
Kluwen IJzerdraat
Toen ik me verdiepte in kunstschilderes Hermine IJzerdraat (1876-1963), raakte ik verstrikt in een web van creatieve en kunstzinnige familieleden. IJzerdraat stamt namelijk uit een groot en hecht gezin van kunstenaars en kunstnijveraars waarvan sommigen, behalve hun beroep, ook voorletters en voornamen delen. Dat zorgt dus voor flinke verwarring wanneer de naam IJzerdraat opduikt in de bronnen. Om te beginnen is vader Willem Bernardus IJzerdraat een succesvol tekenaar, schilder en lithograaf. Een broer van Hermine wordt eveneens lithograaf-graveur. Een ander – met dezelfde naam als haar vader – wordt prominent beeldhouwer en maar liefst vier broers en zussen worden docent handvaardigheid. Het is dus tijd om een en ander op een rij te zetten en de kluwen IJzerdraat te ontwarren.
Kunstenaarsfamilie
Hermine IJzerdraat groeit op in een gezin met 10 kinderen. In 1871 wordt eerst Willem Adrianus geboren, vervolgens Willem Bernardus in 1872 en Anna in 1873 of 1874. Twee jaar later komt dan als vierde Hermine ter wereld. Daarna volgen nog 6 kinderen: Elisabeth Sallij (1879), Jacobus (1881), Johannes (1883), Alberta (1886), Leonard (1888) en ten slotte Bernardus (1891), zoals ik uitvoeriger beschreef in mijn eerste blogpost over Hermine IJzerdraat.
Vader Willem Bernardus IJzerdraat bouwt aan een carrière als lithograaf. In 1872 ontvangt hij voor zijn reproductie van Rembrandts Anatomische les zelfs een gouden medaille voor kunsten en wetenschappen van de keizer van Oostenrijk volgens Algemeen handelsblad (20 juni 1872). Daarnaast is hij tekenaar, aquarellist en kunstschilder. Er wordt bijvoorbeeld een olieverfschilderij van hem genoemd in Het vaderland (10 juli 1875).
Wij werden heden in de gelegenheid gesteld een fraai en zeer gelijkend portret in olieverf van Prins Hendrik te bezichtigen. Het is vervaardigd door den schilder IJzerdraat.
In de voetsporen van hun artistieke vader kiezen veel van zijn kinderen ook voor een loopbaan in de kunst en kunstnijverheid.
Beeldhouwer
De meest bekende kunstenaar onder de broers en zussen is ongetwijfeld Willem Bernardus IJzerdraat junior (1872-1948). Deze studeert eerst aan de kunstnijverheidsschool Quellinus in Amsterdam. In 1891 krijgt hij daar zijn diploma, volgens Het nieuws van den dag (21 juli 1891). Daarna studeert hij verder aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten en in 1897-1898 aan de tekenacademie in Düsseldorf.[1]

Onder andere maakt Willem Bernardus IJzerdraat een portret van de Nederlandse zakenman en politicus Floor Wibaut dat in de gevel van het woningcomplex De Dageraad op het Henriëtte Ronnerplein wordt geplaatst. Helaas raakt de sculptuur in de Tweede Wereldoorlog beschadigd. Daarnaast maakt IJzerdraat de figuren aan weerszijden van de ingang van het nog bestaande pand aan de Herman Heijermansweg, waar het kantoor van bakkersgezellenbond was gevestigd. Het zijn maar een paar willekeurige voorbeelden van werk van deze beeldhouwer die overigens ook als illustrator werkzaam is.
Ook Hermine wordt, als beschreven in mijn voorgaande posts ‘Veel kennis en kunst’, onder andere kunstschilderes en tekenares. Gedrieën doen vader, zoon en dochter vervolgens mee aan een kunstbeschouwing van tekengenootschap Kunst zij ons Doel in 1901 en daar noemt een kunstcriticus van Haarlem’s dagblad (23 februari 1901) vader IJzerdraat “het hoofd van een kunstenaarsfamilie”, maar zijn kinderen Willem Bernardus en Hermine zijn niet de enigen met kunstzinnig talent en ambitie.
Kunstnijverheidsdocenten
De meeste van de broers en zussen IJzerdraat kiezen voor werk als kunstnijverheidsdocent. In 1900 start bijvoorbeeld een “A. IJzerdraat” met haar opleiding aan De School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten in Haarlem.[2] Wanneer we een zus van Hermine IJzerdraat moeten aanwijzen wier naam begint met een A, hebben we echter de keuze. Het zou namelijk om zowel Anna (geb. 1873 of 1874) als Alberta, dan 14 jaar oud (geb. 1886), kunnen gaan.
Anna en Alberta kiezen bovendien een vergelijkbaar carrièrepad. In 1902 slaagt “A. IJzerdraat, Haarlem” voor het eindexamen nuttige handwerken, volgens Haagsche courant (28 februari 1902). Er slaagt opnieuw een “A. IJzerdraat … van Haarlem” voor hetzelfde examen in 1903, volgens De nieuwe courant (26 februari 1903). Het lijkt er dus op dat zowel Anna als de jongere Alberta dit examen doen.[3] Dat blijkt ook uit het volgende, want op 28 december 1906 doen de vrouwen “Alb. IJzerdraat en A. IJzerdraat, beiden Haarlem” examen handenarbeid volgens Algemeen handelsblad (28 december 1906).
Kamperlaan en Kleverparkweg
In 1905 geeft “A. IJzerdraat, Kamperlaan” lessen in houtsnijden en brandschilderen volgens een advertentie in Haarlem’s dagblad (20 februari 1905).

Volgens de adresboeken van Haarlem wonen in 1905 op dit adres echter alleen boekhouder Jacobus, zijn vader Willem Bernardus en zijn broer met dezelfde naam.[4] A. IJzerdraad blijft steevast onvermeld, hoewel ze er weldegelijk woont. Eind 1905 exposeert deze “Mejuffrouw A. IJzerdraat” namelijk een verzameling houtsnij- en brandschilderwerk in de lokalen van de Haarlemse meisjesschool voor particulier onderwijs, volgens Haarlem’s dagblad (18 december 1905). Volgens de verslaggever was de lerares zo vriendelijk om het werk voorafgaand aan de expositie te tonen in haar atelier aan de Kamperlaan. In 1909 accepteert zij vervolgens de taak van correspondente te Haarlem voor de nationale huisvlijttentoonstelling volgens Nieuwe Haarlemsche courant (24 september 1909). Haar adres is dan opnieuw Kamperlaan 8.
Vanaf 1904 woont een andere A. IJzerdraat, onderwijzeres in houtsnijden en brandschilderen, aan de Kleverparkweg in Haarlem, samen met bloemist Willem Adrianus IJzerdraat.[5] In 1908 staat zij echter niet meer geregistreerd op dit adres, wat doet vermoeden dat het hier om Alberta gaat. Die wordt in dat jaar namelijk aangesteld als onderwijzeres in Zandvoort. Dat zou betekenen dat Anna IJzerdraat degene is die op het adres Kamperlaan woont, met haar ouders en broer Jacobus.
Zandvoort
In 1908 wordt “A. IJzerdraat van Haarlem” benoemd als lerares op een lagere school in Zandvoort volgens Nieuwe Haarlemsche courant (11 februari 1908).[6]

De gelukkige is zonder twijfel Alberta IJzerdraat, zo blijkt vervolgens uit de bevolkingsregisters, want zij vestigt zich op 19 maart 1908 in Zandvoort.[7] “Mej. IJzerdraat, onderwijzeres alhier [Zandvoort]”, komt nogmaals ter sprake als correspondente te Zandvoort voor de nationale huisvlijttentoonstelling, die gehouden zal worden in Den Haag volgens Nieuwe Haarlemsche courant (21 februari 1910). Diezelfde taak heeft Anna een jaar eerder voor Haarlem op zich genomen.
In 1917 zegt Alberta haar baan als onderwijzeres op omdat zij dan met waterkundig ingenieur Herman Marius de Munck in het huwelijk treedt.[8] In 1918 overlijdt ze, slechts een jaar na haar huwelijk.[9]
Nog meer handenarbeid
Ondertussen gaat ook broer Johan zich in handwerk bekwamen. Ook hij studeert aan de Haarlemse kunstnijverheidsschool, net als zijn zussen.[10] In 1911 staat hij vervolgens als amanuensis van de H.B.S. in de adresboeken van Haarlem.[11] Onderwijsassistent blijft hij, maar vanaf 1915 biedt hij daarnaast huisvlijtlessen aan, gezien advertenties zoals bijvoorbeeld in Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant (16 september 1916).

Daarbij legt Johan een fascinatie voor techniek aan de dag. Zijn openbare lessen aan de M.U.L.O te Bloemendaal, waar hij jongens technische modellen laat maken, vooral van voer- en vaartuigen, trekken meer en meer liefhebbers, zo bericht Het Bloemendaalsch weekblad (24 juni 1916). Behalve schepen maken de leerlingen van de M.U.L.O. daar ook modellen van hijskranen en tramwagens.
Daarnaast verzorgt Johan IJzerdraat lezingen over technische onderwerpen, zoals “De moderne techniek en hare toepassing in het jongensleven” op 8 april volgens Het Bloemendaalsch weekblad (8 april 1916) Tot slot geeft hij ook lessen in hout- en metaalbewerking voor jongens. Dat doet hij aan de Duvenvoordestraat waar hij inmiddels woont met zijn moeder en zus Anna, volgens hetzelfde Bloemendaalsch weekblad (4 november 1916).
Kennemerlyceum
In 1918 richt Johan IJzerdraat vervolgens een modeljachtclub op voor jongens tussen de 10 en 18 jaar. Er is zowel aandacht voor het bouwen als het zeilen met scheepsmodellen, waarbij het voornaamste doel is om handenarbeid en huisvlijt bij jongens te bevorderen. Na een jaar organiseert IJzerdraat bovendien een tentoonstelling van scheepsmodellen, gemaakt door leden en aangevuld met werk van liefhebbers en vaklieden, volgens Het nieuws van den dag (28 maart 1918). De zeilwedstrijd moet echter vanwege slechte weersomstandigheden worden uitgesteld volgens Haarlem’s dagblad (8 juni 1918), maar kan gelukkig enkele dagen later alsnog plaatsvinden.
In 1920 gaan Johan en Anna IJzerdraat overigens allebei aan de slag als onderwijzers handenarbeid op dezelfde school. Een verslaggever van Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad (9 juli 1920) noemt de benoeming van beiden aan het Kennemer Lyceum te Bloemendaal waar ook kunstenaar Anton Pieck van 1920 tot 1960 verbonden is als leraar tekenen. Geen wonder dus dat er ook tekeningen van Anton Pieck te winnen als Anna IJzerdraat in 1926 een fancyfair organiseert om geld in te zamelen voor de slachtoffers van een recente watersnood, volgens onder andere Nieuwe Haarlemsche courant (11 januari 1926).
Mooie prijzen worden verloot, andere per opbod verkocht. Behalve het werk van de handenarbeidklassen van Anna IJzerdraat maakt een verslaggever van Nieuwe Haarlemsche courant (8 februari 1926) onder andere melding van “etswerk van H. Heuff en [de al genoemde] Anton Pieck”. Een andere beloning is een klein weefgetouw volgens Nieuwe Haarlemsche courant (11 februari 1926), ongetwijfeld van het populaire model dat haar Anna’s broer Bernardus IJzerdraat ontwikkelt. (Over hem en het weefgetouw schrijf ik in een volgende post.) De winnaar van het weefgetouw krijgt er zelfs 6 lessen bij. De bazar brengt uiteindelijk ruim 200 gulden op volgens Nieuwe Haarlemsche courant (15 februari 1926). Volgens de calculator Prijzen Toen en Nu van het Centraal Bureau voor de Statistiek komt dit overeen met een bedrag van ongeveer 2.060 euro nu.
Man van de scheepjes
Scheepsmodellen blijven een terugkerend thema in het werk van Johan. Elis M. Rogge – die al in mijn post over Hermine IJzerdraat aan bod kwam – beschrijft hem in 1926 niet voor niets als “de man van de scheepjes” in Nieuwe Rotterdamsche courant (7 december 1926). Daarnaast bouwt Johan ook andere technische modellen. In 1936 vervaardigt hij bijvoorbeeld samen met O.F. Muller von Czernicki een model van een zeehorologie of scheepstijdmeter, naar een ontwerp van de 17e-eeuwse geleerde Constantijn Huygens.

Omdat er geen exemplaren van Huygens scheepstijdmeter zijn overgeleverd, maakt zeevaartkundige Ernst Crone een reconstructie die vervolgens door IJzerdraat en Muller von Czernicki wordt gebouwd. Het Amsterdamse Scheepvaartmuseum mag de reconstructie vervolgens in ontvangst nemen volgens De Gooi- en Eemlander (28-januari 1936). Ook maakt Johan IJzerdraat een altviool die hij schenkt aan het Haags Gemeentemuseum volgens Het Binnenhof (28 december 1949).

Daarnaast gaat Johan vanaf 1926 aan de slag als wever. Aan Johans weefwerk zal ik in een volgende post aandacht besteden. Ten slotte is hij ook nog actief als houtbewerker. Zo maakt hij in opdracht van het Koloniaal Instituut 15 houten beelden van mensfiguren, elk meer dan een halve meter hoog.



De beschilderde beelden representeren diverse inwoners van Nederlands-Indië, dan een kolonie van Nederland, het huidige Indonesië. IJzerdraats houtsnijwerk wordt vervolgens uitgestald in het paviljoen gewijd aan de Nederlandse koloniën op New York World’s Fair in 1939.[12] Daar omringen ze de maquettes.
Gravures en cement
Leonard (Leo) IJzerdraat, geboren in 1888, is op één na de jongste van het gezin IJzerdraat. Volgens de militieregisters van 1908 is hij lithograaf, net als zijn vader.[13] In 1917 exposeert hij bijvoorbeeld enkele houtsneden op een tentoonstelling bij kunsthandel Smit in Haarlem volgens Nieuwe Haarlemsche courant (11 augustus 1917), “waarbij ‘Oude Schuit’ gelukkig van verdeeling in zwart en wit”. Zo oordeelt althans de betreffende recensent M.v.d.W., wellicht schilder en kunstcriticus Maurits (Mau) van der Valk. Bovendien zijn op een tentoonstelling van het Haarlemse Teekencollege Kunst Zij Ons Doel “een wat onrustige houtsnede en een goede houtskoolteekening” van Leo IJzerdraat te zien volgens dezelfde recensent in Nieuwe Haarlemsche courant (23 februari 1918).

Naast zijn werk als tekenaar en graficus gaat Leo IJzerdraat ook als cementwerker aan de slag.[14] In 1922 geeft hij inmiddels leiding aan een kunststeenbedrijf in grafmonumenten, terrazzovloeren en tuinvazen in Tilburg. Daarnaast blijft hij echter ook grafiek maken. In 1925 stelt hij bijvoorbeeld nog enkele houtsneden tentoon als onderdeel van een portefeuille van de Rotterdamsche Kunstkring volgens Nieuwe Rotterdamsche courant (31 december 1925).
Wanneer Leo vervolgens van van Tilburg naar Ginneken verhuist, staat hij bovendien bekend als kunstschilder.[15] In 1942 exposeert hij namelijk twee doeken Kastanjebloesem en Doode kraaien in het Van Abbemuseum tijdens een tentoonstelling gewijd aan Zeeuwse en Brabantse schilders.[16] Ze vallen in smaak. Journalist en publicist Jozef Creyghton noemt bijvoorbeeld IJzerdraats voorstelling van kastanjebloesem in dagblad De Zuid-Willemsvaart (17 juni 1942) als een voorbeeld van één van de geslaagde werken op de expositie.
Onderwijzers, kunstnijveraars en kunstenaars
Veel van de kinderen uit het gezin van Willem Bernardus IJzerdraat zijn dus als kunstenaar en kunstnijveraars actief, als beeldhouwer, tekenaar of graficus. Sommigen combineren zelfs verschillende vaardigheden en kwaliteiten, zoals die van onderwijzer, kunstnijveraar en kunstenaar. De voornamen die met dezelfde voorletters beginnen, zoals Anna en Alberta, Jacobus en Johannes, maken het soms lastig om de kluwen IJzerdraat uit elkaar te houden.
Bovendien werken de broers en zussen soms ook samen. Bijvoorbeeld zijn Anna en Johan IJzerdraat vanaf 1920 beide docent handenarbeid op het Kennemer Lyceum in Bloemendaal. Daarbij zijn broers en zussen soms ook samen werkzaam aan dezelfde kunstproducten. Bijvoorbeeld doen Anna en Hermine IJzerdraat mee aan een tentoonstelling van handenarbeid in het onderwijs met gezamenlijk cartonnage- en papierwerk, volgens Rotterdamsch nieuwsblad (23 juli 1920). In hetzelfde tentoonstellingslokaal zijn tevens de producten van Johans cursus te bezichtigen.
Mijn volgend post gaat over een laatste bijzondere figuur uit de familie IJzerdraat die ik in het voorgaande slechts kort noemde: Bernardus IJzerdraat. Ook hij wordt docent handvaardigheid, net als zijn zussen Anna en Alberta en zijn broer Johan. Bernardus specialiseert zich onder andere in schoonschrijven totdat hij zich vol op het weven stort en samen met zijn tweede vrouw Daja Braam een succesvol weefcentrum start. Bernardus IJzerdraat komt echter in de Tweede Wereldoorlog om het leven als hij als verzetsstrijder op de Waalsdorpervlakte wordt gefusilleerd. Vanwege die bewonderenswaardige postvatting met tragische afloop zijn IJzerdraats prestaties als kunstnijveraar vaak buiten nadere beschouwing gebleven en dat geldt misschien nog wel meer voor het talent van zijn begaafde echtgenote Daja Braam.
Literatuur
- Eindhoven, Stedelijk Van Abbe-Museum, Volkstentoonstelling Nederlandsche Kunst van de provincies Brabant en Zeeland (Eindhoven: Stedelijk Van Abbe-Museum, 1942). [Van Abbemuseum].
- Enschedé, A.J., De geschiedenis van het Museum van Kunstnijverheid en de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem, der Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel 1877-1927 (Vereeniging tot Beheer van het Museum en de School, [1928]). [Delpher]
- Koopmans, Ype, Muurvast & gebeiteld.Beeldhouwkunst in de bouw 1840-1940 (Rotterdam: NAi, 1997).
- New York, The Netherlands Participation at the New York World’s Fair 1939 (Delft: Waltman, 1939).[Delpher]
- Scheen, Pieter A., Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950, herziene ed. (Den Haag: Scheen, 1981).
Noten
[1] Scheen 1981, p. 600. Voor meer over IJzerdraat, zie vooral Koopmans 1997, vooral p. 292-293. Volgens Koopmans volgt Willem Bernardus IJzerdraat vanaf 1889 een opleiding aan de kunstnijverheidsschool in Haarlem, zonder daarbij de bron te vermelden. Omdat hij tegelijkertijd ook in Amsterdam aan de Quellinusschool studeert, vermoed ik dat Koopmans hier Willem Bernardus met een andere IJzerdraat verwart. De IJzerdraat die volgens Enschedé [1928] (p. 98) in Haarlem aan de kunstnijverheidsschool staat ingeschreven is immers een vrouw en moet dus wel Hermine of Anna IJzerdraat zijn. Zie ook mijn blogpost ‘Veel kennis en kunst’.
[2] Enschedé [1928], p. 98.
[3] In augustus 1903 slaagt “A. IJzerdraat, Haarlem”, waarschijnlijk Anna, voor het akte-examen handtekenen in het Lager Onderwijs volgens Haagsche courant (8 augustus 1903), p. 6 [Delpher] en enkele maanden later ook voor het examen Vrije- en Ordeoefeningen volgens Algemeen handelsblad (11 november 1903), p. 3 [Delpher]. In 1906 slaagt wederom een “A. IJzerdraat” voor het examen Lager Onderwijs volgens De tijd (4 mei 1906), p. 2 [Delpher].
[4] Zie Adresboeken Haarlem (1 september 1905), p. 404 [Noord-Hollands Archief]. De vrouwen op dit adres worden in de adresboeken niet genoemd, ook moeder Anna Margaretha Helena Buckman niet. Pas na het overlijden van IJzerdraat senior komt zijn vrouw met naam in de Haarlemse adresboeken voor, als “Wed. W.B. IJzerdraat”. Zie Adresboeken Haarlem (1 september 1907), p. 398 [Noord-Hollands Archief] en id. (1 september 1908), p. 655 [Noord-Hollands Archief]. In 1908 trouwt Jacobus IJzerdraat met Geesje Kollé, waarna waarschijnlijk Johan – eveneens J. IJzerdraat – bij zijn moeder aan de Kamperlaan 8 intrekt. Zie Adresboeken Haarlem (1 september 1909), p. 505 [Noord-Hollands Archief] en id. (1 september 1910), p. 534 [Noord-Hollands Archief].
Anna IJzerdraad wordt echter pas na het overlijden van haar moeder in de adresboeken op het adres aan de Kamperlaan genoemd. In 1912 en 1913 staat namelijk nog steeds alleen Johan met zijn moeder in de adresboeken vermeld, dan op de Duvenvoordestraat 4. Zie Adresboeken Haarlem (1 september 1912), p. 564 [Noord-Hollands Archief] en id. (1 september 1913), p. 569 [Noord-Hollands Archief]. In 1914 staat wel Elisabeth Sally op dit adres erbij. Zie Adresboeken Haarlem (1 september 1914), p. 554 [Noord-Hollands Archief] en id. (1 januari 1917), p. 584 [Noord-Hollands Archief]. Op 8 februari 1917 overlijdt vervolgens moeder. Zie Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 358.46, inv.nr. 31917, 06-02-1917, Overlijdensakten van de gemeente Haarlem, 1917, aktenr. 148 [Noord-Hollands Archief]. In 1921 staan dan Elisabeth Sally en Anna samen op het adres Duvenvoordestraat 4, zonder Johan. Zie Adresboeken Haarlem 1921], p. 754 [Noord-Hollands Archief].
[5] Adresboeken Haarlem (1 september 1904), p. 398 [Noord-Holland Archief]. Overigens is Willem Adrianus niet onverdienstelijk bloemist. Hij ontvangt meermaals prijzen voor zijn bloemenstukken, bijvoorbeeld op een tentoonstelling van bloem en sierplanten op landgoed Bosch-en-Hoven te Heemstede. Daar krijgt hij twee onderscheidingen, een eerste prijs voor een balboeket en een tweede prijs voor een bruidsboeket, volgens Het nieuws van den dag (21 augustus 1899), p. 10 [Delpher]. In 1900 ontvangt hij tijdens een bloemententoonstelling een certificaat 1e klasse voor een collectie varens en een certificaat 2e klasse voor een bloemenmand, volgens Haarlem’s dagblad (19 november 1900), p. 2 [Delpher].
[6] Aan de benoeming gaan enkele voordrachten vooraf, al is voortdurend onduidelijk of het om Anna dan wel Alberta gaat. Op 15 juni 1907 draagt het Arnhemse college van B&W dan een “A. IJzerdraat voor tot onderwijzeres aan school nr. 4 volgens Arnhemsche courant (15 juni 1907), p. 14 [Delpher], enkele dagen later voor een school in Oostzaan volgens Het nieuws van den dag (25 juni 1907), p. 11 [Delpher]. In 1908 wordt “A. IJzerdraat” voorgedragen als tot lerares in Amsterdam volgens Nieuwe Haarlemsche courant (4 februari 1908), p. 3 [Delpher].
[7] Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 3061: Ambachts- en Gemeentebestuur van Zandvoort (Gemeente Zandvoort), inv.nr. 1100 Deel 11; P-Z, folio 211 [Noord-Hollands Archief].
[8] Voor de huwelijksakte, zie id., archief 358.46, inv.nr. 21917, 01-06-1917, Huwelijksakten van de gemeente Haarlem, 1917, aktenr. 267 [Noord-Hollands Archief].
[9] Voor de overlijdensakte, zie Brabants Historisch Informatie Centrum, archief 550, inv.nr. 2274, 29 november 1918, Overlijdensregister Oosterhout 1918, aktenr. 257 [BHIC].
[10] Johan IJzerdraat wordt niet vermeld als leerling van de Haarlemse kunstnijverheidsschool in Enschedé [1928]. Als IJzerdraat in 1939 deelneemt aan New York World’s Fair, staat echter in de bijbehorende publicatie expliciet dat hij gestudeerd heeft aan de “Art Industrial School in Haarlem”. Zie New York 1939, p. 93.
[11] Adresboeken Haarlem (1 september 1911), p. 659 [Noord-Hollands Archief]. Hij assisteert bij de lessen scheikunde volgens id., p. 12 [Noord-Hollands Archief].
[12] Zie New York 1939, p. 79-80. De betreffende beelden bevinden zich nu in het Museum voor Wereldculturen, met Willem Bernardus IJzerdraat als maker. Dit moet echter Johan IJzerdraat zijn. Ook staat Johan IJzerdraat in 1949 in de adresboeken van Haarlem vermeld als beeldhouwer. Zie Adresboeken Haarlem (oktober 1949), p. 529 [Noord-Hollands archief].
[13] Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 23 Militieregisters, inv.nr. 270 kanton 2 (incl. Haarlem) [Noord-Hollands Archief].
[14] Als Leo IJzerdraat op 16 mei 1922 trouwt, wordt cementwerker namelijk als zijn beroep genoemd. Voor de huwelijksakte, zie Regionaal Archief Tilburg, archief 16, 16 mei 1922, Huwelijksregister 1922, aktenr. 145 [Regionaal Archief Tilburg].
[15] Voor het verhuisbericht, zie Nieuwsblad van het Zuiden (13 januari 1939), p. 3 [Delpher].
[16] Eindhoven 1942, p. 7.