Zijn kunstzuster

Tekenares en schilderes Sara Sartorius (1836-1913) behaalt successen met haar werk in binnen- en buitenland. Toch is er maar nauwelijks aandacht geweest voor deze productieve kunstenares. Er is bijvoorbeeld onduidelijkheid over haar opleiding tot schilderes voordat ze zich inschrijft aan de Amsterdamse Academie voor Beeldende Kunsten in 1871. Omdat ze in 1872 trouwt met schilder en tekenaar H.A.C. Dekker, suggereerde Pieter Scheen: “zeer waarschijnlijk heeft zij van hem ook kunstonderricht gehad.” Daar Scheens uitvoerige kunstenaarslexicon nog steeds als standaardwerk functioneert, blijft die aanname hangen, maar er valt wat op af te dingen: Sartorius is namelijk degene die haar man aanspoort om, net als zij, het penseel op te pakken. Journalist Pieter Anne Haaxman die een gedenkstuk schrijft na het overlijden van Dekker, noemt Sartorius dan ook niet Dekkers leerlinge, maar zijn kunstzuster. Het doet meer recht aan de relatie tussen beide.

In het tekenen

Maria Sara Johanna Sartorius (1836-1913) wordt geboren op 23 mei 1836 als dochter van Maria Sturk en apotheker George Frederik Sartorius junior. Het echtpaar trouwt in 1826 [1] en krijgt enkele kinderen. Voordat Sara wordt geboren, komen er al een jongen en twee meisjes ter wereld: Anna Catharina (geb. 1828), Johannes Christoffel (geb. 1833) en Johanna Margaretha (1834). Sara krijgt bovendien nog twee jongere broers: George Fredrik (1838) en Anne Hugo Ernst Pieter (1843). Haar oudere broer, Johannes Christoffel, overlijdt op 11 januari 1852 “op zee”, nog geen 19 jaar oud. [2]

In 1867 legt Sartorius examen af waarna zij een akte van bekwaamheid “In het teekenen” ontvangt. [3] Ze mag daarmee aan de slag als huisonderwijzeres. Ze is dan ook al bezig met exposeren. Eerst gaat het vooral om schilderijen, tekeningen en aquarellen naar werk van anderen. Op haar eerste tentoonstelling in 1865 exposeert ze enkele stillevens naar bekende bloemschilders als Rachel Ruysch, Georgius Jacobus Johannes van Os en Simon Saint-Jean.

Sara Sartorius, Zomerboeket in een glazen vaas op een stenen plint, naar Van Os, gesigneerd en gedateerd ‘Sara Sartorius 1861’ (rechtsonder), olie op paneel, 36,5 x 29,5 cm (cat. 1). Collectie onbekend. Bron: Artnet

Het genoemde bloemstilleven naar Van Os is waarschijnlijk te identificeren als het paneel dat in 2002 onder de hamer kwam (cat. 1). Sartorius signeert en dateert het namelijk: ‘Sara Sartorius 1861’. Daarmee is het meteen het vroegst bekende, bewaarde werk van de hand van de schilderes.

Museum Fodor als leerschool

Tekenen naar oude en nieuwe meesters is een vast onderdeel van het 19de-eeuwse kunstonderwijs. Eerste tentoonstellingsstukken van beginnend kunstenaars zijn daarom vaak getekende en geschilderde kopieën naar werk van anderen. Elselina Röder bijvoorbeeld, over wie ik eerder ‘Hoekje in de schuur’ schreef, stuurt in 1844 een geaquarelleerde versie van een bloemstuk van de Rotterdamse schilder Willem van Leen naar een Rotterdamse tentoonstelling. Sartorius’ Schilder en zijn model “naar Willems”, te zien op een tentoonstelling in de kunstzalen van Arti et Amicitiae (1868), is waarschijnlijk een tekening naar een schilderij van de Belgische kunstenaar Florent Willems dat zich nu in Amsterdam Museum bevindt.

Florent Willems, Schilder in zijn atelier, gesigneerd en gedateerd ‘F. Willems. 52’, paneel. Amsterdam Museum, SA 1589, voorheen collectie Carel Joseph Fodor. Bron: Amsterdam Museum collectie online

Eerder is dit schilderij van Willems in bezit van koopman Carel Joseph Fodor die in 1860 zijn kunstbezit aan de stad Amsterdam nalaat, onder de voorwaarde dat het als een museum voor publiek toegankelijk wordt. In Museum Fodor bevindt zich ook Een biddende Hongaarsche vrouw van de Tsjechische kunstenaar Jaroslav Cermak. [4] Ook hiernaar maakt Sartorius een tekening die ze in 1868, 1869, 1870 en 1871 op tentoonstellingen in Amsterdam, Den Haag, Brussel, Leeuwarden, Zutphen en Groningen exposeert.

Van Os’ bloemstilleven dat Sartorius in 1861 kopieert, bevindt zich nu in het Rijksmuseum, als langdurig bruikleen van de gemeente Amsterdam. Daaraan voorafgaand is het bezit van koopman en kunstverzamelaar Adriaan van der Hoop (1802-1841). Na diens dood in 1841 wordt ook zijn woonhuis aan de Keizersgracht een museum. In deze vroege musea, voortkomend uit private collecties, bestudeert en kopieert Sartorius werken van oude meesters en meesteressen om zich zo het vak eigen te maken.

Bing

Van wie Sartorius les krijgt alvorens ze tot de academie wordt toegelaten, is niet duidelijk. Wel staat vast dat ze in artistieke kringen opgroeit. Haar vader exposeert bijvoorbeeld onder de naam G.F. Sartorius junior (1799-1859) tussen 1834 en 1842 historiserende taferelen op de stedelijke tentoonstellingen van Amsterdam. In zijn voorstellingen figureren historische personen, zoals P.C. Hooft die aan de dochter van Roemer Visscher zijn verzen voorleest (1834), kapitein Michiel de Ruyter (1836), prins Maurits (1840) en de graaf van Egmond (1842). [5] Een enkele keer schildert hij een genretafereel van een meisje aan een venster (1838).

Haar vader onderhoudt ook contacten met andere schilders zoals met Hendrik Breukelaar (1809-1839) die net als hij historiserende taferelen schildert. Beiden zijn getuige op het huwelijk van Anna Catharina, de zus van George Frederik Sartorius, met weduwnaar Andreas Christoph Bing. [6] Anna Catharina wordt op dat moment bovendien stiefmoeder van schilder Valentijn Bing (1812-1895), zoon uit het vorige huwelijk van Andreas Christoph Bing.

Sara Sartorius, Bloemstilleven, gesigneerd en gedateerd ‘Sara Sartorius 1871’ (rechtsonder), olie op doek, 48 x 66,5 cm. (cat. 2). Collectie onbekend. Bron: invaluable

Dat er ook nauw contact is tussen Sara Sartorius en Valentijn Bing blijkt wel bij Sartorius’ huwelijk in 1872. Daar treedt Valentijn Bing “kunstschilder” op als getuige. [7] Bing heeft dan zijn sporen als tekenleraar verdiend. Sinds 1843 geeft hij onder andere les op de Amsterdamse Academie van Beeldende Kunsten. Het is mogelijk dat hij ook tekenonderwijs aan zijn stiefnicht verzorgt voordat ze naar de academie gaat.

Middelmatig

Zoals gezegd exposeert Sartorius vanaf 1865. In de eerste jaren doet ze nog vooral tentoonstellingsbijdragen met titels als Zomermaand, Uit den tuin en Voorjaarsbloemen. Die vallen in de smaak bij kunstcritici. Naar aanleiding van Een paar bloemen en Lievelingsbloemen op de tentoonstelling van Maatschappij Arti et Amicitiae in 1870 schrijft een recensent bijvoorbeeld:

Met veel smaak en natuurlijkheid zijn de bloemen van mej. Haanen weergegeven, terwijl ook die van mej. Sartorius niet-onverdienstelijk blijken.

Algemeen dagblad van Nederland (17 december) 1870, p. 1 via Delpher

In 1871 wordt Sartorius dus toegelaten tot de Amsterdamse academie, maar deze verlaat ze alweer in 1872, mogelijk vanwege haar huwelijk.

Opmerking bij inschrijving van Sara Sartorius, na 1872 in het Stamboek van leerlingen van de Rijksacademie van Beelden Kunsten te Amsterdam, folio 6, volgnr 26. Noord Hollands Archief, archief 90 Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, 175: 1870-1893. Bron: Noord-Hollands Archief.

Ook al is haar verblijf aan de academie kort, toch bevat het stamboek van leerlingen de kritische aanmerking dat Sartorius “gedurende haar kort verblijf aan de Academie in alles middelmatig” was en bleef. [8] Desalniettemin krijgt ze gunstige kritieken in de nationale pers, bijvoorbeeld naar aanleiding van tentoonstellingen in de kunstzalen van Arti et Amicitiae in 1871 en in Den Haag in 1871. In Het leeskabinet schrijft K. van Valckenburgh bijvoorbeeld dat het werk van Sartorius “eene betere plaats [had] verdiend”.

Ook begint de schilderes met exposeren buiten Nederlandse grenzen. Haar werken zijn bijvoorbeeld te zien op de Annual International Exhibition in Londen in 1871 en op de Brusselse Exposition générale des beaux-arts in 1869 en 1872. In Londen hangen maar liefst drie bloemstukken. In Brussel hangt in 1869 Prière et repos, waarschijnlijk de eerder genoemde tekening naar Cermak. Matin en Ecosse, te zien in Brussel in 1872, is te identificeren als een tekening Morgen in de Hooglanden naar Charles Rochussen die ze het jaar ervoor ook al in de kunstzalen van Arti tentoongesteld heeft.

Huwelijk

Als Sartorius haar toekomstige echtgenoot Hendrik Adriaan Christiaan Dekker (1836-1905) leert kennen, is deze werkzaam als lithograaf. Als zodanig brengt hij vooral werk van anderen in beeld, zoals dat van Charles Rochussen en Jozef Israëls. Die laatste spoort Dekker bovendien aan te gaan schilderen, zo beschrijft journalist en kunstcriticus Pieter Anne Haaxman in Elsevier’s Maandblad. Als Dekker vervolgens aarzelt, belooft Israëls hem diens eerste geschilderde werk te kopen:

Van dit min of meer gekscherend woord, kwam het weldra tot meer dringende aansporingen, ook van de zijde van Dekker’s verloofde, mejuffrouw Sara Sartorius, die hare drangredenen voegde bij die van den meester. De opmerking mag hier een plaats vinden, dat zij daartoe alleszins de bevoegdheid bezat. Mej. Sartorius toch hanteerde zelve op verdienstelijke wijze het penseel

Haaxman 1904, p. 86.

Of Israëls daadwerkelijk een schilderij koopt, is niet bekend. Omgekeerd bezit het echtpaar Dekker-Sartorius wel werk van Israëls. Na de dood van haar man in 1905 geeft Sartorius namelijk “de heerlijke studie die Jozef Israëls schilderde voor zijn groote en veelberoemde schilderij De Schipbreukeling” in bruikleen voor een tentoonstelling in de Grote Sociëteit in Enschede volgens Tubantia (8 juni 1905).

Jozef Israëls, De schipbreukeling, gesigneerd ‘Jozef Israels’ (rechtsonder), 1861, olie op papier (op doek), 35,5 x 47 cm. Collectie onbekend. Bron: Christie’s

Belangrijker hier is dat Haaxman naast Israëls ook Sartorius een belangrijke rol toebedeelt in Dekkers beslissing om te gaan schilderen.

Toenemend succes

Samen timmeren Dekker en Sartorius aan de weg, zo memoreert Haaxman:

De dagen die [Dekker] toen doorleefde, waren in materieelen zin geen rozengeur, maar hij worstelde dapper tegen de zorgen en werd daarin trouw gesteund door zijn kunstzuster Sara Sartorius met wie hij intusschen gehuwd was.

Haaxman 1904, p. 88.

Na verloop van tijd neemt het succes van het echtpaar toe. In 1888 krijgt Dekker het erelidmaatschap van de ‘Société royale Belge des aquarellistes’ volgens De tijd (9 juli 1888). Het lijkt erop dat ook Sartorius deze eer ten deel valt want werk van beide is te zien op de aquarellententoonstelling in Milaan in 1893 waar de leden van deze vereniging exposeren. Werk van het echtpaar is bovendien te zien op andere grote tentoonstellingen in het buitenland. Sartorius’ De spinster hangt op de internationale tentoonstelling in Antwerpen in 1876 en op de salon van Gent in 1877. Sartorius is daar opnieuw vertegenwoordigd in 1886 met een schilderij Bezoek aan de zieke. Ook krijgt werk van Sartorius en Dekker gunstige kritiek in Journal des Arts naar aanleiding van de Gentse salon van 1892 volgens Nieuws van den dag (13 oktober 1892), “wegens de zeldzaam gelukkige clair-obscur-effecten”.

Vooral 1893 blijkt een uitermate succesvol jaar voor Sartorius. Haar werk hangt dan op internationale exposities in Brussel, Milaan en Rouen. Bovendien verkrijgt ze op 20 november de medaille ‘première classe’ (aquarellen) van de Académie Contemporaine te Parijs. [9]

Vergelijking

Daar Dekker en Sartorius zich inmiddels deels op dezelfde genres toeleggen en hun werk soms op dezelfde tentoonstellingen hangt, wordt hun werk veelvuldig vergeleken. Sommige recensenten spreken een voorkeur uit voor de een of de ander. Zo schrijft een recensent van Het nieuws van de dag naar aanleiding van een tentoonstelling van het schilder- en teekenkundig genootschap Kunstliefde in Utrecht:

Er zijn onder de inzenders ook eenige Amsterdammers, die het hunne tot het welslagen bijdroegen, als: … H.A.C. Dekker, met een paar aquarellen, en Mevr. Sara Dekker Sartorius insgelijks met twee aquarellen (beter dan die van haar man)

Het nieuws van den dag (21 april 1894), p. 9 via Delpher

Precies de tegenovergestelde mening is F.C. Jr. toegedaan in Opregte Haarlemsche courant (1 juni 1895). Naar aanleiding van een dubbeltentoonstelling, gewijd aan werk van Dekker en Sartorius samen, zegt deze dat hij de tekeningen van “Dekker nog het best vond, het genietbaarst”.

Sara Sartorius, Lezende boerin in een interieur, gesigneerd, olie op paneel, 45 x 37 cm (cat. 6). Collectie onbekend. Bron: Arcadja

Uiteraard werkt een dubbeltentoonstelling bij uitstek vergelijking in de hand. Een criticus van Arnhemsche courant schrijft zelfs dat het werk van de beide echtelieden maar moeilijk te onderscheiden is:

Wanneer de onderteekening niet altijd aanwezig was, dan zouden aquarellen van den heer Dekker voor die van mevrouw kunnen doorgaan, en omgekeerd wordt hier menige studie van de echtgenoote aangetroffen, waaronder het onderschrift H.A.C. Dekker verwacht mocht worden

Arnhemsche courant (13 mei 1895) via Delpher

Het geeft wel aan dat de wederzijdse invloed groot is. De vraag wat Sartorius van Dekker leert en andersom, is niet gemakkelijk te beantwoorden.

Pensioen

Terwijl ze aan haar (inter)nationale bekendheid als schilderes werkt, blijft Sartorius tekenonderwijs verzorgen. In 1894 staat ze geregistreerd als onderwijzeres tekenen aan de de Frederikschool in Amsterdam. [10] Deze opleiding, nu aan de Voormalige Stadstimmertuin, begint in 1869 als burgerschool voor meisjes aan het Frederiksplein.

In 1903 gaat Sartorius als lerares met pensioen. Ze is dan 67 jaar oud. Ze vraagt eervol ontslag aan en dat wordt vervolgens ook verleend, zo staat te lezen in De telegraaf (11 maart 1903).

Bericht in Algemeen Handelsblad (10 maart 1903), p. 6. Bron: Delpher

Kort na haar pensioen sterft Dekker, op 11 mei 1905 in kuuroord Bethesda in Laag Soeren. [11] De koudwaterkuren die men in het sanatorium in Laag-Soeren kan ondergaan, zijn aan het begin van de 20ste eeuw in trek bij vermogenden. Dekker gaat erheen en komt er niet meer vandaan.

Overlijdensbericht in Het nieuws van den dag (15 mei 1905), p. 20. Bron: Delpher

De overleden schilder wordt begraven in het nabijgelegen Spankeren.

Herinnering

Na de dood van haar man blijft Sartorius schilderen. Ook blijft ze haar werk met dat van haar echtgenoot combineren. Zo organiseert het Utrechtse genootschap Kunstliefde in 1907 een kunstbeschouwing over het werk van Sartorius “kunstschilderes te Amsterdam” met dat van Dekker “in leven kunstschilder”. Ten slotte is op de tentoonstelling waarvoor Sartorius de studie van Israëls uitleent, zowel werk van haar als van Dekker te zien.

Uitnodiging van genootschap Kunstliefde voor een kunstbeschouwing van het werk van H.A.C. Dekker en Sara Sartorius, lithografie ontworpen door Jozef Hoevenaar, gedrukt door Johannes Moesman, 1907. Utrecht, Centraal Museum, 19663/007. Bron: Centraal Museum.

Bovendien stelt Sartorius veel in het werk om de herinnering aan haar man levend te houden. Vijf maanden na Dekkers overlijden nodigt ze via een advertentie in Algemeen handelsblad (30 oktober 1905) “alle Kunstvrienden” uit om enkele nagelaten werken van Dekker in haar woning aan de Vondelstraat te komen bekijken. Daarnaast doet ze een schenking van Dekkers Stal van binnen aan het Rijksmuseum, volgens Het vaderland (7 november 1905). [12] Het zijn allemaal voorbeelden van de wijze waarop Sartorius bewust aandacht blijft genereren voor haar overleden echtgenoot.

Tot de sterren

Als blijvend aandenken aan haar man geeft Sartorius ten slotte de opdracht aan bevriend beeldhouwer Henri Teixeira de Mattos voor de vervaardiging van een gedenkzuil die Dekkers werk als schilder voor het voetlicht brengt. Een jaar na het overlijden wordt het “eenvoudige gedenkteeken” onthuld op de begraafplaats in Spankeren, volgens bericht in De nieuwe courant.

Henri Teixeira de Mattos, grafmonument van H.A.C. Dekker (overleden in 1905) en later Sara Sartorius (overleden in 1913), 1906. Hervormde begraafplaats, Spankeren, graf 20720 en 20730. Bron: foto van de auteur

Midden op de begraafplaats trekt het hoge monument de aandacht. Om een idee te geven, het beeldhouwwerk bestaat uit een afgebrokkelde zuil waaraan met een lint een verfpalet en penselen zijn gehangen. Achter het lint is bovendien een palm gestoken. Op de sokkel is ten slotte een korte tekst te lezen die luidt:

H.A.C. Dekker

geboren 1836

overleden 1905.

Door de distelen tot de sterren

De inscriptie noemt dus slechts de initialen van de overleden schilder. Deze keuze lijkt een bewuste; het refereert immers aan zijn schilderwerk. Het is de manier waarop Dekker ook zijn geschilderd werk signeerde.

Vanaf 5 juni 1912 woont Sartorius in Villa Johanna in Putten. [13] Daar trekt ze mogelijk heen vanwege de ligging halverwege Amsterdam, waar zij en Dekker werkten, en Spankeren, waar haar echtgenoot begraven ligt. Ze overlijdt er op 23 april 1913 [14] en wordt begraven bij haar man, zonder eigen gedenkplaat. In plaats daarvan deelt ze het grafmonument van haar man, maar haar naam wordt daar niet vermeld. Sterker nog, er is niets bij het graf dat aan Sartorius herinnert.

Wederzijds

Toen kunstenaarsbiograaf Pieter Scheen suggereerde dat Sartorius waarschijnlijk les kreeg van haar man, baseerde hij zich mogelijk op de tentoonstellingscatalogus Antwerpen 1885 waarin Sartorius “leerling van H.A.C. Dekker” wordt genoemd. Scheen schreef zijn kunstenaarslexicon enige tijd geleden, maar dergelijke aannames hebben soms een hardnekkig effect. Niet alleen citeert het RKD in haar kunstenaarsdatabase de opmerking van Scheen dat Sartorius “waarschijnlijk” les kreeg van Dekker. In de lijst van Dekkers leerlingen wordt Sartorius zelfs zonder voorbehoud als leerling genoemd.

Het is een ongenuanceerde voorstelling van zaken op zijn minst. Sartorius schildert namelijk al geruime tijd voordat Dekker daarmee begint. In 1865 exposeert ze al schilderijen en in 1867 haalt ze haar akte van bekwaamheid. Bovendien memoreert Haaxman dat Sartorius Dekker aanspoort te gaan schilderen, niet andersom. Daarna trekt het kunstenaarsechtpaar lange tijd gezamenlijk op waardoor het niet altijd meer vast te stellen is wie nu eigenlijk wie inspireert. Ongetwijfeld is de beïnvloeding wederzijds.

Als Dekker overlijdt, stelt Sartorius alles in het werk van haar overleden man onder de aandacht te brengen. Als weduwe maakt ze zich sterk om Dekkers werk te memoreren. Bijkomstig effect lijkt echter dat de herinnering aan haar eigen werk snel vervliegt. Als de belangrijkste aanjager van de herinnering aan haar mans werk lijken Sartorius’ eigen artistieke verdiensten naar de achtergrond te verdwijnen.


Selectie van werk

Ondanks haar enorme productiviteit heb ik slechts enkele stukken van Sartorius kunnen traceren. Dit is dus maar een kleine selectie. Sartorius dateert enkele werken, maar lang niet alles. Hier volgen eerst de paar gedateerde stukken en vervolgens de ongedateerde.

1861

1. Zomerboeket in een glazen vaas op een stenen plint, gesigneerd en gedateerd ‘Sara Sartorius 1861’ (rechtsonder), olie op paneel, 36,5 x 29,5 cm

Herkomst: Londen, Christie’s, veiling British and Continental Pictures, 30 mei 2002, lot 21; Amsterdam, Paleis voor Volksvlijt, 1865.

Bron: Artprice, Artnet en Arcadja

1871

2. Bloemstilleven, gesigneerd en gedateerd ‘Sara Sartorius 1871’ (rechtsonder), olie op doek, 48 x 66,5 cm.

Herkomst: Veilinghuis Van Spengen, veiling Paintings, sculpture and applied arts, 9 maart 2021, lot 1011.

Bron: invaluable.com

1895

3. Treurwilg bij een brug, gesigneerd en gedateerd 1895 (rechtsonder), aquarel op papier, 14 x 23 cm.

Collectie: Rijksakademie van Beeldende Kunsten, 1135

Bron: Collectie Nederland

Ongedateerd

4. Gemengd boeket in een vaas, gesigneerd, olie op doek, 50 x 40 cm.

Herkomst: Heidelberg, K & K Auktionen in Heidelberg, veiling 9 juni 2017, lot 63.

Bron: artprice

5. Breiende boerin in een interieur, gesigneerd, olie op doek, 60 x 46 cm.

Herkomst: Amsterdam, Christie’s, veiling Pictures, Watercolours and Drawings, 18 juni 1996, lot 406.

Bron: artprice

6. Lezende boerin in een interieur, gesigneerd, olie op paneel, 45 x 37 cm.

Herkomst: Augsburg, Kunstauktionshaus Georg Rehm, veiling 6 mei 2021, lot 8155.

Bron: Mutualart, Arcadja en Askart

7. Boerinnen bij een bedstee, gesigneerd, olieverf, afmetingen onbekend.

Herkomst: Litchfield (CT), Litchfield Auctions, veiling 27 april 2005, lot 569411 en lot 564838.

Bron: Arcadja

8. Schoenmaker op de rug gezien, aquarel op papier, afmetingen onbekend.

Herkomst: Catawiki, lot 40593341.

Bron: Wikimedia

9. Moeder en kind in een interieur, gesigneerd (rechtsonder), aquarel op papier, 31 x 24 cm.

Herkomst: Den Haag, Van Stockum’s Veilingen, Kunst- en Antiekveiling, 8 december 2004, lot 181.

Bron: artprice


Tentoonstellingen

Het onderstaand tentoonstellingsoverzicht van Sara Sartorius is imposant, zowel in hoeveelheid als in geografische reikwijdte. Het overzicht – dat overigens verre van volledig is – is gemaakt op basis van (gedigitaliseerde) tentoonstellingscatalogi van het RKD. De lijst van catalogi inclusief de weblinks volgt aan het einde van deze pagina. Als de kennis over een expositie uit een andere bron komt, zoals een krantenbericht, dan staat de verwijzing bij de tentoonstelling.

Amsterdam, Paleis voor Volksvlijt, 1865: Algemeene tentoonstelling van voortbrengselen van tuinbouw, 7 – 12 april

  • “Een bouquet Camellia’s, copij in waterverw, naar St. Jean”
  • “Bloemen, naar Rachel Ruijs geschilderd”
  • “Een voorjaars-bouquet, van Os gevolgd” (cat. 1)

_ 1868: Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars

  • “Een biddend Hongaarsch meisje. (Teekening naar Cermak)” (nr. 463)

_ , Arti et Amicitiae, 1868: Tentoonstelling van teekeningen, enz. van levende meesters

  • “Schilder met zijn model. Naar Willems”. (nr. 168)

Brussel 1869: Exposition générale des beaux-arts

  • “Prière et repos: aquarelle d’après un tableau de M. Jaroslaw Cermak” (nr. 1475)

Den Haag 1869: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Eene biddende Hongaarsche vrouw met een slapend kind. Teekening in sapverf naar de schilderij van Jaroslow Cermak, in het museum Fodor te Amsterdam” (nr. 307)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1870: Tentoonstelling van teekeningen, enz. van levende meesters [recensie in Algemeen dagblad van Nederland (2 mei 1870), p. 1 via Delpher]

  • “De laatste rozen” (nr. 164)
  • “Zomermaand” (nr. 165)
  • “Uit den tuin” (nr. 166)

Rotterdam 1870: Eerste driejarige tentoonstelling

  • “Eene biddende Hongaarsche, teekening naar J. Cermack” (nr. 370)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1870: Tentoonstelling van schilderijen, enz. van levende meesters [recensie in Algemeen dagblad van Nederland (17 december 1870), p. 1 via Delpher]

  • “Een paar bloemen” (nr. 202)
  • “Lievelingsbloemen” (nr. 203)

Londen 1871: Annual International Exhibition [recensie in Tijdschrift uitgegeven door de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid 34 (1871), p. 302 via Delpher]

  • “The Last Rose” (nr. 2142)
  • “Autumn” (nr. 2143)
  • “Summer flowers” (nr. 2144)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1871: Tentoonstelling van teekeningen, schetsen, studiën, enz. van levende meesters [recensie K. van Valckenburgh in Het leeskabinet 5 (1871), p. 150 via Delpher]

  • “Herfstbloemen” (nr. 192)
  • “Morgen in de Hooglanden. Naar Ch. Rochussen” (nr. 193)
  • “Studie” (nr. 194)
  • “Studie” (nr. 195)

Groningen 1871: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters

  • “Eene biddende Hongaarsche” (nr. 135)
  • “Druiven” (nr. 136)
  • “Een paar bloemen” (nr. 137)
  • “Ooijevaars” (nr. 138)
  • “Lente” (nr. 139)

Delft 1871: Tentoonstellings-bazar van vrouwelijke nijverheid en kunst, december [zie onder Klarenbeek 2012, p. 209 n. 92]

  • onbekend

Zutphen 1871: Tentoonstelling van schilderijen en teekeningen van levende Nederlandsche meesters, geopend door de kunstvereeniging Pictura

  • “Bloemen” (nr. 178)
  • “Dito, teekening” (nr. 179)
  • “Dito, dito” (nr. 180)
  • “Dito, dito” (nr. 181)
  • “Dito, dito” (nr. 182)
  • “Druiven. Teekening” (nr. 249)
  • “Eene biddende Hongaarsche” (nr. 250)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1872: Tentoonstelling van Schilderijen, Enz. van levende meesters

  • “Voorjaarsbloemen” (nr. 33)

Brussel 1872: Exposition générale des beaux-arts

  • “Matin en Écosse; aquarelle” (nr. 1050)

Den Haag 1872: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meester [recensies in Het vaderland (23 mei 1872) via Delpher en Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (20 juni 1872), p. 2 via Delpher]

  • “Lentebloemen” (nr. 278)

Rotterdam 1873: Tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam

  • “Herfst” (nr. 361)
  • “Lente”(nr. 362)

Amsterdam, Paleis voor Volksvlijt, 1873: Tentoonstelling van Schilderijen, enz. Van Levende Meesters

  • “Voorjaarsbloemen” (nr, 42)
  • “Herfst” (nr. 43)

Groningen 1874: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters

  • “Herfstvruchten” (nr. 117)
  • “Tulpen en Seringen” (nr. 118)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1875: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Bij Hanne-meu” (nr. 327)

_ , Vereniging voor het Nederlandsch Kunst-Industrie-Museum, 1875: Nationale Tentoonstelling van Hedendaagsche Kunst, Fabriek- en Handwerksnijverheid

  • “Herfst (een fruitstukje)” (nr. 4)

_ , Arti et Amicitiae, 1876a: Tentoonstelling van Teekeningen, Enz. van levende meesters

  • “Een buurpraatje” (nr. 28)

_ , _ , 1876b: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Een buurpraatje” (nr. 53)

Antwerpen 1876: Exposition nationale, 13 augustus

  • “La fileuse / Het spinstertje” (nr. 331)

Rotterdam 1876: Tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam

  • “Naar het kasteel (teekening)” (nr. 112)

Gent 1877: XXXe driejarige tentoonstelling

  • “De spinster” (nr. 234)

Zutphen 1877: [recensie in Zutphensche courant (30 april 1877) via Delpher]

  • (nrs 38-41)
  • waaronder “Een bergpas, teekening” [aangekocht voor de verloting volgens Zutphensche courant (3 oktober 1877) via Delpher]

Amsterdam 1877. Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende meesters

  • “Na schooltijd” (nr. 117)

Den Haag 1878: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Na schooltijd” (nr. 111)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1878: Tentoonstelling van Teekeningen enz.

  • “In het Twickelsche bosch” (nr. 32)

_ , De Brakke Grond, 1878: Tentoonstelling van schilderijen van leden van de vereniging van jonge schilders ‘Onder Ons’ [bericht in Het nieuws van den dag (22 april 1878), p. 3 via Delpher]

  • onbekend

Leeuwarden 1878: Tentoonstelling van voorwerpen van vrouwelijke nijverheid en kunst [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (15 juli 1878), p. 8 via Delpher]

  • “Teekening het dorpswegje”(nr. 37)
  • “Teekening spinster” (nr. 38)
  • “Teekening naar het kasteel” (nr. 39)
  • “Teekening appelbloesem” (nr. 40)
  • “Schilderij buurpraatje” (nr. 41)
  • “Schilderij vruchten” (nr. 42)

Zutphen 1878

  • “Rozen” [aangekocht voor de verloting volgens Zutphensche courant (30 september 1878) via Delpher]

Rotterdam 1879: Tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam

  • “Achterbuurtje in het dorp” (nr. 104)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1879: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Kunstbeschouwing. Teekening” (nr. 43)

Goes 1881: Catalogus van de tentoonstelling van kunstwerken op het gebied van schilder- en teekenkunst vervaardigd door binnenlandsche of buitenlandsche Levende Meesters

  • “Een Buurpraatje” (nr. 43)

Amsterdam, Panorama-gebouw 1882: Tentoonstelling van vrouwelijke kunstwerken [recensie in De tijd (19 april 1882), p. 2 via Delpher]

  • “Klaar voor ’t feest, teekening” (nr. 14)
  • “Gebroken schotel, teekening” (nr. 15)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1883: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Bij de zieke” (nr. 32)

_ , _ , 1885: Tentoonstelling der kunstwerken van levende meesters bestemd voor de tentoonstelling te Antwerpen, tot 15 april [bericht in Opregte Haarlemsche Courant (9 april 1885) via Delpher]

  • “Bij de zieke” (nr. 31)

Rotterdam 1885: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen

  • “Bij de zieke. (Teekening)” (nr. 81)
  • “Het snuifje” (nr. 82)

Antwerpen 1885: Wereldtentoonstelling voor schoone kunsten

  • “Bij de zieke” (nr. 28)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1886: Tentoonstelling van de kunstwerken, geschonken aan het ondersteuningsfonds, opgericht door het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, 14 februari

  • “De laatste hand” (nr. 63)

Groningen 1886: Lijst van schilderijen van schilderijen van levende Nederlandsche meesters

  • “Een belangstellend bezoek” (nr. 42)

Amsterdam, Internationale Kunstvereniging, 1886: Tentoonstelling van kunstnaaldwerk, november en december [bericht in De avondpost (7 september 1886), p. 2 via Delpher]

  • “aquarellen”

Amsterdam 1886: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters [recensie in Het nieuws van den dag (29 oktober 1886), p. 9 via Delpher]

  • “Voor schooltijd” (nr. 72)

Gent 1886: Driejaarlijkse [bericht in Het nieuws van den dag (30 oktober 1886), p. 5 via Delpher en Het nieuws van den dag (13 oktober 1892), p. 13 via Delpher]

  • “La visite au malade” (nr. 150)

Den Haag 1887: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Voor schooltijd” (nr. 93)

Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1888a: Tentoonstelling van Teekeningen van levende meesters. april [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (7 april 1888), p. 2 via Delpher]

  • “Haar rijkdom” (nr. 33) [verkocht volgens Het nieuws van den dag (26 april 1888), p. 2 via Delpher]

_ , _ , 1888b: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters,11 oktober

  • “Rustdag” (nr. 57)

Rotterdam 1888: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen

  • “Voor schooltijd (nr. 84)
  • “Belangstelling bij den zieke” (nr. 85)

Amsterdam 1889: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Deelnemend bezoek” (nr. 98)

Groningen 1889: Tentoonstelling van schilderijen van schilderijen van levende Nederlandsche meester

  • “Voor schooltijd” (nr. 47)

Arnhem 1890. Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, van 17 juli – 15 september

  • “Bij de zieke” (nr. 89)

Rotterdam 1891: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen

  • “Een rustig uurtje” (nr. 87)

Gent 1892: XXXVe exposition centenaire [besproken in Journal des Arts volgens Het nieuws van den dag (13 oktober 1892), p. 13 via Delpher]

  • “Un déjeuner sans cérémonies / Een ontbijt zonder omslag” (nr. 220

Den Haag 1893: Tentoonstelling van kunstwerken [recensie door Anna C. Croiset van der Kop in Dietsche warande n.r. 6 (1893), p. 530 via internet archive]

  • “Pioenen. (Waterverfteekening.)” (nr. 93)

‘s-Hertogenbosch 1893: Aquarellententoonstelling in het verenigingslokaal van de ‘s-Hertogenbossche Kunstkring [recensies in Het nieuws van den dag (16 maart 1893), p. 13 via Delpher en De telegraaf (17 maart 1893), p. 2 via Delpher]

  • 15 inzendingen waaronder
  • “Ziekbed”
  • “Moeder bij de wieg”
  • “Moeders Rijkdom”

Utrecht 1893: Tentoonstelling van teeken- en schilderkundig genootschap Kunstliefde [recensie in Algemeen Handelsblad (20 april 1893), p. 1 via Delpher]

Brussel 1893: Exposition Générale des Beaux-Arts

  • “Un déjeuner sans façon / Een ontbijt zonder complimenten” (nr. 170)

Milaan 1893: Esposizione internazionale di acquarelli [bericht in Het nieuws van den dag (18 mei 1893), p. 6 via Delpher]

  • “Il suo tesoro” (nr. 484)

Rouen 1893: Trente-troisième exposition municipale de beaux-arts, vanaf 30 september

  • “La visite” (nr. 222)

Rotterdam 1894: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen

  • “Pioenen. (Aquarel.) (nr. 90)
  • “Haar rijkdom. (Aquarel.)” (nr. 91)

‘s-Hertogenbosch 1894: Tentoonstelling van de ‘s-Hertogenbossche Kunstkring

  • “Amersfoort en bij Middelburg” [aangekocht voor verloting volgens Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant (23 maart 1894 via Delpher]

Utrecht 1894: Jaarlijkse tentoonstelling van het schilder- en teekenkundig genootschap Kunstliefde [recensie in Het nieuws van den dag (21 april 1894), p. 9 via Delpher]

  • twee aquarellen

Amiens 1894: Exposition

  • “La Visite au malade” (nr. 189)

Leiden, Stedelijk Museum Lakenhal, 1895: Tentoonstelling van schilderijen, aquarellen en krijttekeningen van H.A.C. Dekker en mevrouw Sara Dekker-Sartorius, 3 mei tot 1 juni [recensies in Het vaderland (4 mei 1895) via Delpher, Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (6 mei 1895), p. 2 via Delpher en Opregte Haarlemsche Courant (1 juni1895) via Delpher]

  • vier schilderijen waaronder “Bij de zieke”, “Zondagmorgen” en “Un déjeuner sans façons”
  • aquarellen waaronder “Huisjes te Laten”, “Moeders rijkdom”, “Heemstede en Heide te Elspeet”, “Spinster (Laren)” en “Vijver te Hummelo”

Amsterdam, Galerij Rembrandt, 1896a: [aankondiging in Algemeen Handelsblad (28 juni 1896), p. 1 via Delpher]

  • “Un déjeuner sans façons”

_ , _ , 1896b: [aankondiging in Algemeen Handelsblad (5 juli 1896), p. 1 via Delpher]

  • “In de hangmat” (aquarel)

Den Haag 1898: Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid, juli-september

  • “Intérieur ‘Un déjeuner sans façons'” (nr. 19)

Amsterdam 1899: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Najaar Muiderberg (Aquarel)” (nr. 371)

‘s-Hertogenbosch 1900: Tentoonstelling van aquarellen, tekeningen en schetsen van Sara Dekker-Sartorius en H.A.C. Dekker [aankondiging in De Noord Brabanter (9 april 1900), p. 2 via Delpher en Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant (9 april 1900) via Delpher]

Arnhem 1901. Gemeentelijke tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters (tweede vierjaarlijksche) 15 juni tot 1 augustus

  • “Binnenhuis te Nunspeet” (nr. 77)

Amsterdam 1903: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • “Bloemen (aquarel)” (nr. 613)

Literatuur

Het voorgaande tentoonstellingsoverzicht heb ik onder meer samengesteld op basis van de volgende catalogi (op alfabetische volgorde). De meeste zijn te vinden op de onovertroffen websites van de KB (Delpher) en het RKD. Na de catalogi volgt de overige literatuur die ik heb geraadpleegd.

Catalogi

  • Cat. Amiens 1894. Exposition. Catalogue. 1894 / Société des amis des arts du département de la Somme (Amiens: Delattre-Lenoel), p. 30. [Gallica]
  • Cat. Amsterdam 1868Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende kunstenaars, te Amsterdam, in den jare 1868 (Amsterdam: Stads-Drukkerij in de Nes), p. 30. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1877Tentoonstelling van schilder- en andere werken van levende meesters te Amsterdam in den jare 1877 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1886Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1886 (Amsterdam: Stads-drukkerij), p. 10. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1889Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1889 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1899. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1899 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 29. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam 1903. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1903 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 57. [internet archive en RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1868Tentoonstelling van Teekeningen, Enz. van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae ten behoeve van het weduwen- en weezenfonds (Amsterdam: erven H. van Munster & zoon), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1870a. Tentoonstelling van Teekeningen, Enz. van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae ten behoeve van het weduwen- en Weezenfonds (Amsterdam: Erven H. van Munster & Zoon), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1870b. Tentoonstelling van Schilderijen van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae ten behoeve van het Weduwen- en Weezenfonds (Amsterdam: Erven H. van Munster & Zoon), p. 13. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1871. Tentoonstelling van Teekeningen, Schetsen, Studiën, enz. van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae ten behoeve van het Weduwen- en Weezenfonds(Amsterdam: Erven H. van Munster & Zoon), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1872. Tentoonstelling van Schilderijen, Enz. van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae (Amsterdam: Erven H. van Munster & Zoon), p. 5. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1875a. Tentoonstelling van Kunstwerken van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae (Amsterdam: Erven H. van Munster & Zoon), p. 21. [Google Books]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1876Tentoonstelling van Teekeningen, enz. in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae (Amsterdam: erven H. van Munster & zoon), p. 5. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1876b. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae. Oct. / November 1876 (Amsterdam: Erven H. van Munster & Zoon), p. 6. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1878: Catalogus van de Tentoonstelling van Teekeningen enz. in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae (Amsterdam: Erven H. van Munster & Zoon), p. 5. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1879Catalogus van de Tentoonstelling van Kunstwerken van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae (Amsterdam: Erven H van Munster & Zoon), p. 7. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1883. Catalogus van de Tentoonstelling van Kunstwerken van levende meesters in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitae (Amsterdam: Erven H. van Munster & zoon), p. 5. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1885Catalogus van de tentoonstelling der kunstwerken van levende meesters bestemd voor de tentoonstelling te Antwerpen in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae. April 1885 (Amsterdam: erven H. van Munster & zoon), p. 5. [RKD Library ]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1886. Catalogus van de kunstwerken, geschonken aan het ondersteuningsfonds, opgericht door het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, tentoongesteld in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae. 14 Februari 1886 (Amsterdam), p. 6. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1888aTentoonstelling van Teekeningen van levende meesters. April 1888 (Amsterdam: Erven H van Munster & Zoon), p. 7. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1888bTentoonstelling van Kunstwerken van levende meesters. October 1888 (Amsterdam: erven van H. Munster & zoon), p. 10. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Paleis voor Volksvlijt, 1865. Algemeene tentoonstelling van Voortbrengselen van Tuinbouw te Amsterdam, onder bescherming van H.M. de Koningin, van 7 tot 12 April 1865, in het Paleis voor Volksvlijt, Amsterdam (Leiden: A.W. Sijthoff), p. 35-36. [Google Books]
  • Cat. Amsterdam, Paleis voor Volksvlijt, 1873. Catalogus der Tentoonstelling van Schilderijen, enz. van Levende Meesters in het Kunstmuseum van het Paleis voor Volksvlijt. A° 1873 (Amsterdam: Gebr. van Es), p. 7. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Panorama-gebouw, 1882. Catalogus van de tentoonstelling van kunstwerken door vrouwen vervaardigd, in de kunstzaal van het Panorama-gebouw, Plantage tegenover Artis (Amsterdam: Roeloffzen & Hübner), p. 4. [RKD Library]
  • Cat. Amsterdam, Vereniging voor het Nederlandsch Kunst-Industrie-Museum, 1875. Nationale tentoonstelling van Hedendaagsche Kunst, Fabriek- en Handwerksnijverheid te Amsterdam. Algemeene Catalogus (Amsterdam), p. 13 [Google Books]
  • Cat. Antwerpen 1876. Nationale tentoonstelling. Catalogus der schilder- beeldhouw- en bouwkundige werken, gravuren en teekeningen door levende meesters uitgevoerd en tentoongesteld in de zaal van Antwerpen, geopend door de Koninklijke Maatschappij ter aanmoediging der Schoone Kunsten op 13 augusti 1876: nationale tentoonstelling (Antwerpen: J.-E. Buschmann). p. 82. [Google Books]
  • Cat. Antwerpen 1885. Wereldtentoonstelling voor schoone kunsten, 1885. Algemeene catalogus (Antwerpen: J.-E. Buschmann), p. 8. [Google Books]
  • Cat. Arnhem 1890Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, van 17 juli – 15 september 1890 (Arnhem: Van Mastrigt & Verhoeven), p. 11. [RKD Library]
  • Cat. Arnhem 1901. Gemeentelijke tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem (tweede vierjaarlijksche) 15 juni tot 1 augustus 1901 (Arnhem: G.J. Thieme), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Brussel 1869. Exposition générale des beaux-arts: catalogue explicatif (Brussel: Charles Lelong), p. 151. [Google Books]
  • Cat. Brussel 1872. Exposition générale des beaux-arts. Catalogue explicatif (Brussel: Adolphe Mertens), p. 115. [Google Books]
  • Cat. Brussel 1893Exposition Générale des Beaux-Arts. Catalogue explicatif (Brussel: C. Lelong), p. 47. [internet archive]
  • Cat. Den Haag 1869Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, ’s Gravenhage 1869 (Den Haag: W. Carpentier), p. 36. [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Den Haag 1872Lijst van kunstwerken van levende meesters, ’s Gravenhage1872 (Den Haag: W. Carpentier), p. 36. [RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1878Lijst van kunstwerken van levende meesters, ’s Gravenhage1878 (Den Haag: W. Carpentier), p. 15. [RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1887Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ’s Gravenhage 1887 (Den Haag: Mouton), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1893Tentoonstelling van kunstwerken. ’s Gravenhage 1893 (Den Haag: Mouton & Co), p. 12. [Google Books en RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1898Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid te ’s Gravenhage juli-september 1898. Catalogus: Beeldende kunsten (Den Haag: Mouton & co), p. 7. [Atria]
  • Cat. Gent 1877. XXXe driejarige tentoonstelling van Gent. Zaal van 1877. Aanwijs der schilderijen en kunstvoorwerpen in den Casino tentoongesteld (Gent: Eug. Vanderhaeghen), p. 27. [Google Books]
  • Cat. Gent 1886. XXXIIIe exposition triennale de Gand: salon de 1886 : notice sur les tableaux et objets d’art exposés au Casino (Gent: Eug. Vanderhaegen), p. 70. [internet archive]
  • Cat. Gent 1892. XXXVe exposition. Centenaire 1792 – 1892. Catalogue illustré. Salles du Casino (Gent: Eug. Vander Haegen), p. 49. [Google Books]
  • Cat. Goes 1881Catalogus van de tentoonstelling van kunstwerken op het gebied van schilder- en teekenkunst vervaardigd door binnenlandsche of buitenlandsche Levende Meesters (Goes: S.J. de Jonge), p. 8. [RKD Library]
  • Cat. Groningen 1871Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievendend genootschap ter aanmoediging en bevordering van teeken- en schilderkunst, onder den naam: Pictura, te Groningen (Groningen: gebroeders Hoitsema), p. 17-18. [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Groningen 1874Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievendend genootschap ter aanmoediging en bevordering van teeken- en schilderkunst, onder den naam: Pictura, te Groningen (Groningen: gebroeders Hoitsema)p. 18. [RKD Library]
  • Cat. Groningen 1886Lijst van schilderijen van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 6. [RKD library]
  • Cat. Groningen 1889Lijst van schilderijen van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, op de tentoonstelling van wege het genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 8. [RKD library]
  • Cat. Leeuwarden 1878. Catalogus der tentoonstelling van voorwerpen van nijverheid en kunst, uitsluitend door vrouwen vervaardigd, te houden te Leeuwarden, in den Zomer van 1878 (Leeuwarden: J.R. Miedema), p. 82. [Google Books]
  • Cat. Londen 1871. London International Exhibition of 1871. Official Catalogue Fine Arts Department, 3de druk (Londen: J.M. Johnson & Sons). p. 99. [Google Books]
  • Cat. Milaan 1893. Esposizione straordinaria nazionale internazionale di acquarelli, sotto l’alto patronato di S.A.R. il Principe di Napoli. Catalogo Ufficiale (Milaan: Tip. Lombardi), p. 44.
  • Cat. Rotterdam 1870Catalogus der schilder- en kunstwerken op de eerste driejarige tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1870 (Rotterdam), p. 36. [RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1873Catalogus der schilder- en kunstwerken, op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1873 (Rotterdam), p. 33. [RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1876Catalogus der schilder- en kunstwerken, op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1876 (Rotterdam), p. 12. [RKD Library en Google Books]
  • Cat. Rotterdam 1879Catalogus van schilder- en kunstwerken, op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1879 (Rotterdam: Stefanus Mostert & Zonen), p. 12. [RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1885Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1885 (Rotterdam), p. 10. [RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1888Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, te Rotterdam, in 1888 (Rotterdam), p. 11. [RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1891Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, te Rotterdam, in 1891 (Rotterdam)p. 10. [RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1894Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1894 (Rotterdam: Stefanus Mostert & Zonen), p. 11. [RKD Library: PDF]
  • Cat. Rouen 1893. Catalogue de la trente-troisième exposition municipale de beaux-arts ouverte au musée de Rouen le 30 septembre 1893 (Rouen: Julien Lecerf), p. 43. [Gallica]
  • Cat. Zutphen 1871Tentoonstelling van schilderijen en teekeningen van levende Nederlandsche meesters, geopend door de kunstvereeniging Pictura onder bescherming van H.M. de Koningin, van den 24sten Julij tot den 19den Augustus 1871, in de bovenzalen der Groote Sociëteit te Zutphen (Zutphen: W.J. Thieme & Cie), p. 18-19 en 23. [RKD Library]

Overig

  • Hanna Klarenbeek, Penseelprinsessen & broodschilderessen. Vrouwen in de beeldende kunst 1808-1913 (Bussum: Thott, 2012), p. 209 n. 92.
  • Norbert Hostyn en Willem Rappard, Dictionaire van Belgische en Hollandse bloemenschilders geboren tussen 1750 en 1880 (Knokke-Zoute: Berko, 1995), p. 346.
  • Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950, herziene ed. (Den Haag: Scheen, 1981), p. 111 (Dekker) en p. 451 (Sartorius).
  • P.A. Haaxman, ‘Hendrik Adriaan Christiaan Dekker’, Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift 14 (1904), p. 79-91. [dbnl]
  • Wed. W. Storm-A.M.M. van der Chijs, ‘De Algem. Ned. Vrouwen-Vereeniging ‘Arbeid Adelt’ , II’, Ons Streven 51 (20 december 1871), p. 203.
  • Wed. W. Storm-A.M.M. van der Chijs, ‘Rectificatie’, Ons Streven 3 (17 januari 1872), p. 11-12.

Noten

[1] Noord-Hollands Archief te Haarlem, BS Huwelijk burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, archief 358.6, inv.nr. 79, 09-06-1826, Huwelijksakten van de gemeente Amsterdam, 1826, aktenr. Reg. 2 fol. 193v [Noord-Hollands Archief].

[2] Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1851-1853 Deel: 789, Periode: 1851-1863, Amsterdam, archief 5000, inv.nr. 789, 23 mei 1836, Bevolkingsregister 1851-1853, folio p. 631 [open archieven].

[3] Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding, voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in het Koningrijk der Nederlanden, voor den jare …, 1867 [volgno 11], p. 1042 [Delpher]. Zie ook M.P. Lindo (red.), Jaarboek voor het Lager Onderwijs in het Koningrijk der Nederlanden (’s Gravenhage: Martinus Nijhoff en Arnhem: D.A. Thieme, 1868), p. 151 [Google Books].

[4] Twee Hongaarse meisjes, een knielend, gesigneerd en gedateerd ‘Jaroslav Cermak. 1839’ (linksonder). Amsterdam Museum, SA 963, legaat C.J. Fodor [online].

[5] Cat. Amsterdam, Lijst der kunstwerken van nog in leven zijnde Nederlandsche meesters, welke zijn toegelaten tot de tentoonstelling van den jare 1832 ([Amsterdam] 1832), p. 13 nr. 306 [RKD Library]; id. (1834), p. 14, nr. 380 [RKD Library]; id. (1836), p. 16, nr. 370 [RKD Library]; id. (1838), p. 22, nr. 548 [RKD Library]; id. (1840), p. 24, nr 431 [RKD Library]; id. (1842), p. 14, nr. 333 [RKD Library]. Er bevindt zich een werk van G.F. Sartorius in het Geldmuseum [Collectie Nederland].

[6] Noord-Hollands Archief te Haarlem, BS Huwelijk burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, archief 358.6, inv.nr. 111, 21-10-1831, Huwelijksakten van de gemeente Amsterdam, 1831, aktenr, Reg. 4 fol. 36 [Noord-Hollands Archief].

[7] Noord-Hollands Archief te Haarlem, BS Huwelijk burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, Amsterdam, archief 358.6, inv.nr. 487, 19-09-1872, Huwelijksakten van de gemeente Amsterdam, 1872, aktenr. Reg. 10 fol. 34v [Noord-Hollands Archief].

[8] Noord Hollands Archief te Haarlem, archief 90 Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, 175: 1870-1893 (1 t/m 445), folio 6, volgnr. 26 [Noord-Hollands Archief]. Zie ook A.J. Derkinderen, De Rijks-Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam: Stads Teeken-Academie tot 1817, Koninklijke Academie 1817-1870, Rijks-Academie 1870-heden (Enschedé, 1908), F: Naamlijst der leerlingen, p. 9 [Delpher].

[9] Scheen 1981. De medaille ‘deuxième classe’ in Nice, volgens de catalogus van de tentoonstelling in Amiens 1894, is mogelijk gevolg van verwarring met Dekker. Die ontvangt namelijk een zilveren medaille in Nice in 1884, volgens Haagsche courant (31 mei 1884), p. 1 [Delpher].

[10] Stadsarchief Amsterdam te Amsterdam, Pensioenkaarten, Deel: 2008, Periode: 1894, Amsterdam, archief 5175, inv.nr. 2008, 23 mei 1836, Pensioenkaarten [open archieven].

[11] Gelders Archief te Arnhem, BS Overlijden Rheden, Overlijdensregister, Rheden, archief 207A, inv.nr. 8686.03, 13-05-1905, Rheden, Overlijdensregister, aktenr. 122 [Gelders Archief].

[12] Het werk is opgenomen in Catalogus der schilderijen, miniaturen, pastels, omlijste teekeningen, enz. in het Rijks-Museum te Amsterdam (Amsterdam: Boek- en Kunstdrukkerij v/h Roeloffzen-Hübner & van Santen, 1908), p. 358 [internet archive].

[13] Stadsarchief Amsterdam, Deel: 153, Periode: 1930, Amsterdam, archief 5416, inv.nr. 153, 23 mei 1836. [open archieven].

[14] Gelders Archief te Arnhem, BS Overlijden Putten, Overlijdensregister, Putten archief 0207A, inv.nr. 8651.06, 24-04-1913, Putten, Overlijdensregister, aktenr. 42 [Gelder Archief]. Familiebericht in Het nieuws van den dag (25 april 1913), p. 16 [Delpher].

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top