Middeleeuwen via boeken

De tentoonstelling Zien & Geloven in Rijksmuseum Twenthe draait om religieuze ervaring en zintuigelijke beleving in de late middeleeuwen. De expositie gaat ook over boeken, want die zijn daar alomtegenwoordig. In iedere zaal ligt er een aantal, zowel fysieke boeken als afbeeldingen ervan, op bijvoorbeeld schilderijen en beelden. En iedereen weet: als je iemands boekenkast bestudeert, leer je de eigenaar een beetje beter kennen. Via boeken verschaft Zien & Geloven zich dus toegang tot de late middeleeuwen via boeken, maar het gaat niet louter over mooi uitgevoerde exemplaren. Het draait vooral om aanraken en voelen, en om de sporen die boekeigenaars al doende achterlieten.

Gebruiksvoorwerpen

In de late middeleeuwen behoorden boeken met religieuze teksten tot de meeste kostbare bezittingen van hun eigenaars. Uiteraard lieten de allerrijksten dure en luxe boeken vervaardigen, vooral als statussymbolen. Die dure boeken horen nu tot de pronkstukken van musea en bibliotheken. Ze zien er vaak uit alsof ze pas gisteren zijn gemaakt. Anders gezegd, ze zien eruit alsof ze zelden zijn aangeraakt.

Foto van een houten beeld dat op de tentoonstelling Zien en Geloven te zien is. Het toont Anna, met Maria naast zich. Die heeft Christuskind op schoot. Deze bladert door een boek dat Anna voor zich op schoot heeft.
Beeld van de tentoonstelling ‘Zien & Geloven. ZIntuigelijke ervaring in de late middeleeuwen’ in Rijksmuseum Twenthe, t/m 4 mei 2025. Bron: auteur

De meeste religieuze boeken waren echter gebruiksvoorwerpen. Het waren voorwerpen die men dagelijks ter hand nam. Dat het om gebruiksvoorwerpen gaat, wil echter niet zeggen dat ze indertijd minder werden gekoesterd. Integendeel, het waren instrumenten die de eigenaar hielpen om contact te leggen met het goddelijke, via hun inhoud, de teksten en afbeeldingen, en via het object zelf. Dat wil zeggen, het fysieke object. Door het boek aan te raken en te koesteren, kon men god ook naderbij komen, zo blijkt uit de tentoonstelling Zien & Geloven.

Veranderende boeken

Boeken waren bovendien hoogst individueel en het gebruik ervan varieerde per persoon. Men las onderdelen die bijvoorbeeld aansloten bij de tijd van de dag of het jaar, of bij ontwikkelingen en veranderingen in het leven van de eigenaar. Zelfs als de teksten en afbeeldingen redelijk standaard waren, en weinig persoonlijk, konden eigenaars hun boek individualiseren. Anders gezegd, eigenaars pasten hun boeken aan, niet eenmalig, maar voortdurend. Immers, wensen veranderden met de voortgang van het leven. Mensen hadden behoeften aan nieuwe gebeden als ze trouwden of het klooster intraden, als ze kinderen kregen of als de dood naderde.

Als het boek vervolgens overging op een nieuwe eigenaar, bijvoorbeeld een zoon of dochter, werd het boek opnieuw onder handen genomen. Nieuw eigenaars schreven dan aanvullende gebeden op lege pagina’s, plakten briefjes met teksten of tekeningen in of voegden afbeeldingen toe. Anders gezegd, boeken veranderden met hun eigenaren mee.

Pelgrimsinsignes

Op een blanco pagina in een getijdenboek zijn met draad 23 insignes bevestigd, afkomstig uit diverse bedevaartplaatsen, zoals Geraardsbergen, Aken en Saint-Claude in Bourgondië
Blanco pagina met 23 insignes erop genaaid, in het De La Chambre Getijdenboek. Den Haag, KB nationale bibliotheek, Ms 77 L 60, f. 98r. Bron: KB nationale bibliotheek

Soms brachten eigenaars zelfs kleine voorwerpen in hun boeken aan. De tentoonstelling Zien & Geloven ligt vol met voorbeelden, onder andere het getijdenboek van Claude de La Chambre. Deze boekeigenaar uit het Franse Bourgondië naaide kleine flinterdunne zilveren pelgrimsinsignes uit verschillende bedevaartsoorden op verschillende locaties in het boek.

Toen een latere eigenaar het boek in de 19de eeuw opnieuw liet inbinden, werden de insignes losgehaald en samen op de laatste pagina van het boek bevestigd. Daar zitten ze nu nog, als 23 persoonlijke trofeeën van de persoon die ze zo lang geleden verzamelde. Over dit bijzondere getijdenboek met zijn insignes schreef ik in mijn post ‘Een collectie insignes met een uniek verhaal’.

Op de tentoonstelling liggen meer middeleeuwse boeken waarin ooit religieuze insignes genaaid waren, maar die later weer zijn verwijderd. Slechts de sporen ervan zijn nog te zien: een afdruk van reliëf of minuscule naaigaatjes waardoorheen het touwtje was getrokken waarmee het insigne was vastgezet. Ze kwamen allemaal aan bod in mijn boek Silver Saints. Prayers and Badges in Late Medieval Books (Brepols 2021). Daarin spreek ik over dergelijke sporen als veelzeggende getuigen van de manieren waarop middeleeuwse eigenaars hun boek aanpasten, gebruikten en koesterden.

Intensief gebruik

Op een pagina in een getijdenboek wordt een gebed aangeheven tot de heilige Barbara. De eerste letter van het gebed is een O met daarin een voorstelling van Barbara. Ze is afgebeeld tot haar knieën, gekleed in een lang gewaad van oranje stof met daar overheen een paarse mantel. In haar handen heeft ze een palm als teken van haar martelaarschap. Achter haar staat een toren. Haar gezicht is echter zo veelvuldig aangeraakt dat het volledig vervaagd is.
Initiaal O met figuur van de heilige Barbara, te herkennen aan de toren, bij een gebed tot Barbara in een getijdenboek, ca 1500-1530. Nijmegen, Radboud Universiteit, Bijzondere Collecties, Hs 321. Bron: auteur

Ook is er op de tentoonstelling aandacht voor andere soorten van boekgebruik. Zo ligt er in de laatste zaal een rij met boeken met sporen die opnieuw aantonen hoe intens mensen hun geloof beleefden.

Een gebedenboek uit de bijzondere collecties van de Radboud Universiteit in Nijmegen is opengeslagen op een pagina met een gebed tot de heilige Barbara. De tekst begint met de hoofdletter O die tegelijkertijd fungeert als een omlijsting voor een afbeelding van Barbara. Ze is te herkennen aan de toren in de achtergrond waarin zij volgens de legende door haar vader was opgesloten. Van haar gezicht is echter niet veel meer over. Uit liefde voor de heilige raakte boekeigenaar haar gezicht zo vaak aan dat het uiteindelijk volledig is weggesleten.

Dergelijke sporen van intensief gebruik brengen de laatmiddeleeuwse boekeigenaar dichtbij, op een manier waarop de prachtigste middeleeuwse boeken dat nooit zouden kunnen. Via de boeken tonen de tentoonstellingsmakers dus dat religieuze beleving veel meer was dan kijken en lezen. Omgang met religieuze boeken was ook voelen en aanraken.

Tast is bovendien slechts één van de zintuigelijke ervaringen die de in de tentoonstelling aan bod komen. Er is namelijk ook aandacht voor andere zintuigen in de vorm van muziek, geuren en zelfs smaak.

Rekbaar

De ‘late middeleeuwen’ in de ondertitel van de expositie blijkt daarbij voor de tentoonstellingsmakers een rekbaar begrip. De tentoonstelling bevat namelijk ook verschillende objecten uit de 17de eeuw en zelfs 18de eeuw – de middeleeuwen ver voorbij – maar dat is geen kritiek. Integendeel, de tentoonstelling opent namelijk ook de ogen. Het laat zien hoe kleurrijk de middeleeuwen waren, hoe creatief en inventief, ook als het religie betrof. Het laat zien hoe mensen, in de late middeleeuwen en daarna, Bijbelverhalen en heiligen tot leven wisten te brengen, namelijk door alle zintuigen aan te spreken.

De tentoonstelling Zien & Geloven doet wat het belooft: het prikkelt de zintuigen, maar is bovenal een lust voor het oog.


De tentoonstelling ‘Zien & Geloven. Zintuigelijke ervaring in de late middeleeuwen’ is nog te zien t/m 4 mei, in Rijksmuseum Twenthe te Enschede.

Meer lezen over boekgebruik in de late middeleeuwen? Zie onder andere mijn blogposts ‘Intensieve toepassing’ en ‘Sporen in het perkament’.

Wil je meer weten over het laatmiddeleeuws gebruik om pelgrimsinsignes in boeken te naaien, zoals Claude de La Chambre deed? Zie dan bijvoorbeeld mijn artikelen ‘Pelgrimstekens in boeken’ of ‘Insignes in de Loftie Hours’.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top