
Haar illustraties
In de 19de eeuw zoeken kunstenaressen naar mogelijkheden om hun werk te tonen. Sommigen worden illustratrice, omdat dit beter te combineren is met hun nieuwe rol als echtgenote en vooral als moeder. Een voorbeeld is Anna Joanna van Stolk over wie ik een post schreef met de titel ‘Schilderes en illustratrice’. Nadat in 1883 haar dochters geboren worden, gaat Van Stolk illustreren. Exposeren doet ze dan niet of nauwelijks meer. Ook schilderes Clara Buining-Bruins houdt na de geboorte van haar eerste kind op met tentoonstellen. In plaats daarvan zoekt ze de openbaarheid met haar illustraties. Een kinderboek met platen naar haar tekeningen heeft echter de twijfelachtige eer om aan het begin te staan van de racistische stereotypering van Zwarte Piet, zoals die zich sinds de 19de eeuw in Nederland ontwikkelt.
Bruins
Clara Bruins (1859-1922) wordt geboren in Assen. Ze is de dochter van zaakwaarnemer Roelof Bruins en Geesjen Jurriens Kwakenbrug. In 1882 treedt Bruins in het huwelijk met Jean Nicolas Tjaart Buining, leraar tekenen aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda. [1] Het echtpaar gaat dan in Breda wonen.

Kinderen volgen in 1886. Dan bevalt Bruins van een dochter die de naam Jeanne Marguérite krijgt. [2] Aangifte doen twee collega’s van Buining: Rutger van Eck en Jacob de Jongh. Op 17 februari 1896 bevalt Bruins van een zoon die als levenloos wordt opgegeven bij de burgerlijke stand. [3] Op 13 juli 1898 volgt dan Geesjen Roelfina Imka en op 19 januari 1901 komt ten slotte nog een dochter ter wereld: Jeanette Greta. [4] Getuigen zijn opnieuw twee collega’s van Buining: Antonius Johannes Klein Sworminck en wederom Jacob de Jong. Buining geeft inmiddels les aan de hogere burgerschool te Breda, mogelijk via Jacob de Jong die daar ook al werkt.
Bruins’ echtgenoot overlijdt op 8 november 1914. [5] Dan verhuist Bruins naar Groningen en in 1917 naar Hilversum. Ze sterft in 1922.

Gunstige pers
Zoals voor veel vrouwelijke kunstenaars vormt het jaar dat Bruins eerste kind ter wereld komt, een keerpunt in haar artistieke leven. Voordat dochter Jeanne Marguérite wordt geboren, exposeert ze meermaals, onder andere in Groningen en Rotterdam. Naar aanleiding daarvan krijgt ze aardige kritieken in de pers.
Zo schrijft een kunstcriticus naar aanleiding van de tentoonstelling in Rotterdam in 1882:
Een aardig kopje is Penserosa van mej. van Es, in den tuinman van mej. Bruins is wel karakter.
– Rotterdamsch nieuwsblad (10 juli 1882), p. 2 via Delpher
Na de geboorte van Jeanne Marguérite stopt Bruins echter met deelname aan tentoonstellingen. Ze blijft ongetwijfeld schilderen, maar ze gaat zich daarnaast toeleggen op illustratiewerk. In 1887 draagt de tekenares bijvoorbeeld bij aan een album voor koning Willem III ter ere van diens 70ste verjaardag. De portefeuille met tekeningen bevat getekende bijdragen van jonge kunstenaars die een jaargeld van de koning en koningin ontvangen hebben, volgens Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (21 februari 1887). Bruins kreeg deze koninklijke subsidie voor de schilderkunst namelijk in de jaren 1882 en 1883. [6]
Bruins is niet de enige deelnemende kunstenares. Ook Suze Robertson, Johanna Emerentia van Son en Anna Wijthoff, die meermaals een koninklijke subsidie hebben ontvangen, leveren een bijdrage aan het album.
In eerste instantie zou ieders bijdrage uit “een versierde handtekening” bestaan. Echter:
Van handteekeningen werden het meerendeels complete teekeningen en, naar men ons verzekert, de feestgave groeide tot een der interessantste portefeuilles kunst, die ooit voor dergelijke gelegenheden werden bijeengezameld.
De bijdragen zijn getekend op kartons van 50 bij 68 cm, gevat in losse portefeuille-dekbladen, bijeengehouden door fluwelen strikken. Het geheel is bovendien gevat in een mahoniehouten etui.
Illustraties
In 1888 ziet vervolgens het Groot Sint-Nicolaasboek het licht, met verzen van F.G. Bos. Deze dichter schreef al eerder kinderversjes voor prentenboeken, zoals Kindervreugd. [7]

Bruins verzorgt 12 tekeningen die aan de basis liggen van de platen in het Groot Sint-Nicolaasboek. Ook daarvoor ontvangt Bruins voorzichtige complimenten. Het boek is vooral geslaagd vanwege “de fraai gekleurde, niet onaardig geteekende platen”, stelt een recensent in De Tijd (3 december 1888). Deze vindt de versjes overigens minder gelukkig geslaagd.



Bruins volgt Bos’ verzen nauwgezet en geeft daarmee dus ook een gezicht aan de knecht van de Sint die Bos veelvuldig in zijn dichtregels noemt:
Een korf vol heerlijks draagt
De zwarte knecht op ’t hoofd:
O, wien van als dat moois
Het mooiste eens was beloofd.
En verderop rijmt Bos:
Waart ge immer zoet,
En stil en goed,
Dan zal hij u gewis beloonen,
Maar deedt ge slecht,
Zijn zwarte knecht
Zal geenszins u van straf verschoonen.
Sinterklaas’ helper – die eerder verschillende verschijningsvormen kende – wordt in deze tijd tot een zwarte bediende, zeer waarschijnlijk refererend aan tot slaaf gemaakten. In haar artikel over de wortels van Zwarte Piet noemt Rebecca Brienen dan ook onder andere de afbeeldingen in Bos’ Groot Sint-Nicolaasboek, gemaakt dus door Bruins. [8] Hiermee staan zowel verzen als illustraties aan het begin van de ontwikkeling waarbij de knecht van Sinterklaas uiteindelijk verandert in een stereotyperende karikatuur.
Kritische kanttekeningen
Ook al zijn het latere illustratoren die de visuele traditie verder aanpassen, Bruins’ illustraties staan aan het begin van deze racistische ontwikkeling en behoeven dus kritische kanttekeningen, net als Bos’ verzen overigens, die immers aan de basis liggen van Bruins creaties. Terecht worden deze verhalen en de bijbehorende illustraties tegenwoordig tegen het licht gehouden, bijvoorbeeld in het promotie-onderzoek naar de ontwikkeling van het Sinterklaasfeest door kunsthistorica Hanneke Nap.
Behalve het startpunt van een negatieve ontwikkeling in beeldvorming zijn Bruins’ illustraties ook een voorbeeld van de artistieke productie van vrouwelijke kunstenaars. Binnen de kaders van het moederschap zoekt Bruins naar nieuwe mogelijkheden om haar werk aan een breed publiek te blijven tonen. Ondanks het feit dat de kunstenares niet langer wil of kan exposeren, weet ze via haar illustraties toch met haar werk in de openbaarheid te blijven.
Tentoonstellingen
Hier volgt een overzicht van de groepstentoonstellingen waaraan Clara Bruins tussen 1880 en 1886 deelneemt. Hiervoor heb ik uitputtend gebruik gemaakt van de gedigitaliseerde tentoonstellingscatalogi in RKD Library van het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis en op Google Books.
Groningen 1880: Tentoonstelling van wege het kunstlievend genootschap Pictura
- Een binnenhuis (nr. 25)
- Een kinderportret (nr. 26)
Rotterdam 1882: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen
- De tuinman (nr. 47)
- Al spelende leeren (nr. 48)
Groningen 1883: Tentoonstelling van wege het kunstlievend genootschap Pictura
- Om den broode (Drentsch binnenhuis) (nr. 39)
- Ongewenschte hulp (nr. 40)
Rotterdam 1885: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen
- Portret (nr. 51)
Amsterdam, Arti et Amicitiae 1886: Tentoonstelling van de kunstwerken, geschonken aan het ondersteuningsfonds, opgericht door het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, 14 februari
- Landschap (nr. 44)
Groningen 1886: Tentoonstelling van wege het kunstlievend genootschap Pictura
- In den zomer (nr. 29)
Catalogi
Hier volgen de tentoonstellingscatalogi op basis waarvan ik het tentoonstellingsoverzicht van Clara Bruins heb samengesteld. Archiefstukken en overige literatuur waarvan ik gebruik heb gemaakt bij het schrijven over Bruins, staan genoemd in de noten.
- Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1886. Catalogus van de kunstwerken, geschonken aan het ondersteuningsfonds, opgericht door het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, tentoongesteld in de kunstzalen der Maatschappij Arti et Amicitiae. 14 Februari 1886 (Amsterdam), p. 6. [RKD Library]
- Cat. Groningen 1880. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap ter aanmoediging en bevordering van Teeken- en Schilderkunst, onder den naam: Pictura, te Groningen (Groningen: Van Heijningen Bosch & Co), p. 6. [RKD Library]
- Cat. Groningen 1883. Lijst van schilderijen van levende Nederlandsche meesters waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 6. [RKD Library]
- Cat. Groningen 1886. Lijst van schilderijen van schilderijen van levende Nederlandsche meesters, waarvan de tentoonstelling zal plaats hebben van wege het kunstlievend genootschap Pictura, te Groningen (Groningen: J.B. Wolters), p. 5. [RKD library]
- Cat. Rotterdam 1882. Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1882 (Rotterdam), p. 7. [RKD Library en Google Books]
- Cat. Rotterdam 1885. Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1885 (Rotterdam), p. 7. [RKD Library en Google Books]
Noten
[1] Alle Groningers te Groningen, Periode: 1885, Slochteren, 8 februari 1885, Huwelijksregister 1885, aktenr. 5 [open archieven].
[2] Brabants Historisch Informatie Centrum te Brabant, BS Geboorte Bron: boek, Deel: 1192, Periode: 1886, Breda, archief 50, inv.nr. 1192, 25 augustus 1886, Geboorteregister 1886, aktenr. 477 [open archieven].
[3] Brabants Historisch Informatie Centrum, BS Overlijden Bron: boek, Deel: 1419, Periode: 1896, Breda, archief 50, inv.nr. 1419, 18 februari 1896, Overlijdensregister Breda 1896, aktenr. 74 [open archieven].
[4] Voor Geesje Roelfina Imka, zie Brabants Historisch Informatie Centrum, Periode: 1898, Breda, archief 50, inv.nr. 1198, 14 juli 1898, aktenr. 475 [open archieven]. Voor Jeanette Greta, zie Stadsarchief Breda, Bron: boek, Periode: 1901, Breda, 22 januari 1901, Geboorteregister 1901, aktenr. 48 [open archieven].
[5] Stadsarchief Breda, BS Periode: 1914, Breda, 10 november 1914, Overlijdensregister 1914, aktenr. 402 [open archieven].
[6] Hanna Klarenbeek, Penseelprinsessen & broodschilderessen: Vrouwen in de beeldende kunst 1808-1913 (Bussum: Thoth, 2012), p. 212 n. 237.
[7] F.G. Bos, Kindervreugd: een vijftal lieve verhaaltjes, met zes fraaie platen in kleurendruk (Groningen: W.R. Casparie, [187?]) [Delpher].
[8] Rebecca P. Brienen, ‘Types and Stereotypes: Zwarte Piet and Early Modern Sources’ in Dutch Racism, red. Philomena Essed and Isabel Hoving (Amsterdam – New York: Rodopi, 2014), p. 179-200, daar p. 182. [Google Books].