Antieke beelden tot leven
Het gebeurt niet vaak dat drie musea de krachten bundelen voor een grote tentoonstelling gewijd aan één kunstenaar. Het bijzondere resultaat van een dergelijke gezamenlijk inspanning is nu te zien in Frans Hals Museum, Stedelijk Museum Alkmaar en Teylers Museum. Deze drie instellingen organiseerden gezamenlijk een overzichtstentoonstelling van het werk van de 16de-eeuwse schilder Maarten van Heemskerck (1498-1574). Verdeeld over de drie locaties wordt zijn tekeningen, schilderijen en prenten getoond en dat biedt allerlei aanknopingspunten tot reflectie. De portretten, de religieuze voorstellingen, ze zijn allemaal fascinerend mooi, maar ik beperk me hier tot twee werken. Daarin wekt Van Heemskerck als een barmhartige Samaritaan antieke beelden tot leven.
Een kunstenaar, drie musea
De opzet van de overzichtstentoonstelling is doordacht. Elk van de drie musea legt zijn eigen nadruk. In Frans Hals Museum staat bijvoorbeeld het vroege werk van Maarten van Heemskerck centraal, geplaatst naast dat van tijdgenoten, met name Jan van Scorel en Jan Gossart. Het Stedelijk Museum Alkmaar is vooral gewijd aan Van Heemskercks reis naar Italië.[1] In het Teylers Museum ten slotte is een tentoonstelling over zijn prenten na terugkeer uit Italië. Elk van de drie musea toont dus een andere periode uit het leven van deze 16de-eeuwse kunstenaar.
Het belang van Rome voor Van Heemskerck wordt vooral in Stedelijk Museum Alkmaar uiteengezet en daarmee vormt dit museum in feite de spil van de drietrapstentoonstelling.
Vormend verblijf
Vanaf 1532 woont en werkt Van Heemskerck ruim vier jaar in de Italiaanse stad. Het is een vormend verblijf. Van Heemskerck ziet in Rome het werk van eigentijdse Italiaanse beeldhouwers, zoals Michelangelo en Baccio Bandinelli, maar de stad staat ook vol met fragmenten, brokstukken en ruïnes uit de klassieke oudheid. Daar komen vanwege geregelde opgravingen bovendien steeds antieke beelden bij. Van Heemskerck begint alles vol overgave te tekenen.

Twee werken op de tentoonstelling illustreren het belang van Rome voor Van Heemskerck bij uitstek: een landschap met het verhaal van de barmhartige Samaritaan en een voorstelling van een antiek amfitheater. Het eerste hangt in Frans Hals Museum, het ander in Stedelijk Museum Alkmaar. De onderwerpen zijn verschillend en toch liggen de twee werken in elkaars verlengde. In beiden speelt namelijk een antiek beeld van de Romeinse god Jupiter een hoofdrol.
Amfitheater
In 1552 schildert Van Heemskerck een fascinerende voorstelling van een antiek amfitheater, geïnspireerd door het Colosseum in Rome. Het theater is vervallen, een ruïne, zoals ook het Colosseum een ruïne is in de tijd dat Van Heemskerck in de Italiaanse stad woont en werkt. Het amfitheater op het schilderij is echter een gefantaseerd gebouw dat slechts in de verte teruggaat op het Romeinse voorbeeld.

De kunstenaar schildert het vanuit een vogelvluchtperspectief – gezien vanuit een hoog standpunt – zodat het interieur goed zichtbaar is. Bovendien laat de schilder een zijde van het amfitheater open. Met andere woorden, hij laat muren achterwege die het zicht op de binnenkant maar zouden belemmeren.
Bedrijvigheid
In de arena vechten mensen met stieren. Sommige dieren liggen al dood op de grond en mensen worden gewond afgevoerd. De tribunes zijn gevuld met toeschouwers waarvan sommigen nauwelijks aandacht lijken te hebben voor de gevechten, maar vooral met elkaar bezig zijn.
Ook op de voorgrond gebeurt van alles. Een kwakzalver brengt bijvoorbeeld zijn waar aan de man, terwijl een omstander wordt bestolen. Passanten van alle rangen en standen komen voorbij. Verstopt in een donker hoekje tussen de muren van het amfitheater staat een vrijend koppel dat zich onbespied waant. Van Heemskerck schildert hier de bedrijvigheid van een grote stad, ongetwijfeld met eigentijdse Rome in het achterhoofd.

Er gebeurt heel veel op het paneel en steeds trekt een andere kleine scène de aandacht. Het meest opvallend is echter een kolossaal beeld van de Romeinse god Jupiter dat in het midden van het amfitheater staat opgesteld. Vanaf een hoge sokkel overziet de godheid wat er om hem heen gebeurt. Het is een opstelling waarin Van Heemskerck zijn fantasie over het oude Rome de vrije loop laat.
Barmhartige Samaritaan
Ook in een tweede schilderij speelt een beeld van Jupiter een belangrijke rol. Rond 1550 schildert Van Heemskerck een wijds landschap met daarin een voorstelling van de barmhartige Samaritaan. Dit Bijbelverhaal gaat over een man die onderweg van Jeruzalem naar Jericho wordt overvallen. Hij wordt mishandeld, ontkleed en meer dood dan levend achtergelaten. Na een tijd komt een priester voorbij die met een grote boog om hem heen loopt. Vervolgens doet een Leviet hetzelfde. Ten slotte passeert een Samaritaan die medelijden krijgt. Deze laatste passant stapt vervolgens van zijn rijdier en ontfermt zich over het slachtoffer.

In het schilderij doet Van Heemskerck enkele opvallende dingen. Allereerst plaatst hij het Bijbelverhaal niet in de buurt van Jeruzalem. Op de achtergrond schildert hij namelijk een vogelvluchtperspectief van de stad Rome, met vooraan duidelijk herkenbaar de Engelenburcht. Bovendien geeft de schilder het Bijbelverhaal geen centrale plaats. Het speelt zich af aan de randen van het paneel.
Bijbel in de eigen tijd
De schilder toont twee opeenvolgende momenten in het Bijbelse verhaal. De eerste scène bevindt zich vooraan, uiterst rechts. De Samaritaan, gekleed in een rode mantel, is van zijn paard gestapt en ontfermt zich over de halfnaakte man op de grond. Vlak achter de Samaritaan zien we een anekdotisch detail dat Van Heemskerck waarschijnlijk aan het eigentijdse Rome ontleent. Daar verzamelt zich een groepje pelgrims rond een fontein. Rome trok immers veel van dergelijke vrome reizigers die afkwamen op de vele heiligdommen die de stad rijk was. Ze zijn als pelgrims te herkennen vanwege hun mantels, hoeden en de staf in hun handen.[2]

Meer naar het midden – maar nog steeds op de voorgrond – zien we de Samaritaan opnieuw: hij heeft de gewonde man inmiddels op zijn paard gehesen en rijdt met hem in de richting van de ommuurde stad. Onderweg passeert hij een opgraving. Hier wordt een meer dan levensgroot klassiek beeld opgegraven. Het is de klassieke god Jupiter, met de adelaar aan zijn voeten, zoals we hem zagen op het schilderij met het amfitheater.

Van Heemskerck verbeeldt hier een opgraving zoals hij die mogelijk zelf in Rome heeft gezien. Vier stammen zijn onder het grote beeld geschoven en een touw is om de sokkel gebonden. Het uiteinde is om een katrol gewikkeld die door twee mannen in beweging wordt gezet. Zo trekken zij de enorme sculptuur, groter dan zijzelf, uit de grond.
Tot leven gewekt
De opgravingsscène maakt Landschap met de barmhartige Samaritaan tot een vervolg op het schilderij met het amfitheater. Daar vormt de Romeinse godheid nog het trotse middelpunt. Op het schilderij met de Samaritaan wordt het gevallen antieke beeld aan zijn voeten uit de grond getrokken, onttrokken aan de vergetelheid, zou je kunnen zeggen.
De opgraving van het antieke beeld vormt een fascinerende verhalende tegenhanger van de Bijbelse parabel. Het antieke beeld en de Bijbelse protagonist lijken op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken te hebben. Toch zijn er overeenkomsten.
Beeld en bijbelfiguur zijn gevallen, geveld, slechts een schaduw van hun vroegere zelf. Ze liggen roerloos op de grond met hun ontblote torso’s, slechts gekleed in een lendendoek. Beiden zijn achtergelaten totdat ze uiteindelijk weer door passanten worden ontdekt. Overgeleverd aan de willekeur van welwillende voorbijgangers worden ze weer tot leven gewekt.
Daarmee lijkt de opgraving een commentaar op de Bijbelse scène. Misschien zag Van Heemskerck ook een parallel met zichzelf als schilder. Zoals de Samaritaan de man uit Jeruzalem onder zijn hoede neemt, zo ontfermt Van Heemskerck zich immers over nieuw ontdekte restanten uit de klassieke oudheid. Met zijn schilderijen wekt hij deze antieke beelden tot leven.
De overzichtstentoonstelling ‘Maarten van Heemskerck: één tentoonstelling in drie musea’, in Stedelijk Museum Alkmaar, Frans Hals Museum en Teylers Museum is nog te zien tot en met 19 januari 2025.
Noten
[1] ‘Maarten van Heemskerck’, website van het Stedelijk Museum Alkmaar, geraadpleegd 24 december 2024.
[2] Over pelgrims in Rome schreef ik al eens blogs met de titels ‘De Vera Icon: reliek en visioen’ en ‘Veronica-souvenirs uit Rome’.