de schrijfster.
– Opdracht van Elise van Calcar, in De zoon van den klepperman. Eene vertelling (Kampen: K. van der Hulst, 1856 [tweede druk]) via Google Books.
De schrijfster legt hier expliciet een verband tussen het werk van de “bloemschilderesse” en haar eigen werk door het boek een “genrestukje” te noemen.
Kunstzin
De overeenkomsten tussen geschreven en geschilderde genrestukken werkt Van Calcar uit in een uitgebreid voorwoord over eigentijdse kunst. Daar geeft de schrijfster namelijk haar visie op literatuur. Ze doet dit in de vorm van een brief, geadresseerd aan “Lina”, Elselina Röder. Goede literatuur moet niet alleen stichtelijk zijn, volgens Van Calcar, maar ook “kunstzin” bevatten. Datzelfde geldt voor de ‘volksliteratuur’ waartoe De zoon van de klepperman volgens haar behoort. Hierin geeft Van Calcar, naar eigen zeggen, een eenvoudige schets van de realiteit zonder aan smaak of kunstzin af te doen, net zoals een geschilderd genretafereel.
De vergelijking is dus niet zozeer met geschilderde bloemen als wel met genrestukken. Behalve bloemstukken schildert Röder ook genrevoorstellingen, vooral van vrouwen in dagelijkse bezigheden, zoals Terug van de markt met een vrouw die een mand met groenten draagt (cat. 3) en het doek met een vrouw in een keuken (cat. 9). Ongetwijfeld heeft Van Calcar dergelijke voorstellingen voor ogen als ze haar voorwoord schrijft. Kortom, uit opdracht en voorwoord blijkt de affiniteit die de schrijfster voelt met Röders geschilderde werk. Het ligt dus voor de hand dat Van Calcars opvattingen over kunst in het algemeen, en literatuur in het bijzonder, ook in gesprekken met Röder vorm krijgen.
Jacht
Ook al ziet Van Calcar vooral overeenkomsten met Röders genretaferelen, ze noemt haar bovenal een bloemschilderes. Het bloemstilleven is dan ook een genre waaraan Röder zich haar leven lang zal wijden. Verschillende inzendingen aan tentoonstelling zijn stukken met bloemen, al dan niet met vruchten. Meer dan dat staat in de tentoonstellingscatalogi meestal niet vermeld. Heel soms wordt het thema ietwat specifieker aangeduid met titels als ‘rozen’, ‘azaleas’ of ‘voorjaarsbloemen’. Omdat de werken zo summier omschreven worden, is de koppeling met bestaand werk meestal niet mogelijk.
Naast bloemen en genrestukken wijdt Röder zich aan jachtstillevens waarvan een voorbeeld hangt op een Rotterdamse tentoonstelling in 1852. In de bijbehorende catalogus is dit doek slechts beschreven als “Dood Wild en Vruchten” (nr. 258). Toch staat met enige zekerheid vast dat het hier gaat om een doek dat in 2019 van eigenaar wisselde (cat. 1). Op het schilderij hangt een geschoten fazant aan een boom te versterven. Onder de fazant aan de voet van de boom liggen vruchten in een mand uitgestald. Röder signeert en dateert deze voorstelling 1852 wat overeenkomt met het jaar van de expositie.
Dit doek valt kennelijk in de smaak, want de organisatie koopt het aan voor de verloting volgens Nieuwe Rotterdamsche courant (10 juli 1852).
Stofuitdrukking
Daarnaast schildert Röder geregeld voorstellingen van groenten en fruit in allerlei combinaties, zoals een schilderij van een pompoen en druiven op een tafel (cat. 12). Röders stofuitdrukking kan niet anders dan bewondering opwekken. Met stofuitdrukking bedoel ik de manier waarop Röder het structuur en de sfeer van de verschillende objecten overtuigend in verf weet neer te zetten. De druiven, perziken en de pompoen hebben ieder hun eigen karakteristieke structuur: de druiven zijn mat en glanzend, perziken dof en zacht, pompoenen ruw. Het is allemaal overtuigend geschilderd.
In thematiek en compositie vertoont dit stilleven opvallende overeenkomsten met een doek van Gerardine van de Sande Bakhuyzen (1826-1895), ook al is het stilleven van Van de Sande Bakhuyzen impressionistisch en de toets losser.
De twee schilderessen zijn dan ook bekenden van elkaar. Beide zijn nota bene lid van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. Als het bestuur Röder in 1867 benoemt tot lid van verdienste, valt deze eer tegelijkertijd Gerardine van de Sande Bakhuyzen ten deel, volgens Middelburgsche courant (27 augustus 1867).
Adem der levende natuur
Röders werk wordt doorgaans positief ontvangen in de pers. Al in 1850 noemt een recensent van Rotterdamsche courant de “bevallige en voortreffelijke bloem- en fruitstukken van onze verdienstelijke stadgenooten mev. F.L. Martin-Schot … en E.A.C. Röder”. Een anonieme recensent van de Rotterdamsche courant (21 mei 1860) is vooral te spreken over de stijl waarin Röder schildert die niet gedetailleerd is, maar wel “krachtig en waar van kleur”. Daardoor is haar stilleven:
welligt minder geschikt om door een loup te worden bekeken, maar dat is eene getrouwe vertolking van het juiste karakter harer [sic: de natuur] vormen, een gelukkige greep in dat gebied, waar kleuren, kontrasten, zamensmeltingen, schittering, gloed en kracht zich in overrijkdom aanbieden.
– Rotterdamsche courant (21 mei 1860), p. 2 via Delpher
De lovende bewoordingen betreffen een doek met de titel Bloemen en vruchten dat hangt op de Rotterdamse tentoonstelling in 1860. De stijl treft de “adem der levende bezielde natuur” op een manier die de kijker meer biedt dan een daguerreotype, zo prijst de recensent, al kan deze niet nalaten om ook een puntje van kritiek te leveren. Hoewel het doek “met conscientie geschilderd” is, had deze toch liever een “minder verwachtigen fond” achter de bloemen en vruchten willen zien.
Omdat Röder en Van de Sande Bakhuyzen op dezelfde tentoonstelling hun werk tonen – waarin zij ook nog eens dezelfde thema’s aansnijden – ligt de vergelijking tussen beide voor de hand. Hun werk heeft dezelfde verdiensten, schrijft de recensent in Rotterdamsche courant (21 mei 1860). Röder bereikt meer “bij een brillant en natuurlijk koloriet”, Van de Sande Bakhuyzen is onovertroffen “wat breedheid van schildering, kracht van toets betreft”.
Rustiek stilleven
Veel succes heeft Röder met een doek dat met de titel Hoekje in de schuur voor het eerst te zien is op de stedelijke tentoonstelling van Rotterdam in 1867. Het jaar erop hangt het met de enigszins ingekorte titel In de schuur op een Amsterdamse tentoonstelling. Het doek kan brede goedkeuring wegdragen. Kunstcriticus Gerrit Broens schrijft onder diens pseudoniem Hagiosimandre over Hoekje in de schuur:
Mevr. E.H.C. Röder [sic] maak ik nederig mijn compliment voor haar uitmuntend werk. [11]
Een recensent in Kunstkronijk schrijft dat Röders doek met het werk van andere schilderessen kan wedijveren.
Waarschijnlijk bespreken zij het doek dat recent enkele malen van eigenaar wisselde (cat. 2). Deze schrijft namelijk dat Röder met Hoekje in de schuur
een rustiek stilleven schilderde, met eene breedheid en kloekheid waarvoor ik respect heb. Let eens op die druiven en op die turksche tarwe [c.q. mais], als gij er weêr voorkomt.
– ‘De Amsterdamsche tentoonstelling van 1868’, Kunstkronijk n.s. jg. 10 (1868), p. 93 via Google Books.
De beschrijving lijkt te wijzen op het recent geveilde schilderij. Druiven in de manden en de mais spelen een prominente rol op dit doek dat Röder signeert en dateert in 1864.
Antieke voorwerpen
Behalve druiven en mais is op het doek Hoekje in de schuur een schenkkan te zien, zoals Röder verschillende in haar bezit heeft. Een aantal is te zien in de kunstzalen van Arti et Amicitiae in 1858. [12] Dan zijn objecten te zien uit stedelijke collecties, maar ook uit particulier bezit. Behalve verschillende leden van het koninklijk huis geven ook kunstenaars, onder wie schilders zoals Nicolaas Pieneman, Charles Rochussen, Reinier Craeyvanger en eerder genoemde Jan Hendrik van de Laar, voorwerpen in bruikleen. Ook Röder leent diverse voorwerpen, waaronder een Jacoba-kan (nr. 422), een grijs geribde kan (nr. 426) en een schenkkan van wit porselein (nr. 547).
Deze collectie gebruikt de schilderes om haar geschilderde voorstellingen aan te kleden, zoals andere kunstenaars doen. Daarom zien we deze objecten verschijnen op haar schilderijen, zoals in Hoekje in de schuur (cat. 2) en op een stilleven met een wit-blauw geglazuurde schenkkan (cat. 11). Op de laatste is overigens ook een schaal te zien die mogelijk identiek is aan het tinnen presenteerblad dat Röder ook voor de tentoonstelling in 1858 uitleent (nr. 1302).
In 1865 geeft Röder nog steeds les aan de academie volgens een advertentie in Rotterdamsche courant (26 januari 1865). Pas in 1869 wordt haar ontslag verleend. [13] Op basis van gedateerde schilderijen (cat. 3) kunnen we concluderen dat ze blijft schilderen, al exposeert ze na 1869 niet veel meer, met uitzondering van 1875 en 1876. Elselina Röder overlijdt op 25 juli 1900 op 80-jarige leeftijd in het “Huis aan de Hang” in Rotterdam, volgens de overlijdensakte “zonder beroep”. [14]
Emancipatie
Als we de teneur van het krantenbericht volgen dat het bestuur van de Rotterdamse academie in 1852 laat plaatsen, lijkt Röder slechts zijdelings een rol te spelen in de totstandkoming van het besluit om tekenonderwijs voor vrouwen te faciliteren. Haar rol is echter een belangrijke, al is het maar in het aanzwengelen van de discussie over onderwijs aan vrouwen bij het bestuur. Daarnaast geeft ze het tekenonderwijs daadwerkelijk. Met andere woorden, ze geeft het tekenonderwijs dus ook vorm. Ten slotte verzekert Röder dat het tekenonderwijs lange tijd aangeboden blijft, want ze is als docente aan de academie actief van 12 juni 1852 tot 1 juli 1869, maar liefst 17 jaar.
Werk
Het werk van Elselina Angenita Cornelia Röder duikt met enige regelmaat op tijdens veilingen. Veel bevindt zich dan ook in particuliere collecties. Het enige werk dat zich in een museale collectie bevindt is het stilleven in Franeker (cat. 13). Verder valt op dat de formaten uiteenlopen van kleine werkjes tot doeken van bijna een meter hoog. Bovendien signeert Röder veel maar ze dateert slechts enkele van haar schilderijen (cat. 1, 2 en 3). Deze laatste zijn daardoor te koppelen aan tentoonstellingen.
Schilderijen
Na de schilderijen volgen nog een aquarel en een tekening van Röders hand.
1852
1. Jachtstilleven met dode fazant en fruit in een bos, olie op doek, 99 x 70 cm.
Herkomst: Duiven, BVA Auctions, veiling 25 november-2 december 2019, lot 394; tent. Rotterdam 1852, nr. 258 (daar verkocht).
Bron: lot-art
1864
2. Oogststilleven met druiven en maiskolven (Hoekje in de schuur), gesigneerd en gedateerd ‘E.A.C. Röder 1864’ (rechtsonder), olie op doek , 88,3 x 113,7 cm.
Herkomst: Londen (South Kensington), Christie’s, veiling 7367: Continental Pictures of the 19th and 20th Centuries, 10 oktober 1996, lot 31; Londen, Sotheby’s, veiling 13 maart 1996, nr. 207; Wenen, Dorotheum, veiling Ölgemälde und Aquarelle des 19. Jahrhunderts, 21 november 1991, lot 35 (gesigneerd 1862); Den Haag, Venduehuis, Pulchri Studio, veiling 24 april 1991, lot 162; tent. Amsterdam 1868, nr. 444; tent. Rotterdam 1867, nr. 341.
Bron: RKD Images, Christie’s past lot archive en artnet
1874
3. Terug van de markt, gemonogrammeerd en gedateerd 187[4] (linksonder), olieverf op papier (maroufle), 60 x 44 cm.
Herkomst: Leiden, Onder de Boompjes, veiling 19 maart 2021, lot 101.
Bron: Invaluable
Ongedateerd
4. Stilleven met urn, kamperfoelie en vruchten waaronder druiven, op een natuurstenen plint, gesigneerd ‘E.A.C. Röder’ (rechtsonder op de plint), olie op doek, 77,5 x 64,5 cm.
Bron: RKD Images
5. Vaas met rozen op een tafeltje, gesigneerd ‘E.A.C. Röder’ (linksonder), olie op paneel, 89,5 x 59,5 cm.
Herkomst: Amsterdam, Sotheby’s, veiling Silver – Jewellery – Watches – Ceramics – Furniture – Clocks – Prints, 11 april 2000, lot 1050.
Bron: artprice
6. Reliëfvaas met rozen, tulpen en clematis, gesigneerd (linksonder), olie op doek, 42 x 33,5 cm
Herkomst: München, Neumeister, veiling 24 oktober 2001, lot 754; Keulen, Von Ham Kunstauktionen, veiling Alte Kunst, 27 maart 1999, lot 1824.
Bron: artnet en artprice
7. Rozen, gesigneerd ‘E.A.C.’ Röder (rechtsonder), olie op paneel, 34,5 x 29 cm.
Herkomst: onbekend.
Bron: RKD Images Lite (wellicht dezelfde als artnet: bloemstilleven, veiling 21 oktober 1994, met identieke afmetingen)
8. Bloemen op een marmeren plint, gesigneerd (linksonder), olie op paneel, 38,1 x 17,9 cm.
Herkomst: Elgin, IL, Dunning’s, veiling Fine Art, 7 oktober 1991, lot 196.
Bron: artprice
9. Vrouw in een keuken, gesigneerd ‘E. Röder’ (linksonder in rood), olie op doek, 30 x 20 cm.
Herkomst: Freehold, NY, Carlsen Auction Gallery, Spring Antiques Auction, 14 april 2019, lot 271; Thomaston, ME, Thomaston Place Auction Gallery, veiling 26 augustus 2017, lot 792.
Bron: Invaluable en artnet
11. Stilleven met ananas, druiven en aardewerken kan op een natuurstenen plint met een gedrapeerd kleed, gesigneerd, olie op doek, 68 x 76 cm.
Herkomst: Nederland, veiling 28 maart 2021, lot 46464867.
Bron: lot-art
12. Stilleven met pompoen en ander fruit op een kleed, resten van signatuur (rechtsonder), olie op doek, 60 x 76 cm.
Herkomst: Bonn, Von Zengen Kunstauktionen, veiling Big Jubilee Sale: 50 Jahre Von Zengen Kunstauktionen, 3 september 2022, lot 1480.
Bron: Von Zengen Kunstauktionen past auctions en lot-art
13. Stilleven met rozen en fruit in en rond een schaal op een natuurstenen plint, olie op doek. 59,5 x 71,5 cm.
Collectie: Franeker, Museum ’t Coopmanshûs.
Bron: Klarenbeek 2012, p. 53.
14. Tulpen, pioenrozen, winde en viooltjes op een marmeren plint, gesigneerd (linksonder), olie op paneel, 41,3 x 61,5 cm.
Herkomst: New York, NY, Christie’s, veiling 19th Century Paintings, Drawings and Watercolors, 25 oktober 1988, lot 226.
Bron: artprice
15. Stilleven met gehalveerde pompoen en druiven, gesigneerd, olie op doek, 42 x 49 cm.
Herkomst: Dordrecht, A. Mak, veiling 18 december 1979, lot 214.
Bron: RKD Images Lite
16. Rozen, gesigneerd ‘E.A.C. Röder’ (linksonder), olie op doek op paneel, 32 x 40 cm.
Herkomst: Amsterdam, Sotheby’s, The Spring Painting Sale, 23 maart 1998, lot 55; Kunsthandel Pieter A. Scheen.
Bron: RKD Images Lite en artprice
17. Irissen op een marmeren plint, gesigneerd ‘… E.A.C. Röder’ (rechtsonder), olie op paneel, 26 x 34,5 cm.
Herkomst: Londen, Christie’s, veiling 19th Century Continental Pictures and Watercolours, 4 oktober 1991, lot 75.
Bron: RKD Images Lite en artprice
18. Rode en witte lelies en vergeet-me-nietjes, gesigneerd (rechtsonder), olie op paneel, 25 x 33,5 cm.
Herkomst: Den Haag, Venduehuis, Pulchri Studio, veiling 24 april 1991, lot 161.
Bron: artprice
19. Bloemen en schaal met fruit, gesigneerd ‘E.A.C. Röder’ (rechtsonder), olie op paneel, 19 x 24 cm.
Herkomst: Amersfoort, BVA Auctions, veiling David Hessels Art & Antiques, 6 juni 2022, lot 25.
Bron: artprice
Tekeningen en aquarellen
20. Bloemen, gesigneerd (rechtsonder), aquarel op papier, 30 x 22 cm.
Herkomst: Den Haag, Venduehuis, Algemene Kunst- en Antiekveiling, 22 maart 2000, lot 437.
Bron: artprice
21. Vrouw en kind knielend voor een kruis op een rots (in een passe-partout met reliëfdruk), aquarel op papier, gesigneerd ‘E.A.C. Roder’ (rechtsonder), afmetingen onbekend.
Herkomst: Den Haag, Van Stockum, veiling 7-9 juni 2006, lot 1212.
Bron: RKD Images
Tentoonstellingen
Hier volgt een overzicht van de groepstentoonstellingen waaraan Röder deelneemt. Hiervoor heb ik uitputtend gebruik gemaakt van Delpher en vooral van de gedigitaliseerde tentoonstellingscatalogi van het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Rotterdam 1844: Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende Meesters
- “Een bloemstuk, teekening in sapverw, naar eene schilderij van van Leen” (nr. 252)
_ 1848: Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende Meesters
- “Een stil leven” (nr. 186)
Den Haag 1849: Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende meesters
- “Dood wild met bijwerk” (nr. 478)
- “Vruchten en dood wild” (nr. 479)
Amsterdam 1852: Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars
- Een stil leven (nr. 386)
Rotterdam 1850: Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende Meesters [recensie in Rotterdamsche courant (18 mei 1850), p. 2 via Delpher]
- “Een fruitstuk” (nr. 281)
Den Haag 1851: Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende meesters
- “Vruchten met dood wild” (nr. 416)
Groningen 1852: Tentoonstelling
- “Eenige vruchten” (nr. 167)
Rotterdam 1852 : Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken
- “Dood Wild en Vruchten” (nr. 258) [aangekocht voor de verloting volgens Nieuwe Rotterdamsche courant (10 juli 1852), p. 4 via Delpher]
- “Dito” (nr. 259)
Den Haag 1853: Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende meesters
- “Een stil leven” (nr. 403)
- “Vruchten” (nr. 404)
Rotterdam 1854: Tentoonstelling
- “Fruit” (nr. 224)
- “Dito” (nr. 225)
’s-Hertogenbosch 1854: Tentoonstelling van schilder- en andere werken, van levende kunstenaars
- “Vruchten” (nr. 229)
Parijs 1855: [volgens Klarenbeek 2012, p. 210, n. 152].
Leeuwarden 1855: Tweede tentoonstelling van schilderijen, teekeningen, enz. van levende Nederlandsche meesters
- “Vruchten” (nr. 245)
Zwolle 1855: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken van levende meesters
- “Bloemstuk” (nr. 174)
Rotterdam 1856: Tentoonstelling
- “Vruchten” (nr. 279)
- “Grafbloemen” (nr. 280) [aangekocht voor de verloting door Kunstkronijk volgens Algemeen Handelsblad (15 december 1856), p. 2 via Delpher; uitslag in Nieuwsblad voor den boekhandel 24, nr. 9 (1857) via Delpher]
Groningen 1856: Tentoonstelling
- “Een bloemstukje” (nr. 207)
Den Haag 1857: Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende meesters
- “Dood wild en vruchten” (nr. 501)
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1857: Tentoonstelling van schilder- en andere kunstwerken van levende meesters
- “Dood wild en vruchten” (nr. 152)
Rotterdam 1858: Tentoonstelling
- “Dood wild en vruchten” (nr. 269)
- “Bloemen” (nr. 270) [aangekocht voor de verloting volgens Nieuwe Rotterdamsche courant (20 juli 1858), p. 3. via Delpher]
Groningen 1858: Tentoonstelling
- “Vruchten” (nr. 229)
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1858: Tentoonstelling van schilder- en andere kunstwerken van levende meesters
- “Bloemen” (nr. 140)
- “Vruchten” (nr. 141)
Rotterdam 1860: Tentoonstelling [recensie in Rotterdamsche courant (21 mei 1860), p. 1 via Delpher]
- “Bloemen en vruchten” (nr. 248)
Amsterdam 1862: Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars
- “Bloemen” (nr. 397)
Rotterdam 1862: Tentoonstelling
- “Bloemen en vruchten” (nr. 342)
- “Azalia’s” (nr. 343)
- “Bloemen” (nr. 344) [aangekocht voor de verloting volgens Nieuwe Rotterdamsche courant (28 juni 1862), p. 3 via Delpher]
Den Haag 1863: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters
- “Vruchten en dood wild” (nr. 404)
- “Octoberrozen” (nr. 405)
Leeuwarden 1863: Vierde tentoonstelling van schilderijen, teekeningen, enz. van levende Nederlandsche meesters
- “Bloemen” (nr. 204)
Rotterdam 1864: Tentoonstelling
- “Vruchten en dood wild” (nr. 401)
- “October-rozen” (nr. 402) [een van beide verkocht volgens Middelburgsche courant (23 juni 1864), p. 1 via Krantenbank Zeeland]
Zutphen 1864: Tentoonstelling van schilderijen van levende meesters
- “Druiven” (nr. 114)
- “Rozen” (nr 115)
Amsterdam 1865: Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars
- “Rozen” (nr. 424)
- “Druiven” (nr. 425)
- “Vruchten” (nr. 426)
_ Paleis voor Volksvlijt, 1865: Algemeene tentoonstelling van voortbrengselen van tuinbouw, 7 tot 12 april
- “Een zestal met waterverf gekleurde afbeeldingen van vruchten en bloemen, als
- Eene tak Begonia
- _ _ Amaryllis
- _ _ Datura
- _ _ Kweepeeren
- _ _ Pruimen” (nr. 46)
Rotterdam 1867: Tentoonstelling [recensie in Rotterdamsche courant (27 februari 1867), p. 3 via Delpher
- “Een hoekje in de schuur” (nr. 341)
- “Voorjaarsbloemen” (nr. 342)
Groningen 1868: tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters
- “Vruchten” (nr. 173)
Amsterdam 1868: Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars [recensie in Kunstkronijk n.s. jg. 10 (1869), p. 93 via Google Books]
- “In de schuur” (nr. 444)
Den Haag 1869: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters
- “De deserteur” (nr. 294)
_ 1875: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters
- “Witte rozen” (nr. 338)
Rotterdam 1876: Tentoonstelling
- “Bloemen”(nr. 440)
Literatuur
Eerst staan hier de tentoonstellingscatalogi genoemd op basis waarvan ik het tentoonstellingsoverzicht van Röder heb samengesteld. Daarna volgt de overige literatuur waarvan ik gebruik heb gemaakt bij het samenstellen van de levensbeschrijving.
Catalogi
- Cat. Amsterdam 1852. Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars te Amsterdam, in den jare 1852 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 28. [RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1862. Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars te Amsterdam, in den jare 1862 (Amsterdam: Stads-Drukkerij in de Nes), p. 29. [RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1865. Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars re Amsterdam, in den jare 1865 (Amsterdam: Stads-Drukkerij, in de Nes), p. 31 [RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1868. Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars, te Amsterdam, in den jare 1868 (Amsterdam: Stads-Drukkerij in de Nes), p. 29. [RKD Library: PDF]
- Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1857. Tentoonstelling van schilder- en andere kunstwerken van levende meesters, in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae ten behoeve van het Weduwen- en Weezenfonds (Amsterdam: Erven H. van Munster & zoon), p. 13. [RKD Library]
- Cat. Amsterdam, Paleis voor Volksvlijt, 1865. Algemeene tentoonstelling van voortbrengselen van tuinbouw onder bescherming van H.M. de Koningin, 7-12 april 1865, In het Paleis van Volksvlijt. Amsterdam (Leiden: A.W. Sijthoff) p. 44. [Google Books]
- Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1858. Tentoonstelling van schilder- en andere kunstwerken van levende meesters, in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae ten behoeve van het Weduwen- en Weezenfonds (Amsterdam: Erven H. van Munster & zoon), p. 13. [RKD Library]
- Cat. Den Haag 1849. Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende meesters te ’s Gravenhage in 1849 (Den Haag: H.S.J. de Groot), p. 32. [RKD Library en Google Books]
- Cat. Den Haag 1851. Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende meesters te ’s Gravenhage in 1851 (Den Haag: H.S.J. de Groot), p. 29. [RKD Library]
- Cat. Den Haag 1853. Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende meesters, ’s Gravenhage 1853 (Den Haag: H.S.J. de Groot), p. 40. [RKD Library]
- Cat. Den Haag 1857. Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende meesters, ’s Gravenhage 1857 (Den Haag: H.S.J. de Groot), p. 47. [RKD Library]
- Cat. Den Haag 1863. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, ’s Gravenhage 1863 (Den Haag: J. van Weerden), p. 46. [RKD Library]
- Cat. Den Haag 1869. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, ’s Gravenhage 1869 (Den Haag: W. Carpentier), p. 35. [RKD Library en Google books]
- Cat. Den Haag 1875. Lijst van kunstwerken van levende meesters, ’s Gravenhage, 1875 (Den Haag: W. Carpentier), p. 34. [RKD Library]
- Cat. Groningen 1852. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap ter aanmoediging en bevordering van teeken- en schilderkunst, onder den naam: Pictura, te Groningen (Groningen: erven C.M. van Bolhuis Hoitsema), p. 18. [RKD Library en Google Books]
- Cat. Groningen 1856. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap ter aanmoediging en bevordering van teeken- en schilderkunst, onder den naam Pictura, te Groningen (Groningen: Erven C.M. van Bolhuis Hoitsema), p. 25. [RKD Library]
- Cat. Groningen 1858. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap ter aanmoediging en bevordering van teeken- en schilderkunst, onder den naam Pictura, te Groningen (Groningen: P.W. van Heijningen Bosch), p. 26. [RKD Library]
- Cat. Groningen 1868. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap … Pictura te Groningen (Groningen: Van Heijningen Bosch & Comp)p. 23. [RKD Libraryen Google Books]
- Cat. ’s-Hertogenbosch 1854. Tentoonstelling van schilder- en andere werken, van levende kunstenaars te ’s Hertogenbosch, in den jare 1854 (’s-Hertogenbosch: J.E. de Melinne), p. 19. [RKD Library
- Cat. Leeuwarden 1855. Tweede tentoonstelling van schilderijen, teekeningen, enz. van levende Nederlandsche meesters, gehouden te Leeuwarden, door de maatschappij ter bevordering van teeken- en schilderkunst in Friesland (Leeuwarden: G.T.N. Suringar), p. 25. [RKD Library en Google Books]
- Cat. Leeuwarden 1863. Vierde tentoonstelling van schilderijen, teekeningen, enz. van levende Nederlandsche meesters, gehouden te Leeuwarden, door de maatschappij ter bevordering van teeken- en schilderkunst in Friesland (Leeuwarden: W. Eekhoff), p. 25. [RKD Library en Google Books]
- Cat. Rotterdam 1844. Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende Meesters, te Rotterdam voor den Jare 1844 ([Rotterdam]), p. 11. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1848. Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende Meesters, te Rotterdam voor den Jare 1846 ([Rotterdam]), p. 12. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1850. Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van levende Meesters, te Rotterdam voor den Jare 1850 ([Rotterdam]), p. 15. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1852. Tentoonstelling van schilder- en kunstwerken te Rotterdam, voor den jare 1852 ([Rotterdam]), p. 15. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1854. Catalogus der schilder- en kunstwerken op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1854 ([Rotterdam]), p. 17. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1856. Catalogus der schilder- en kunstwerken op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1856 ([Rotterdam]), p. 20. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1858. Catalogus der schilder- en kunstwerken op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1858 ([Rotterdam]). [RKD library]
- Cat. Rotterdam 1860. Catalogus der schilder- en kunstwerken op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1860 ([Rotterdam]), p. 18. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1862. Catalogus der schilder- en kunstwerken op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1862 ([Rotterdam]), p. 27. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1864. Catalogus der schilder- en kunstwerken op de eerste driejarige tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1864 ([Rotterdam]), p. 30. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1867. Catalogus der schilder- en kunstwerken op de eerste driejarige tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1867 ([Rotterdam]), p. 25. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1876. Catalogus der schilder- en kunstwerken, op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1876 ([Rotterdam]), p. 39. [RKD Library en Google Books]
- Cat. Zutphen 1864. Tentoonstelling van schilderijen van levende meesters, te Zutphen, 1864 (Zutphen: P.B. Plantenga), p. 9. [RKD Library]
- Cat. Zwolle 1855. Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken van levende meesters van wege de Vereeniging Rembrandt te Zwolle, 1855 (Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink), p. 20. [RKD Library]
Overig
- Tentoonstelling schilderijen enz. ’s Gravenhage 1863. Verslag en wegwijzer, inhoudende een Gids om dadelijk de Nummers te vinden, welke men verlangt te beschouwen, vooral de meest uitmuntende (Leiden: J.J. Groen, 1863). [RKD Library]
- Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars te Amsterdam 1868 beschouwd door Hagiosimandre (Amsterdam: Jan D. Brouwer, 1868). [RKD Library]
- Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950, herziene ed. (Den Haag: Scheen, 1981), p. 432.
- Norbert Hostyn en Willem Rappard, Dictionaire van Belgische en Hollandse bloemenschilders geboren tussen 1750 en 1880 (Knokke-Zoute: Berko, 1995), p. 327.
- Hanna Klarenbeek, Penseelprinsessen & broodschilderessen. Vrouwen in de beeldende kunst 1808-1913 (Bussum: Thott, 2012).
- Gesina Annette Faber, ‘Elise van Calcar (1822-1904) Een gedreven en begeesterd leven’, dissertatie Radboud Universiteit Nijmegen, 2022. [Radboud Repository]
Ik schrijf vaak en graag over 19de-eeuwse kunstenaressen. Zo verdiepte ik me bijvoorbeeld in Anna Joanna van Stolk en Frederika Wikham (die zich ook een tijd Hakbijl noemt) die net als Röder vooral in Rotterdam wonen en werken,. Daarnaast schreef ik over de vrouwen in de Rotterdamse kunstenaarsfamilie Van Nijmegen.
Noten
[1] Stadsarchief Rotterdam, BS Geboorte Burgerlijke Stand Rotterdam, geboorteakten, Rotterdam, archief 999-01, inv.nr. 1820A, 1820, aktenr. 1820.401, f. a083 [Stadsarchief Rotterdam].
[2] Voor de geboorteaktes van 1) Cornelia, zie Stadsarchief Rotterdam, BS Geboorte Burgerlijke Stand Rotterdam, geboorteakten, Rotterdam, archief 999-01, inv.nr. 1821B, 1821, aktenr. 1821.1592, f. b075 [Stadsarchief Rotterdam]; 2) Johan George, zie id., inv.nr. 1823A, 1823, aktenr. 1823.341, f. a 070 [Stadsarchief Rotterdam]; 3) Henriëtta Suzanna, zie id., inv.nr. 1824B, 1824, aktenr. 1824.2446, f. b227 [Stadsarchief Rotterdam]; 4) Christina Wilhelmina, zie Erfgoed Leiden en omstreken, BS Geboorte Stadsarchief van Leiden (Stadsbestuur (SA III) (1816-1929), Deel: 4688, Periode: 1827, Leiden, archief 0516, inv.nr. 4688, 1 januari 1827, Geboorteakten 1827, aktenr. 5 [Erfgoed Leiden]; 5) Elisabeth, zie Stadsarchief Rotterdam, BS Geboorte, Burgerlijke Stand Rotterdam, geboorteakten, Rotterdam, archief 999-01, inv.nr. 1828B, 1828, aktenr. 1828.1952, f. b078 [Stadsarchief Rotterdam].
[3] Voor de overlijdensakten van Christina Wilhelmina, Johan George en Elisabeth, zie respectievelijk Stadsarchief Rotterdam, BS Overlijden Burgerlijke Stand Rotterdam, overlijdensakten, Rotterdam, archief 999-09, aktenr. 1828.1199, f. a201v [Stadsarchief Rotterdam]; id., aktenr. 1829.1664, f. b031 [Stadsarchief Rotterdam]; id., aktenr. 1830.257, f. a044v [Stadsarchief Rotterdam].
[4] Voor de geboorteakte van Johan George in 1831, zie Stadsarchief Rotterdam, BS Geboorte
Burgerlijke Stand Rotterdam, geboorteakten, Rotterdam, archief 999-01, inv.nr. 1831B, 1831, aktenr. 1831.1488, f. b003v [Stadsarchief Rotterdam].
[5] Stadsarchief Rotterdam, BS Overlijden Burgerlijke Stand Rotterdam, overlijdensakten, Rotterdam, archief 999-09, inv.nr. 1847A, 1847, aktenr. 1847.466, f. a121 [Stadsarchief Rotterdam].
[6] Stadsarchief Rotterdam, Bevolkingsregister Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking, archief 494-03, inv.nr. 178, 1860, Bevolkingsregister, Wijk 8, adresnr. 98-177, 1860-1880, aktenr. 134 [Stadsarchief Rotterdam].
[7] Klarenbeek 2012, p. 43.
[8] Klarenbeek 2012, p. 51.
[9] Faber 2022, p. 122.
[10] Anoniem in Tentoonstelling schilderijen enz. (Den Haag 1863) [RKD Library].
[11] Hagiosimandre [= Gerrit Broens], Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars te Amsterdam in 1868 (Amsterdam: Jan D. Brouwer, 1868), p. 37 [RKD Library].
[12] Catalogus van voorwerpen uit vroegeren tijd, tentoongesteld in het gebouw der maatschappij: Arti et Amicitiae, ten behoeve van het weduwen- en weezenfonds. April en Mei 1858 (Amsterdam: H. van Munster & Zoon, 1858 [tweede druk]), nrs. 422, 427, 547, 1302 en 1411 [Google Books]. In 1863 levert Röder bovendien een bruikleen van een “groote ivoren, fraai besneden kruidhoorn” voor een tentoonstelling van oudheden in Delft. Zie Catalogus der tentoonstelling van voor Nederland belangrijke oudheden en merkwaardigheden, in de provincie Zuid-Holland voorhanden, of met betrekking tot die provincie elders bewaard, gehouden te Delft, Julij-Augustus 1863 (Delft: J.H. Molenbroek, 1863), p. 165, nr. 3974 [Google Books].
[13] Verslag van den toestand der gemeente Rotterdam over het jaar 1869, door Burgemeester en Wethouders, ter voldoening aan art. 182 der Gemeentewet uitgebragt aan den Gemeenteraad, in zijne vergadering van den 11 April 1870 (Rotterdam: wed. P. van Waesberge & Zoon, 1870), p. 101 [Google Books].
[14] Stadsarchief Rotterdam, BS Overlijden Burgerlijke Stand Rotterdam, overlijdensakten, Rotterdam, archief 999-09, inv.nr. 1900E, 1900, aktenr. 1900.3831, f. e003 [Stadsarchief Rotterdam].