
Schilderes en illustratrice
Onder de beste leerlingen van Jean-Jacques Henner en Emile August Carolus-Duran in Parijs, zo staat in Zutphensche courant (24 januari 1880), bevinden zich twee Nederlandse vrouwen, onder wie “mejuffrouw Van Stolk uit Rotterdam”. Het gaat om Anna Joanna van Stolk (1853-1938). Voordat ze naar Parijs vertrekt, exposeert deze kunstenares haar werk al en daar gaat ze na terugkeer uit Parijs mee door tot ze in 1883 kinderen krijgt. Dat wil echter niet zeggen dat er een einde komt aan haar creatieve output. Van Stolk gaat zich dan namelijk toeleggen op illustraties. Hoewel de (kunst)historische literatuur vaak maar aandacht is voor één van haar beide talenten, is ze natuurlijk beide: schilderes en illustratrice.
Goede entree
Ouders van Anna Joanna van Stolk zijn Johanna Antoinetta Romelia Breukelman en zakenman Adriaan Pieter van Stolk. [1] Dit echtpaar heeft een passie voor de kunst. Zo onderhoudt het contacten met de schilder George Hendrik Breitner die ze ook financieel en materieel ondersteunen. Het koppel weet de liefde voor de kunst bovendien over te dragen op hun kinderen. Griettie van Stolk (1860-1941) bijvoorbeeld is gepassioneerd kunstverzamelaarster, net als de jongste dochter Georgette Petronella van Stolk (1867-1963). De laatste beijvert zich bovendien als secretaris van de Rotterdamse Kunstkring voor onder andere het organiseren van tentoonstellingen. [2] De oudste dochter Anna Joanna van Stolk (1853-1938) ten slotte is schilderes en illustratrice.

Anna Joanna van Stolks eerste tentoonstelling als zelfstandig kunstenares is er een in haar woonplaats Rotterdam in 1879. De anonieme recensent van Rotterdamsch nieuwsblad laat dan het oog op haar doek In afwezigheid van den schilder vallen:
voor zooverre wij weten, is dit de eerste maal, dat mej. Van Stolk exposeert; is dit werkelijk het geval, dan wenschen wij haar geluk met een zoo goede entree in de kunstenaarswereld. Haar stukje In afwezigheid van den schilder, is een bevallige voorstelling, die nog verhoogd wordt door goede kleur en houding.
– Rotterdamsch nieuwsblad (10 juli 1879), p. 1 via Delpher.
Haar werk valt dus in de smaak. Het maakt bovendien nieuwsgierig naar het schilderij, maar daarvan is helaas niet bekend hoe het eruit zag of wat het precies voorstelde.
Den Haag en Parijs
Van Stolk begint haar opleiding als schilderes aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Rond 1874-1875 staat ze daar ingeschreven als leerlinge van de vrouwenklas. [3] Bovendien doet ze in 1875 en 1876 mee aan een academietentoonstellingen van werk van leerlingen, zo berichten Het vaderland (17 april 1875) en Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (3 mei 1876).
Na de eerder genoemde tentoonstelling in Rotterdam in 1879, vertrekt ze naar Frankrijk. In januari 1880 is ze immers in de leer bij schilders Jean-Jacques Henner en Emile August Carolus-Duran in Parijs. Zoals gezegd schrijft de journalist van Zutphensche courant (24 januari 1880) dat er zich onder hun beste leerlingen twee Nederlandse vrouwen bevinden, te weten “Van Hoorn uit Amsterdam” en mejuffrouw Van Stolk uit Rotterdam “die later figuren denkt te blijven schilderen.” Eerstgenoemde is schilderes Cato van Hoorn (1851-1939), over wie ik ik al schreef in ‘Krachtige kleuren’. Mejuffrouw Van Stolk uit Rotterdam moet Anna Joanna van Stolk zijn.

Een andere kunstenares met dezelfde achternaam, Alida van Stolk die gelijktijdig in Parijs verblijft, is niet afkomstig uit Rotterdam en kan hiermee dus niet bedoeld worden. Anna Joanna van Stolk voorziet een gesigneerde aquarel bovendien van de tekst ‘Paris 80’. Waarschijnlijk vervaardigt ze deze dus in de periode dat ze lessen volgt bij Carolus-Duran en Henner. Helaas is deze aquarel van een vrouw in oosterse kleding slechts bekend van een zwart-wit foto.
In datzelfde jaar zegt een “mej. Stolk te Parijs” een schilderij toe voor een geplande tentoonstelling in Middelburg, schrijft een journalist in Het vaderland (12 maart 1880). Is zij wellicht ook Anna Joanna van Stolk?
Huwelijk
In de zomer van 1880 trouwt Van Stolk met Sebastiaan Hoogewerff, leraar op een HBS in Rotterdam. [4] Bij gelegenheid van dit huwelijk schrijft haar oom Abraham van Stolk een gedicht voor haar dat aanvangt met de woorden “Lieve Anna, kunstvriendin” en hij vervolgt:
Heden zien wij, blij van zin,
Met de kunst, U hoogtijd vieren;
Moog’ zij steeds uw schedel sieren,
En, op heel uw levensbaan,
Troostvol aan uw zijde staan.
Wat uw geest steeds wrocht en dacht,
Heeft uw stift in beeld gebracht;
Zoo ‘k, als gij, mijn geest kon wetten,
‘k Zou ’t geluk in vormen zetten,
En gij zaagt, in tint en gloed,
Met uw beeld, mijn jubelgroet.
– Abraham van Stolk in: Gedichten van A. van Stolk Czn (Rotterdam: Cornelis Immig [1886]), p. 341 via Google Books.
Uit de zorgvuldig gekozen woorden van dit gedicht blijkt hoe de kunst oom en nicht verbindt. Bovendien spreekt de dichter de hoop uit dat de kunst Anna Joanna van Stolk haar leven lang zal vergezellen.
Inderdaad blijft Anna Joanna onder de naam Hoogewerff-van Stolk exposeren, op tentoonstellingen in Amsterdam, Den Haag, Groningen, Goes, Rotterdam en Zutphen. Het gaat dan voornamelijk om schilderijen, maar soms ook om studies en tekeningen. Bovenal stuurt ze portretten. Daarnaast zendt ze ook figuurvoorstellingen in met titels als Op vacantie en Geplaagd. Een enkele keer ten slotte betreft de inzending een voorstelling met bloemen.
Tweeling

Nadat Van Stolk op 23 juni 1881 bevalt van een levenloze dochter, wordt ten slotte een tweeling geboren. Op 5 mei 1883 komen namelijk Nancy Anna en Anna Nancy ter wereld. [5] De registraties van de twee meisjes zijn na elkaar te vinden in het Stadsarchief Rotterdam, aktenummers 2294 (Anna Nancy) en 2295 (Nancy Anna).

Met de geboorte van haar beide dochters komt er een einde aan Van Stolks tentoonstellingsdeelname. Een salon in Groningen in 1883, waar de schilderes Een vacantiedag exposeert, lijkt tenminste voorlopig de laatste te zijn.
Rotterdam-Krakatau
Intussen doet Van Stolk nog wel een artistieke bijdrage aan Rotterdam-Krakatau. Uitgegeven van wege de Dilettanten-Club te Rotterdam (cat. 4). Dit gedenkschrift verschijnt naar aanleiding van de recente vulkaanuitbarsting op Java. Het is de Rotterdamse tegenhanger van het album Holland-Krakatau waarvan de opbrengsten eveneens ten goede komen aan de slachtoffers. Beide benefietalbums zijn dus gelegenheidsuitgaven, met muzikale, literaire en beeldende bijdragen. Sommige kunstenaars, als Charles Rochussen, doen zelfs mee aan beide.

Ook het blad Rotterdam-Krakatau bevat een groot aantal tekeningen van verschillende Rotterdamse kunstenaars en kunstenaressen, onder wie Van Stolk. [6] Het benefietalbum is kennelijk een succes, want Arnhemse courant (16 oktober 1883) bericht kort na verschijnen:
Van Rotterdam-Krakatau toch zijn reeds een zeer groot aantal exemplaren verkocht en het lijdt geen twijfel, of weldra zullen die niet meer te bekomen zijn.
Twee dagen later bericht Rotterdamsch nieuwsblad (18 oktober 1883) inderdaad dat de eerste oplage is uitverkocht en de tweede verschenen. Dan heeft het blad al 610 gulden opgebracht, bericht Rotterdamsch nieuwsblad op 11 december 1883. Het bedrag is vergelijkbaar met een imposante € 7.660 in het jaar 2021 volgens de calculator van IISG.
Op witte vleuglen
Om de zorg voor de tweeling te kunnen opbrengen, plaatst Van Stolk in juni 1884 een advertentie in het Rotterdamsch nieuwsblad met het verzoek om hulp bij de opvoeding van “hare twee zeer jonge kinderen”. De tweeling is dan immers net 1 jaar oud.

Ten tijde van de advertentie woont het gezin nog altijd aan de Kortenaerstraat, maar in 1885 vertrekt het naar Delft naar aanleiding van de benoeming van Sebastiaan Hoogewerff tot hoogleraar aan de Polytechnische School. [7]
Ook al vinden we Van Stolks naam niet langer in tentoonstellingscatalogi, de geboorte van de kinderen betekent absoluut niet het einde van haar creatieve aspiraties. Ze gaat namelijk door met grafisch ontwerpen. In 1892 illustreert van Stolk bijvoorbeeld het boek Op witte vleuglen van A.F. Dudok van Heel (cat. 5). De vijf sprookjes gaan vergezeld van kleine en soms pagina-vullende tekeningen, veelal van landschappen, bomen, bloemen en insecten.

Schrijfster Louise Stratenus wijdt daarop een recensie aan het boek in Het nieuws van den dag (12 maart 1893). Hierin prijst ze vooral de natuurbeschrijvingen van Dudok van Heel en ze merkt daarbij op dat Van Stolk “de allerbekoorlijkste teekeningen” heeft toegevoegd.
Versierende kunst
Al dan niet aangezwengeld door positieve recensies doet het boekje het goed. Op witte vleuglen krijgt zelfs een herdruk in 1903, opnieuw met de illustraties van Van Stolk.

Het blijft niet bij illustraties van sprookjes. Ook doet Van Stolk bijvoorbeeld de vormgeving van de prijscourant van de Haagsche Broodfabriek. Met dit grafisch ontwerp en met de illustraties van Op witte vleuglen is Van Stolk zelfs vertegenwoordigd op de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in de afdeling ‘Versierende kunst’ (1898). [8] Bovendien ontwerpt Van Stolk het ex libris van haar broer Cornelis Adriaan Pieter van Stolk (cat. 6).
Ze blijft zich daarnaast actief inzetten voor kunst. Tot 1907 is ze lid van het Comité van Sint-Lucas volgens Delftsche courant (25 september 1907). Dan treedt ze af en neemt professor S.G. Everts het stokje van haar over. Deze volgt tevens Hoogewerff op als rector magnificus van de Technische Hogeschool, blijkens een berichtje in dezelfde krant.
Tuinieren en schilderen
Behalve van kunst houdt Anna Joanna van Stolk van de natuur. Zoveel blijkt al enigszins uit de illustraties van Op witte vleuglen. Daarin wisselen tekeningen van bomen immers landschappen, insecten en bloemen af. Van Stolk passie voor natuur blijkt bovendien uit de memoires van Willem Jean (Wim) Brender à Brandis, zoon van Anna Nancy Hoogewerff. Hij vertelt namelijk dat zijn grootmoeder een gepassioneerd tuinierster is die via vrienden en kennissen planten van over de wereld verzamelt. [9]

Haar dochter Anna Nancy, Hans genoemd, deelt haar fascinatie voor de natuur. [10] Aan haar dochter Nancy Anna Hoogewerff daarentegen geeft Van Stolk de liefde en het talent voor de kunst door. Nancy Anna wordt immers ook schilderes. [11]
Een wonderlijke metamorfose
De ontwikkeling van Nancy Anna Hoogewerff tot schilderes verloopt echter anders dan die van haar moeder. Zij gaat juist pas exposeren op latere leeftijd, als haar kinderen ruim volwassen zijn. Van 1902 tot 1905 studeert Nancy Anna Hoogewerff eerst aan de Polytechnische School waar haar vader hoogleraar in de scheikunde is. In die jaren staat ze in ieder geval ingeschreven in de Delftse studentenalmanak. In 1917 wordt ze vervolgens benoemd tot lid van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs in Schiedam, volgens De nieuwe courant (22 augustus 1917). Dat doet ze slechts een jaar, omdat ze in juli 1918 uit de gemeente vertrekt, zo staat in Nieuwe Schiedamsche courant (6 juli 1918).
Wanneer ze precies begint met schilderen is niet duidelijk, maar in de jaren 1930 begint ze met exposeren. Ze is dan ongeveer 50 jaar. (zie Tentoonstellingsoverzicht)

Collectie onbekend. Bron: invaluable.com
In 1955 hangt haar werk bijvoorbeeld in het zaaltje Bouchez aan Noordeinde. Aan die tentoonstelling brengt kunstcriticus J.V. een bezoek en deze schrijft vervolgens een aardige recensie voor Het Binnenhof. Daarin stelt de recensent vast dat het om vrij traditionele schilderijen gaat.
Toch heeft dit werk zijn kwaliteiten. In plaats van effecten te maken (en we weten dat die met wat flair en handigheid zo gemakkelijk aan te brengen zijn) toont mevrouw Hoogewerff op een ongecompliceerde manier, haar liefde voor het schone.
– J.V. over N.A. Hoogewerff, in Het Binnenhof (16 juni 1955), p. 5 via Delpher.
Iets verderop pikt de criticus er vervolgens een schilderijtje uit dat opvalt omdat de kleuren afwijken van de overige werken in de expositie.
In het schilderijtje van de Haringkade ging zij haar eigen kleurenschema te buiten: Een wonderlijke metamorfose, het kanaal is Tiber geworden en de koepels van Seinpost fungeren voor Sint Pieter. Pas bij aandachtige beschouwing wordt de betovering verbroken en keren we terug naar Holland, waar de schilderes wellicht droomde van het rijke uitbundige Zuiden
Thema van Hoogewerffs schilderijen zijn inderdaad vaak zuidelijke landschappen en straattaferelen, bijvoorbeeld in Frankrijk of op Mallorca, maar ook de Haringkade dus met aangemeerde schepen en de polder.
Beeldende en versierende kunst
In de levens van artistieke vrouwen lijken de periodes voor en na kinderen soms twee gescheiden werelden. Dat is ook zo bij Van Stolk. In de literatuur wordt namelijk vaak maar één kant van haar werk belicht. Enerzijds noemen auteurs haar een schilderes die maar korte tijd exposeert (tot 1883). Anderen scharen haar onder de noemer grafisch ontwerper (vanaf 1883) zonder veel aandacht voor haar portretten en figuurvoorstellingen. Van Stolk is echter beide: schilderes en illustratrice.
Dat er zo weinig van haar werk bewaard is gebleven, maakt het lastig om grip te krijgen op de kunstenares. Desalniettemin blijkt Van Stolk een veelzijdige vrouw met verschillende talenten. Aanvankelijk legt ze zich vooral toe op schilderijen en tekeningen. Dan gaat bovenal om portretten en figuurvoorstellingen. Daarnaast schildert ze af en toe bloemen. Als in 1883 een tweeling geboren wordt, houdt Van Stolk dan wel op met jaarlijks exposeren, maar gaat ze zich meer toeleggen op illustraties. In die hoedanigheid is ze bijvoorbeeld vertegenwoordigd op de afdeling ‘Versierende kunst’ op de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Veel van haar decoratieve ontwerpen, zoals een ex libris voor haar broer, blijven echter buiten de publieke sfeer waardoor ze aan de aandacht ontsnappen.
Met haar geschilderde portretten, figuren en bloemen neemt Van Stolk maar korte tijd deel aan tentoonstellingen, maar Abraham van Stolk dichtte al bij de gelegenheid van haar huwelijk: “Moog’ [de kunst ..] op heel uw levensbaan, troostvol aan uw zijde staan.” En dat gebeurt dan ook. De kunst blijft Van Stolk namelijk na haar bruiloft en de geboorte van haar dochters vergezellen.
Bekend werk
Hier volgt een overzicht van het mij inmiddels bekende werk van Anna Joanna van Stolk. Ongetwijfels is meer te vinden in privécollecties.
Aquarellen en tekeningen

1. Zittende vrouw in oosterse kleding, gesigneerd en gedateerd ‘Paris 80 / A J v Stolk’ (rechts naast de achterpoot van de stoel), aquarel, afmetingen onbekend.
Documentatie: Hefting 1970, afb. 10 (naar een foto uit het familiearchief Van Stolk, Rotterdam).
2. Portret van Johanna Antoinetta Romelia van Stolk-Breukelman, ca. 1880, pasteltekening op papier, afmetingen onbekend.
Herkomst: waarschijnlijk tentoonstelling Amsterdam 1880 (nr. 164).
Documentatie: RKD Images

3. Portretstudies van Johanna Antoinetta Romelia van Stolk-Breukelman, Griettie van Stolk en Georgette Petronella van Stolk, ca. 1880, papier, afmetingen onbekend.
Documentatie: Hefting 1970, afb. 6 (naar een foto uit het familiearchief Van Stolk, Rotterdam).
Illustraties

4. Elegant koppel aan de waterkant, gesigneerd ‘A Hoogewerff v S.’ (linksonder), tekening, 35,5 x 26,5 cm, afgebeeld in Rotterdam 1883 Krakatau. Uitgegeven van wege de Dilettanten-Club te Rotterdam (Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1883), n.p. [p. 9].
Collectie: Van Asperen, Nijmegen

5. Diverse illustraties van verschillende sprookjes in: A.F. Dudok van Heel. Op witte vleuglen (1892; herdruk 1903), sommigen gesigneerd ‘A.I. Hoogewerff v S’ (in de tekening), anderen niet, 72 p., 20,8 x 15,8 cm.
Collectie: Van Asperen, Nijmegen.




6. Schrijvende vrouw aan het water, Rotterdam op de achtergrond, ex libris voor Cornelis Adriaan Pieter van Stolk, fotolitho, gedrukt door PGD.
Documentatie: Vorsterman van Oyen 1910, p. 16 ill.
Tentoonstellingen
Anna Joanna van Stolk
Hier volgt een overzicht van de groepstentoonstellingen waaraan Anna Joanna van Stolk deelneemt. Hiervoor heb ik uitputtend gebruik gemaakt van Delpher en van de gedigitaliseerde tentoonstellingscatalogi in RKD Library van het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Den Haag 1875: Tentoonstelling van de Academie van Beeldende Kunsten [recensie in Het vaderland (17 april 1875), p. 2 via Delpher]
- “schilderstudie”
Den Haag 1876: Tentoonstelling van de Academie van Beeldende Kunsten [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (3 mei 1876), p. 2 via Delpher]
- “geschilderde studiekop”
Rotterdam 1879: Tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam. 1 juni
- “In afwezigheid van den schilder” (nr. 484)
Amsterdam 1880: Tentoonstelling van kunstwerken van Levende Meesters, september
- “Damesportret, Mevr. v. S-Br.” (nr. 164) [waarschijnlijk moeder Van Stolk-Breukelman]
- “Damesportret” (nr. 165)
Den Haag 1881: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ’s Gravenhage [recensie in Het vaderland (1 juni 1881) via Delpher]
- “Damesportret” (nr. 150)
- “Geplaagd” (nr. 151)
Goes 1881: Tentoonstelling van kunstwerken op het gebied van schilder- en teekenkunst vervaardigd door binnenlandsche of buitenlandsche Levende Meesters, 4 juni – 30 juni
- “Het slapend model” (nr. 99)
- “Een Studie (Meisjesportret)” (nr. 100)
Zutphen 1881: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, geopend door de kunstvereeniging Pictura
- “Het slapend model” (nr. 96)
- “Een meisjesportret” (nr. 97)
Amsterdam 1882: Tentoonstelling van kunstwerken door vrouwen vervaardigd in de kunstzaal van het Panorama-Gebouw Plantage tegenover Artis [volgens De Tijd (19 april 1882), p. 2 via Delpher en Algemeen Handelsblad (27 april 1882), p. 9 via Delpher]
- “Philomela, teekening” (nr. 50)
- “Een musiceerende page, teekening” (nr. 51)
Rotterdam 1882: Schilderijen-Tentoonstelling te Rotterdam [volgens Het vaderland (6 juli 1882) via Delpher]
- “Floralia” (nr. 162)
Groningen 1883: Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters
- “Een vacantiedag” (nr. 131)
[…]
Den Haag 1898: Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid, 9 juli – 21 september
- “Geïllustreerd boekje getiteld “Op witte vleuglen” schrijfster mej. A.F. Dudok van Heel” (nr. 66)
- “Prijscourant Haagsche Broodfabriek” (nr. 67)
Nancy Anna Hoogewerff
Hieronder volgt een reeks van de groepstentoonstellingen waaraan Nancy Anna Hoogewerff deelneemt alsook solotentoonstellingen, voor zover ik deze heb kunnen traceren.
Den Haag 1936-1937: Tentoonstelling in Huize Koninginnegracht 77, 12 december 1936 – 3 januari 1937 [aankondiging in De Nederlander (9 december 1936), p. 2 via Delpher en recensie in Het Vaderland (30 december 1936), p. 1 via Delpher]
- “niet minder dan 48 werken”, “landschappen, stillevens en eenige portretten”, “olieverfschilderijen, “aquarellen”
Den Haag 1946: Kunsthandel Jan N. Frequin, Van Alkemadelaan 22, november – 13 december [volgens De Nederlander (26 november 1946), p. 4 via Delpher]
- “schilderijen”, “doeken”, “veel portretten, doch ook een aantal stadsgezichten”
Den Haag 1955: ‘Huisje in de Poort’, Noordeinde 82, 1 t/m 15 juni [volgens Het vaderland (31 mei 1955), p. 2 via Delpher]
- “werk uit Majorca” [“Behalve een paar portretten en figuurstukken zijn hier in hoofdzaak aanwezig landschappen uit Zuid-Frankrijk en Majorca” volgens Overijsselsch dagblad (3 juni 1955) via Delpher: “N.A. Hoogewerff, dochter van Lucia van Stolk, die geboren is uit een kunstlievend geslacht”]
Den Haag 1955: Bouchez aan het Noordeind [recensie in Het Binnenhof (16 juni 1955), p. 5 via Delpher]
- “landschappen, bloemen en enkele portretten”, “landschappen in Holland, Frankrijk en Majorca”
Den Haag 1959: Kunstzaal Theo van Efferen, Riouwstraat 68, 7 november – 26 november [RKD Excerpts, tevens aankondiging in Het vaderland (5 november 1959), p. 5 via Delpher en recensie in Het Binnenhof (16 november 1959), p. 11 via Delpher]
De Haag 1960: Jaarlijkse tentoonstelling van werk der leden De Nederlandse Kunstkring [volgens Het vaderland (12 mei 1960), p. 5 via Delpher]
- “charmante aquarel”
Voorburg 1960: Kunstzaal Kerkstraat, 22 oktober – 13 november [RKD Excerpts, tevens aankondiging in Het vaderland (15 oktober 1960), p. 6 via Delpher]
- “pastellandschappen”, “portretten”, “bloemen”
Literatuur
Eerst volgen hier de tentoonstellingscatalogi op basis waarvan ik het tentoonstellingsoverzicht van Anna Joanna van Stolk heb samengesteld. Daarna volgt de overige literatuur waarvan ik veel gebruik heb gemaakt bij het samenstellen van haar levensbeschrijving.
Catalogi
- Cat. Amsterdam 1880. Tentoonstelling van kunstwerken van Levende Meesters te Amsterdam in den jare 1880 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 15. [RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1882. Catalogus van de tentoonstelling van kunstwerken door vrouwen vervaardigd in de kunstzaal van het Panorama-Gebouw Plantage tegenover Artis (Amsterdam: Roeloffzen & Hübner), p. 8. [RKD Library]
- Cat. Den Haag 1881. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ’s Gravenhage. 1881 (Den Haag: W. Carpentier), p. 17. [Google Books en RKD Library]
- Cat. Den Haag 1898. Catalogus van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid, ’s Gravenhage juli – september 1898 (s.l. s.pub.), p. 385. [Atria]
- Cat. Goes 1881. Catalogus van de tentoonstelling van kunstwerken op het gebied van schilder- en teekenkunst vervaardigd door binnenlandsche of buitenlandsche Levende Meesters (Goes: S.J. de Jonge), p. 12. [RKD Library]
- Cat. Groningen 1883. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap Pictura (Groningen: J.B. Wolters), p. 13. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1879. Catalogus der schilder- en kunstwerken, op de tentoonstelling door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1879 (Rotterdam: s.pub.), p. 46. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1882. Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1882 (Rotterdam: s.pub.), p. 17. [RKD library]
- Cat. Zutphen 1881. Tentoonstelling van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, geopend door de kunstvereeniging Pictura (Zutphen: W.J. Thieme), p. 11. [RKD Library]
Verder
- Rotterdam 1883 Krakatau. Uitgegeven van wege de Dilettanten-Club te Rotterdam, op den Feestavond van den 13den October 1883, ten voordeele van de slachtoffers in Indië (Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1883).
- A.F. Dudok van Heel, Op witte vleuglen, ill. A.I. Hoogewerff-van Stolk (Amsterdam: Höveker en Zoon, 1892; herdruk: L.J. Veen, [1903]).
- A.A. Vorsterman van Oyen, Les dessinateurs néerlandais d’ex-libris, Archives Généalogiques & Héraldiques (Zuid-Holl. Boek- en Handelsdrukkerij, 1910), p. 16. [Delpher]
- P.H. Hefting, G.H. Breitner. Brieven aan A.P. van Stolk, met enkele brieven van A.P. van Stolk aan G.H. Breitner en van G.H. Breitner aan Mej. G.P. van Stolk (Utrecht: Haentjens Dekker & Gumbert, 1970).
- Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950, herziene ed. (Den Haag: Scheen, 1981), p. 499.
- Norbert Hostyn en Willem Rappard, Dictionaire van Belgische en Hollandse bloemenschilders geboren tussen 1750 en 1880 (Knokke-Zoute: Berko, 1995), p. 362.
- Marjan Groot, Vrouwen in de vormgeving in Nederland, 1880-1940 (Rotterdam: 010 Publishers, 2007), p. 491. [Google Books]
- Hanna Klarenbeek, Penseelprinsessen & broodschilderessen. Vrouwen in de beeldende kunst 1808-1913 (Bussum: Thott, 2012), p. 100.
- Elbrich Steegstra, ‘Collecting and exhibiting women’s graphic design in the Netherlands’, MA thesis Amsterdam: Vrije Universiteit, 2013, p. 65 (appendix I).
Noten
[1] Genealogie van het geslacht Van Stolk: uitsluitend voor de familie gedrukt (Van Waesberge, Hoogewerff & Richards, 1940), p. 213-214. [Delpher]. Voor de geboorteakte van Anna Joanna, zie Stadsarchief Rotterdam, BS Geboorte Burgerlijke Stand Rotterdam, geboorteakten, archief 999-01, inv.nr 1853A, 1853, Nadere toegang op het geboorteregister van de gemeente Rotterdam, aktenr 1853.393, folio nr a100 [Stadsarchief Rotterdam].
[2] Evelien de Visser, ‘De ‘totaal expositie’ van W.B. Tholen bij de Rotterdamsche Kunstkring in 1906’, RKD Bulletin (2020) [online]. Voor de brieven van Breitner aan Georgette Petronella van Stolk (en van vader aan Breitner), zie P.H. Hefting G.H. Breitner brieven aan A.P. van Stolk, met enkele brieven van A.P. van Stolk aan G.H. Breitner en van G.H. Breitner aan Mej. G.P. van Stolk (Den Haag: Haentjens Dekker & Gumbert, 1970).
[3] Haags Gemeentearchief, archief 0058-01 Academie van Beeldende Kunsten, inv.nr 412 Die gratis onderwijs ontvangen, 1874-1875: Meisjescursus oktober 1874 (cursus C) en april 1875 (cursus B) [Haags Gemeentearchief].
[4] Stadsarchief Rotterdam, BS Huwelijk Burgerlijke Stand Rotterdam, huwelijksakten, archief 999-06, inv.nr 1880D, 22-07-1880, Nadere toegang op het huwelijks- en echtscheidingsregister van de gemeente Rotterdam, aktenr 1880.685, folio nr d056v [Stadsarchief Rotterdam]. Zie ook advertentie in Rotterdamsch nieuwsblad (23 juli 1880), p. 3 [Delpher].
[5] Voor de aangifte van de levenloos geboren dochter, zie Stadsarchief Rotterdam, BS Overlijden Burgerlijke Stand Rotterdam, overlijdensakten, Rotterdam, archief 999-09, inv.nr 1881B, 1881, Nadere toegang op het overlijdensregister van de gemeente Rotterdam, aktenr 1881.2083, folio nr b160v [Stadsarchief Rotterdam]. Voor de registratie van het gezin en de vermelding van het vertrek naar Delft op 15 september 1885, zie Stadsarchief Rotterdam, Bevolkingsregister Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam, archief 494-03, inv.nr 510, 1880, Bevolkingsregister, Registernr. B-4, gezinshoofden Gra-Hoo, aktenr 242 [Stadsarchief Rotterdam].
[6] Voor de bespreking van Rotterdam-Krakatau zie onder andere Rotterdamsch nieuwsblad (15 oktober 1883), p. 6 [Delpher], in Het nieuws van den dag (16 oktober 1883), p. 10 [Delpher] en in Middelburgsche courant (16 oktober 1883), p. 2 [Krantenbank Zeeland]. Van Stolk doet vaker mee aan liefdadige initiatieven. Volgens Opregte Haarlemsche Courant (31 maart 1880) zendt ze als lid van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam een aquarel in voor een verloting ten behoeve van recente watersnoodslachtoffers.
[7] De benoeming staat onder andere in Java-bode: nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie (2 augustus 1885), p. 1 [Delpher]. Voor de latere verhuizing van Anna Joanna van Stolk Wassenaar naar Den Haag na het overlijden van haar echtgenoot, zie Haags Gemeentearchief te Den Haag, Bevolkingsregister Bevolkingsregister gemeente Den Haag, archief 354-01, inv.nr 766, 1913, Haags Bevolkingsregister (gezinskaarten) [Haags Gemeentearchief]. Voor de overlijdensakte van Anna Joanna van Stolk, zie Haags Gemeentearchief te Den Haag, BS Overlijden Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage, archief 335-01, inv.nr 1616, 11-01-1938, Overlijdensakten Den Haag, aktenr A71 [Haags Gemeentearchief].
[8] Vorsterman van Oyen 1910, p. 16.
[9] Marianne Brandis, Frontiers and Sanctuaries: A Woman’s Life in Holland and Canada (Quebec: McGill-Queen’s University Press, 2006), p. 60-62.
[10] Voor Hans Hoogewerff, zie Biografisch woordenboek Gelderland: bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis, deel 8, red. I.D. Jacobs, J.A.E. Kuys, P.W. van Wissing (Hilversum: Verloren, 1998), p. 56-58.
[11] Voor het huwelijk van Nancy Anna met Willem Casimir Knoops, technoloog bij de Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij, op 21 juni 1906, zie Archief Delft, BS Huwelijk Archief van de burgerlijke stand van Delft, Delft, archief 15, inv.nr 00255, Register van huwelijks- en echtscheidingsakten, 1906, aktenr 111 [Archief Delft] in bijzijn van Jacob Knoops, architect te Nijmegen. Het huwelijk tussen Nancy Anna en Willem Casimir Knoops wordt in 1928 ontbonden.
