Geestig getekend

“Mevrouw van der Werk-Kruijff heeft … in haar leven heel wat Minetjes, Pluto’s, César’s en Hector’s geschilderd,” schrijft een verslaggever na een interview met kunstenares Anna Maria Kruijff (1870-1946) in 1929.[1] Kruijff heeft zich inderdaad gespecialiseerd als schilder van dieren, vooral van honden en katten. Daarnaast gebruikt ze haar tekentalent voor prentenboeken waarin dieren de hoofdrol spelen. De Toms en Keesjes zijn geestig getekend, zo oordelen vervolgens verschillende recensenten, want Kruijff geeft de dieren behalve een naam ook een eigen karakter. In een enkel prentenboek neemt ze bovendien zichzelf en de kunstwereld op de hak.

Kloek getekend

Naast haar tekeningen en schilderijen schrijft en illustreert Kruijff ook prentenboeken met rijmende teksten voor kinderen. Haar illustratiedebuut is een kinderboek met de titel Tom en Pax.[2] Het werk is ongedateerd, maar ziet waarschijnlijk het licht in 1903 gezien recensies die in dat jaar verschijnen. Dan bemerkt bijvoorbeeld een criticus van Het nieuws van den dag (23 november 1903):

De teekeningen zijn van Mevrouw Stork-Kruyff, dezelfde, die op de jongste vierjaarlijksche een zeer verdienstelijke dierenschildering inzond, en met deze hondenteekeningen is zij ook zeer goed geslaagd. In alle houdingen zijn de diertjes kloek geteekend en waar.

De criticus noemt niet voor niets een dierschildering. Als portrettist van huisdieren heeft Kruijff namelijk naam voor zichzelf gemaakt, vooral in de wereld van de hondensport. Daarover ik schreef uitvoeriger in mijn voorgaande post ‘Met talent bespied’ en deze expertise zien we terug in haar prentenboeken. Op de voor- en achterkant van het prentenboek zijn de hoofdrolspelers van het hondenverhaal namelijk afgebeeld op een manier die aan Kruijffs dierportretten doen denken.

De omslag van een boek met de gekleurde tekening van hondenkop, meer specifiek een boxer, recht van voren gezien, tegen een egale achtergrond.
Anna Maria Kruijff, Tom, achterzijde omslag van Tom en Pax: een hondenboek, uitgegeven door L.J. Veen, Amsterdam, z.j. [1903]. Den Haag, KB – Nationale Bibliotheek, KB c226. Bron: Delpher

Op het omslag van haar debuut Tom en Pax staat poedel Pax op de voorzijde en de boxer Tom op de keerzijde, beide frontaal met een portret dat de kop en een deel van de borst laat zien. De borsttukken op het omslag geven de honden karakter waardoor de jonge lezers zich ongetwijfeld gemakkelijk met de hoofdrolspelers kunnen identificeren. Het werkt klaarblijkelijk, want het prentenboek is een succes en in 1904 verschijnt een vergelijkbaar vervolg onder de titel Sam en Mies: een kattenboek volgens Algemeen handelsblad (8 juni 1904).

Andere genres

In de prentenboeken combineert Kruijff haar expertise als diertekenaar ook met haar vaardigheden in andere genres. De hiervoor genoemde journalist van Het nieuws van den dag (23 november 1903) vestigt bijvoorbeeld de aandacht op een landschap met een slootje waarin Tom en Pax slechts een ondergeschikte rol spelen.

Een ingekleurde tekening toont een sloot met daarop een bootje waarin een man zit, een een vrouw met twee honden, een aan elke zijde, op de rug gezien. Aan weerszijden van de sloot staan bomen en enkele kleine huisjes. Onder de tekening staat een vierregelig vers.
Anna Maria Kruijff, Slootgezicht, illustratie in Tom en Pax: een hondenboek, uitgegeven door L.J. Veen, Amsterdam, z.j. [1903]. Den Haag, KB – Nationale Bibliotheek, KB c226. Bron: Delpher

De twee honden zijn er wel, maar nauwelijks zichtbaar, aan weerszijden van de vrouw in de kleine sloep. De meeste aandacht gaat uit de naar de het kalme water van de sloot met daarin de reflectie van de bomen aan weerszijden.

Grote Tom

Eind 1904 verschijnt bovendien het boek Keesje’s verjaardag waarin opnieuw dieren de hoofdrol spelen. Ook dat boek krijgt lovende kritieken, deels van dezelfde recensenten:

Wij hebben nu slechts te vertellen, dat deze katten, honden en apen weer even leuk en geestig geteekend zijn, als de dieren in het boek van “Mies en Sam.” Ook de versjes zijn niet onaardig. Vooral goed is “Groote Tom” geteekend, die “ligt in [sic] slapen in een hoek”. Zoo’n loubes van een hond!

De telegraaf (28 november 1904), p. 9 [Delpher]

De genoemd ‘loubes’ heeft niet alleen dezelfde naam als de hond in Kruijffs illustratiedebuut Tom en Pax. Het gaat eveneens om een boxer met een vergelijkbaar vlekkenpatroon in bruin en wit.

Een ingekleurde tekening toont een slapende boxer naast en kom melk met een aapje op de rand. Op de achtergrond lopen drie kittens. Onder de tekening staat een vierregelig vers.
Anna Maria Kruijff, illustratie in Keesjes verjaardag, uitgegeven door L.J. Veen, z.j. [eind 1904]. Bron: auteur

Honden en katten figureren ook weer in dit prentenboek, maar de hoofdrol wordt dit keer gespeeld door een aapje. Ook met het tekenen van apen is Kruijff bekend. Ze heeft ze immers vaker getekend in de dierentuin van het koninklijk zoölogisch genootschap Artis. Daar komt ze immers vaak in de tijd dat ze in Amsterdam woont. Wanneer er in 1915 een kunstalbum wordt aangeboden aan de jubilerende directeur van Artis, doet ook Kruijff daaraan mee. Ze doneert dan een prachtige aquarel met twee ara’s.[3]

Geestig

Geestig is de tekening van de aap die een portret schildert van Tom. Als een volwaardig schilder zit de aap met palet en penseel achter een ezel. Ondertussen portretteert hij de boxer op een manier zoals Kruijff dat vaker gedaan heeft.

Een ingekleurde tekening toont een aap op een krukje voor een schildersezel. Hij houdt een palet in de ene hand en een penseel in de andere en is bezig met het portretteren van de boxer die voor hem zit. Op de grond staan een fles en een schilderkist. Onder de tekening staat een vierregelig vers.
Anna Maria Kruijff, illustratie in Keesjes verjaardag, uitgegeven door L.J. Veen, z.j. [eind 1904]. Bron: auteur

Het aapje is een dierschilder zoals Kruijff zelf, zou je kunnen zeggen. Meer dan dat, de tekening van Tom op het omslag van haar debuut Tom en Pax is precies wat Keesje al schilderend op het doek zet. Met de tekening creëert Kruijff dus niet zomaar een gefantaseerde dierenwereld, maar refereert ze ook aan haar eigen situatie. Anders gezegd, Kruijff tekent hier een parallelle wereld die een afspiegeling is van die van haarzelf.

Kruijff schrijft de tekst in het boek vanuit het perspectief van de aap. Die zegt, al schilderend:

De vrouw, die maakte Tom’s portret,

Maar ‘k vind het lang niet goed.

Me dunkt, ik toon jelui eens gauw,

Hoe of het wezen moet.

In haar dichtregels noemt Kruijff dus het baasje van de dieren die, net als zijzelf, dieren schildert. Met de kritische woorden van de aap over een schilderend baasje, laat ze het dier dus indirect kritiek leveren op haar eigen werk. Tegelijkertijd neemt Kruijff met de versregels kunstrecensenten op de hak door een schilderende aap als haar grootste criticus neer te zetten.

Zeven hondjes

Het omslag van een boek toont links de titel en de naam van de schrijfster-tekenares. Rechts is een tekening van vier pups.
Anna Maria Kruijff, Spanielpups, voorzijde omslag van De zeven hondjes, uitgegeven door L.J. Veen, Amsterdam, z.j. [1905]. Bron: DBNL

Het jaar erop verschijnt vervolgens De zeven hondjes, bij dezelfde uitgever. Hier wordt de hoofdrol gespeeld door een zevental spaniels die ook vaker het onderwerp zijn van Kruijffs dierenschilderijen. In 1908 maakt ze bijvoorbeeld een olieverfschilderij met de spaniels van de bevriende hondenliefhebber Bruno Hugo Paine Stricker die in in mijn vorige post aan bod kwam. Kortom, spaniels zijn geregeld object van Kruijffs studie.

Dit verhaaltje is wat eenvoudiger dan dat van haar voorgaande prentenboeken. Kruijff beschrijft namelijk een willekeurige dag van de zeven pups, vanaf het moment van ontwaken tot het slapengaan. Het lijkt daardoor gericht op wat jongere kinderen dan haar voorgaande verhalen.

Sommige critici kunnen het eenvoudige verhaal wel waarderen of nemen het voor lief vanwege de mooie tekeningen:

lets bijzonders geeft L.J. Veen te Amsterdam met ’t verhaal van De zeven Hondjes, door mevr. Stork Kruyff: de teekeningen der hondjes zijn heel gelukkig geslaagd en de kleuren niet bont

Het vaderland (16 november 1905), p. 5 [Delpher]

Minder positief is echter T. K.-G. in De nieuwe courant (25 november 1905):

Een prentenboekje, zooals er honderden zijn. De plaatjes zijn nog het beste, maar de versjes beduiden niet veel. Ik kan mij niet vereenigen met dergelijke rijmelarij voor kinderen; en deze bewijzen ook zelf hoe weinig hun van dit soort versjes bijblijft.”

De verzen kunnen niet op haar goedkeuring rekenen. Ze “beduiden niet veel,” schrijft zij immers. Ondanks de kritiek lijkt T. K.-G. nog enigszins te spreken over de tekeningen, hoewel ze ook daar zuinig is met complimenten.

Volksbond tegen drankmisbruik

De vier prentenboeken die tot dan toe bij Veen zijn verschenen, te weten Tom en Pax, Sam en Mies, Keesje’s verjaardag en De zeven hondjes, liggen in elkaars verlengde. De opzet evenals formaat en vormgeving zijn identiek. Het gaat namelijk om boeken met op ieder bladzijde een tekening in liggend formaat, elk voorzien van een rijmende tekst in vier verzen. Sommige dieren komen zelfs als personage voor in meer dan één boek, zoals de genoemde Tom. Alles bij elkaar genomen gaat het dus om een reeks al worden de prentenboeken niet als zodanig in de markt gezet.

Naast de prentenboeken die Kruijff zelf schrijft en tekent, verschijnt in 1905 bij G.J. Slothouwer te Amersfoort de De zusjes van Paljas van onderwijzer A.C.C. de Vletter, geïllustreerd met platen van Kruijff. Dit boek met een behoorlijk dramatische strekking moet vooral de negatieve consequenties van alcoholconsumptie voor het voetlicht brengen. Alcoholmisbruik is namelijk een groot maatschappelijk probleem. Onder andere komen er jeugdboeken op de markt, waarin de gevolgen van alcoholgebruik aan de orde werden gesteld. De Zusjes van Paljas is een vervolg op het jongensboek Paljas en wordt, evenals de voorganger, uitgegeven door de Volksbond tegen drankmisbruik.[4]

In tegenstelling tot het eerdere Paljas, geïllustreerd door Johan Braakensiek, vindt niet iedereen De zusjes van Paljas overigens een passend kinderboek. Zo schrijft H.R. in Elsevier:

Is dit eigelijk wel voor de jeugd geschreven? Dan toch zeker niet voor jonge kinderen. De ouders moeten het in elk geval eerst zelf maar eens doorzien

Elsevier’s geïllustreerd maandschrift 15 (1905), p. 144 [DBNL]

Omdat het boek ingaat op erfelijkheidskwesties, oordeelt een recensent van Het schoolblad zelfs dat het absoluut ongeschikt is voor kinderen.[5]

Propagandaliteratuur

Het houdt de bond echter niet tegen om het boek als propagandamateriaal in te zetten tijdens de campagne tegen alcoholmisbruik. Zo schenkt de vereniging er al direct een 500-tal aan bibliotheken van scholen, ziekenhuizen en gestichten en reikt ze exemplaren uit op scholen en op straat volgens Arnhemsche courant (29 augustus 1906) en Het nieuws van den dag (31 augustus 1906).

Het boek krijgt vervolgens een tweede en zelfs een derde druk in 1911, opnieuw voorzien van de platen van Kruijff. Uitgever is inmiddels Veen die ook Kruijffs eerdere prentenboeken verzorgt.[6]

Een tekening toont een gezelschap van jonge mensen, mannen en vrouwen, die bezig zijn met een spel cricket. Links staat een groepje van twee vrouwen en een man te wachten terwijl rechts een vrouw bezig is om een bal door een poortje te slaan. Zij wordt vergezeld door twee mannen. Op de achtergrond staan een man en vrouw toe te kijken.
Ontwerp voor het frontispiece, penseel in zwart en grijs over potlood, gehoogd met witte dekverf, vóór of in 1905, 224 x 145 mm, in A.C.C. de Vletter, De zusjes van Paljas (Amsterdam: L.J. Veen, 1905). Amsterdam, Rijksmuseum, RP-T-2015-41-3610. Bron: Rijksstudio

In 1912 is het boek bovendien onderdeel van een tentoonstelling over anti-alcoholpropaganda. Naar aanleiding daarvan noemt een journalist van De vrije socialist (13 november 1912) Paljas en De zusjes van Paljas van A.C.C. de Vletter “het beste van al wat er op het gebied van anti-alkoh. propaganda-literatuur is geleverd”. In 1915 wordt De zusjes van Paljas bovendien nog altijd uitgedeeld aan bibliotheken en scholen volgens Arnhemsche courant (12 juli 1915). Het boek blijft dus lang onderdeel van de campagne tegen alcohol, zij het steeds gericht op oudere kinderen of zelfs specifiek op volwassenen.[7]

Tentoonstellingen

De tekeningen van Kruijff voor De zusjes van Paljas krijgen dus veel aandacht in het kader van de anti-alcoholbeweging. De eerdere prentenboeken van Kruijff staan vooral in de belangstelling vanwege hun esthetische kwaliteiten, waardoor ze geregeld deel uitmaken van tentoonstellingen over kinderboeken, om te beginnen met de tentoonstelling ‘Kind en Kunst’ in het Stedelijk Museum Amsterdam in 1906.

Zie tentoonstellingsoverzicht hieronder.

Een zwart-wit foto toont een vrouw met opgestoken haar zittend voor een schildersezel met daarop een tekening of tekenachtig schilderij van verschillende soorten vogels in een volière.
Anoniem, Anna Maria Kruijff in haar atelier, foto, waarschijnlijk genomen aan de Singel in Amsterdam en afgebeeld in De kunst 5, nr. 267 (maart 1913). Bron: Delpher

In Groningen, waar enkele maanden na ‘Kind en Kunst’ een tentoonstelling wordt gehouden over kunst in huis en op school, worden de boeken van Kruijff opnieuw getoond als voorbeelden van prentenboeken die het schoonheidsgevoel van kinderen stimuleren. Deze tentoonstelling komt uit de koker van de Groningse onderwijzeres en kunstenares Anna Adriana van Prooijen (1858-1933) over wie ik binnenkort de eerste van enkele blogposts zal publiceren. Voor materiaal put Van Prooijen uit de tentoonstelling die eerder in Amsterdam is gehouden. Dat hier opnieuw de boeken van Kruijff te zien zijn, is dus niet zo verwonderlijk.

Originele tekeningen

Niet alleen boeken worden tentoongesteld. In 1913 liggen er namelijk originele tekeningen van Kruijff op een tentoonstelling ‘Het boek in het leven van het kind’ in Leeuwarden volgens Leeuwarder courant (13 november 1913). De verslaggever van deze krant meldt vervolgens dat de organisatie de ontwerptekeningen heeft weten te bemachtigen via Annie C. Gebhard uit Amsterdam die tevens aan de wieg staat van het jeugdbibliotheekwerk in Nederland, volgens cultuurwetenschapper Janneke van der Veer.[8]

1913 is overigens ook het jaar van een solotentoonstelling van Kruijffs werk met haar tekeningen en schilderijen. In mijn voorgaande post ‘Met talent bespied‘ bestempelde ik 1913 daarom al als een sleuteljaar voor Kruijff. De expositie in Leeuwarden, waar er dus originele ontwerpen voor haar illustraties te zien zijn, draagt ongetwijfeld bij aan haar roem.

Intussen loopt het huwelijk van Kruijff en haar echtgenoot Eduard Stork op de klippen en op 27 december 1912 de echtscheiding rond volgens bericht in Alkmaarsche courant (23 januari 1913).[9] Op 8 mei 1913 verhuist Kruijff dan naar Laren. Daar hertrouwt ze: op 18 november 1913 treedt ze in het huwelijk met rechtsgeleerde Wouter Marius van de Werk (1875-1969), tevens schilder.[10] In 1915 wordt vervolgens hun dochter Hermance geboren.[11]

Hechte schildersgemeenschap

En krantenfoto toont een aankijkend vrouw met het haar naar achter, gekleed in een donker jasje met kraag over een donkere blouse.

Anoniem, Anna Maria Kruijff, foto bij artikel van R.W.P. de Vries Jr, gewijd aan Anna Maria Kruijff, in Nieuwe Bussumsche courant (26 januari 1929), p. 3. Bron: Archief Gooi- en Vechtstreek

In Laren gaat Kruijff bovendien onderdeel uitmaken van een hechte schildersgemeenschap.[12] Ze wordt er namelijk lid van de Vereeniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum die in 1913 een eerste tentoonstelling voorbereidt volgens De Gooi- en Eemlander (4 mei 1938). Vanaf 1921 Kruijff exposeert vervolgens geregeld met de andere leden van het Larense genootschap tijdens zomertentoonstellingen, gehouden in de kunstzaal van Hotel Hamdorff in Laren.

Zie tentoonstellingsoverzicht in de post ‘Ernstige zelfstudie’

Als in 1931 de hotelhouder en kunsthandelaar Jan Hamdorff overlijdt, oprichter van zowel Hotel Hamdorff als de kunstzaal, is Kruijff een van de kunstenaars die meeloopt in de begrafenisstoet volgens De Bussumsche courant (13 augustus 1931). Ook is daarbij kunstenares Maria Christina Jacoba Sterre de Jong die in 1923 nog een groepstentoonstelling organiseerde in haar eigen kunstzaal volgens een advertentie in De Gooi- en Eemlander (8 december 1923). Daar was ook het werk van Kruijff te zien.[13] Hieruit blijkt wel hoe klein het Larense kunstwereldje is en hoe nauw de contacten.

Van de Werk

Kunstenaarsbiograaf Pieter Scheen noemt Wouter Marinus van de Werk in zijn overzicht van Nederlandse schilders.[14] Van de Werk studeert namelijk bij schilder Gottfried van Pelt. Volgens Scheen is hij ook in de leer bij Anna Maria Kruijff.

Van de Werk is echter bovenal rechtsgeleerde. In 1894 studeert hij eerst af aan het gymnasium te Breda volgens Het nieuws van den dag (26 juni 1894) en aansluitend doet hij een studie rechten aan de Universiteit van Amsterdam. In maart 1896 haalt Van de Werk vervolgens zijn kandidaatsexamen in de rechten volgens Algemeen handelsblad (22 maart 1896). In juni 1899 neemt hij dan het doctoraalexamen volgens Het nieuws van de dag (28 juni 1899). In december van datzelfde jaar wordt hij ten slotte bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap volgens De tijd (13 december 1899).

Liefhebberij

Schilderen is voor Van de Werk dus vooral liefhebberij als hij in Amsterdam lessen gaat nemen. Eenmaal in Laren wordt hij echter, net als Kruijff, lid van de Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum en dan zendt hij ook schilderijen ter expositie, bijvoorbeeld naar een tentoonstelling in 1936 volgens Laarder courant De Bel (2 juni 1936) en naar een expositie in 1939. “De ‘Boerin’ werd goed gezien, terwijl de: ‘Teekenares’ als vlotte krabbel mag worden gewaardeerd”, schrijft dan een recensent van De Gooi- en Eemlander (4 augustus 1939). Wellicht krabbelt Van de Werk met zijn ‘Tekenares’ een gelijkenis van zijn tekenende vrouw op papier.

Bovendien wordt Van de Werk actief binnen het bestuur van de Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum. Vanaf de officiële oprichting in 1921 is hij bovendien penningmeester van deze club. Dat doet hij tot 1927 wanneer hij zich niet opnieuw verkiesbaar stelt, volgens dagblad De Gooi- en Eemlander (2 maart 1927). Wel blijft hij dan actief voor de vereniging en in 1939 volgt hij de overleden schilder Co Breman op als voorzitter volgens De Gooi- en Eemlander (28 februari 1939). Van de Werk wordt overigens verkozen in dezelfde jaarvergadering waarin ook de recent overleden Larense schilderes Hermance Willink wordt herdacht. Zij kwam eerder ter sprake in mijn blogpost ‘Raak van opzet’ over haar partner, tevens kunstenares, Christina van Pesch.

Ongetraceerd

Met het bovenstaande zijn echter nog niet alle illustraties van Kruijff getraceerd. Ik noemde de vier prentenboeken waarvoor Kruijff ook de verzen schrijft, maar er is waarschijnlijk meer. Mogelijk schrijft ze namelijk nog een dergelijk boek in 1929. Dan spreekt R.W.P. de Vries Jr namelijk over Kruijffs boeken:

waarvan er thans een gereed ligt en slechts op een uitgever wacht, dat zijn ontstaan dankte aan de groote verzameling kribbebeeltjes waarvan het Munchener Museum zoo’n belangrijke collectie bezit! [15]

Het is mij echter onduidelijk of dit boek het licht ziet en hoe het er verder uit gezien heeft.

Ten slotte meldt kunsthistoricus Albert Plaschaert dat Kruijffs prentenboeken ook in Engeland verschijnen. Hiervan heb ik echter evenmin voorbeelden kunnen vinden.[16] Kruijff verdient dus zeker nog meer onderzoek waarvan ik hoop dat mijn posts ‘Ernstige zelfstudie’, ‘Met talent bespied’ en ‘Geestig getekend’ een kleine aanzet bieden.


Illustraties

Hieronder zet ik Kruijffs prentenboeken en de boeken waarvoor zij illustraties maakt, nog eens op een rijtje, inclusief enkele afbeeldingen ter aanvulling op het voorgaande. Daarna volgt een lijst van tentoonstellingen waar deze werken te zien zijn geweest.

1903

1. Tom en Pax: een hondenboek, uitgegeven door L.J. Veen, Amsterdam, z.j. [1903].

De omslag van een boek met de gekleurde tekening van hondenkop, meer specifiek een boxer, recht van voren gezien, tegen een egale achtergrond.

Achterzijde omslag

Bron: Delpher

Een pagina in een prentenboek toont een boxer die een tegemoetkomend koppel met een zwarte poedel opwacht aan het begin van een bomenlaan. Onder de tekening staat een vierregelig vers.

2. Sam en Mies: een kattenboek, uitgegeven door L.J. Veen, z.j. [1904].

3. Keesjes verjaardag, uitgegeven door L.J. Veen, z.j. [1904].

De omslag van een boek toont links de titel en de naam van de schrijfster-tekenares. Rechts is een tekening van een aap zittend op de rugleuning van een stoel die een stuk fruit eet.

Voorzijde omslag

Bron: auteur

Een pagina in een prentenboek laat een aap zien die een agenda raadpleegt waarin de woorden staan: "12 septe Keesjes verjaardag". Onder de tekening staat een vierregelig vers.
Een ingekleurde tekening toont een slapende boxer naast en kom melk met een aapje op de rand. Op de achtergrond lopen drie kittens. Onder de tekening staat een vierregelig vers.
Een ingekleurde tekening toont een aap op een krukje voor een schildersezel. Hij houdt een palet in de ene hand en een penseel in de andere en is bezig met het portretteren van de boxer die voor hem zit. Op de grond staan een fles en een schilderkist. Onder de tekening staat een vierregelig vers.

4. De zeven hondjes, uitgegeven door L.J. Veen, z.j. [1905].

Het omslag van een boek toont links de titel en de naam van de schrijfster-tekenares. Rechts is een tekening van vier pups.

Voorzijde omslag.

Bron: DBNL

De opening van een boek heeft links en rechts een tekening met daaronder in beide gevallen een vierregelig vers. Links zijn zeven pups te zien die liggen te slapen, rechts zitten vier pups in een tobbe.

5. Vier illustraties in A.C.C. de Vletter, De zusjes van Paljas, met 4 platen, uitgegeven door L.J. Veen, 1905 (zie ook ontwerpen). Bron: eigen foto

Ontwerpen

Een penseeltekening toont een gezelschap van jonge mensen, mannen en vrouwen, die bezig zijn met een spel cricket. Links staat een groepje van twee vrouwen en een man te wachten terwijl rechts een vrouw bezig is om een bal door een poortje te slaan. Zij wordt vergezeld door twee mannen. Op de achtergrond staan een man en vrouw toe te kijken.

6. Illustraties voor A.C.C. de Vletter, De zusjes van Paljas (Amsterdam: L.J. Veen, 1905), penseel in zwart en grijs over potlood; gehoogd met witte dekverf, vóór of in 1905, 224 x 145 mm. Zie ook hierboven bij Illustraties, nr. 5

Collectie: Amsterdam, Rijksmuseum, RP-T-2015-41-3610, RP-T-2015-41-3612, RP-T-2015-41-3611 en RP-T-2015-41-3613; schenking van uitgeverij L.J. Veen

Bron: Rijksstudio RP-T-41-3610; -3611, -3612 en -3613


Tentoonstellingen

De succesvolle reeks dierenverhalen van Anna Maria Kruijff is met enige regelmaat te zien op tentoonstellingen gewijd aan kinderboeken. Daarnaast zijn enkele ervan uitgestald op de afdeling kinderlectuur op de tentoonstelling ‘De Vrouw 1813-1913′ in 1913. De tentoonstelling in Rotterdam in 1912 is in deze lijst van exposities echter een vreemde eend in de bijt. Deze tentoonstelling is namelijk niet gewijd aan kinderlectuur, maar aan de anti-alcoholbeweging. Hier zijn dan ook, anders dan op de andere exposities, niet Kruijffs prentenboeken te zien, maar haar illustraties in het boek ‘De zusjes van Paljas’ over de negatieve gevolgen van overmatig alcoholgebruik, geschreven voor en uitgegeven door de Volksbond tegen drankmisbruik.

Amsterdam 1906: Tentoonstelling ‘Kind en Kunst’ in het Stedelijk Museum, januari

  • “Sam en Mies” (nr. 97)
  • “Tom en Pax” (nr. 98)
  • “Keesjes Verjaardag” (nr. 99)
  • “De zeven hondjes” (nr. 100)

Groningen 1906: Tentoonstelling ‘Kunst in School en Huis’ in de Oliemulderstraat te Groningen, 25 maart – 25 april

  • “Sam en Mies. Een kattenboek” (nr. 34)
  • “De zeven hondjes” (nr. 35)
  • “Tom en Pax” (nr. 36)
  • “Keesjes verjaardag” (nr. 37)

Amsterdam, Vereniging Ons Huis, 1911: Tentoonstelling van kinderboeken, vanaf 27 november [recensie in De courant (28 november 1911), p. 5 via Delpher]

  • onbekend

Rotterdam 1912: 2e winkelraamtentoonstelling van de Ned. Vereen. tot Afsch. v. alkoh. dranken in het pand Vlietkade 48a [recensie in De vrije socialist (13 november 1912) [Delpher]

  • “de Zusjes van Paljas”

Amsterdam 1913: Tentoonstelling ‘De Vrouw’ 1813-1913, mei – oktober [recensies in Het nieuws van den dag (14 mei 1913), p. 3 via Delpher, van Giovanni in Algemeen handelsblad (17 mei 1913), p. 7 via Delpher, van Pittore in De kunst 5, nr. 288 (1913), p. 691-693 via Delpher en van Anne B. in Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië (14 augustus 1913), p. 5 via Delpher]

  • “alleraardigste katten en honden” op de afdeling kinderlectuur

Leeuwarden 1913: Tentoonstelling ‘Het boek in het leven van het kind’ gehouden vanwege het “Departement Leeuwarden van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen”, 12 – 17 november

  • “Keesje’s verjaardag”
  • “Keesje’s verjaardag (op linnen)”
  • “De zeven hondjes (op linnen)”
  • “Tom en Pax”
  • “Sam en Mies. Een kattenboek”

Den Haag, Nederlandsche Vereeniging Schoonheid in opvoeding en onderwijs, 1914: Tentoonstelling ‘Schoonheid in het leven van het volkskind, 1904-1914’

  • “Tom en Pax” (nr. 66)
  • “Sam en Mies” (nr. 67)
  • “Keesje’s verjaardag” (nr. 68)
  • “De zeven hondjes” (nr. 69)

Literatuur

Catalogi

  • Cat. Amsterdam 1906. Catalogus van de tentoonstelling Kind en Kunst, ineengezet door de commissie voor schilderkunst en die voor architectuur en nijverheidskunst gedurende de maand januari 1906 in het Stedelijk Museum, Amsterdam, daarin ‘Hollandsche prentenboeke’n’ door B. Wierink. [Stedelijk Museum, Amsterdam], p. 23. [DBNL en Delpher]
  • Cat. Den Haag, Nederlandsche Vereeniging Schoonheid in opvoeding en onderwijs, 1914. Catalogus der tentoonstelling ‘Schoonheid in het leven van het volkskind’, 1904-1914 (Den Haag: Ontwikkeling), p. 26. [UvA]
  • Cat. Groningen 1906. Catalogus van de tentoonstelling ‘Kunst in School en Huis’ in de Oliemulderstraat te Groningen van 25 maart tot 25 april 1906 ([z.p.], [1906]), p. 10-11. [Delpher]
  • Cat. Leeuwarden 1913. Catalogus van de tentoonstelling “Het boek in het leven van het kind” gehouden vanwege het “Departement Leeuwarden van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen” van 12-17 November 1913, p. 8. [Delpher]

Overig

  • Canter, Bernard, ‘Bij Nederlandsche schilders: De schilderes Anna Maria Stork geb. Kruyff’, Op de hoogte 9 nr. 4 (1912), p. 309-314. [Delpher]
  • Hekker, C., ‘Kunstenaars in Artis rond 1900: De portefeuille aangeboden aan dr. C. Kerbert bij zijn 25-jarig jubileum als directeur van Artis’, Holland 20, nr. 4-5 (1988), p. 261-270. [Delpher]
  • Kruijff, Anna Maria, Tom en Pax: een hondenboek (Amsterdam: L.J. Veen, [1903]). [Delpher]
  • _ , Sam en Mies: een kattenboek (Amsterdam: L.J. Veen, [1904]).
  • _ , Keesjes verjaardag (Amsterdam: L.J. Veen, [1904]).
  • _ , De zeven hondjes (Amsterdam: L.J. Veen, [1905]).
  • Plasschaert, Albert, Korte geschiedenis der Hollandsche schilderkunst, van af de Haagsche School tot op den tegenwoordigen tijd (Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1923). [Delpher]
  • Scheen, Pieter A., Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950, herziene ed. (Den Haag: Scheen, 1981).
  • de Vries Jr, R.W.P., ‘A. Marie v.d. Werk – Kruijff’, Laarder Courant De Bel (25 januari 1929), p. 3. [Archief Gooi- en Vechtstreek]
  • Waller, François Gerard, Biographisch woordenboek van Noord Nederlandsche graveurs (Nijhoff, 1938). [Delpher]

Noten

[1] de Vries Jr 1929, p. 3.

[2] Kruijffs debuut als illustratrice is mogelijk het uit het frans vertaalde Paulette van Elise Francóise Louise de Pressensé. Volgens een aankondiging in Nieuwsblad voor den boekhandel verschijnt in 1904 de tweede herziene druk van deze roman. Zie Nieuwsblad voor den boekhandel 72, nr. 91 (november 1905), p. 2 [Delpher]. De platen in deze editie blijken echter van de hand van Jan Sluijter, niet van Kruijff. Overigens ziet ook Paulette van De Pressencé een derde herziene druk in 1914 [Delpher]. Hoewel op de titelpagina opnieuw Kruijff als illustratrice wordt genoemd, zijn de platen wederom van Sluijter.

[3] Hekker 1988, p. 261 n. 3.

[4] Aankondiging in De volksbond: orgaan van de Vereeniging tegen Drankmisbruik 9, nr. 34 (februari 1905), p. 13 [Delpher].

[5] Zie Het schoolblad: wekelijksche courant voor lager, middelbaar en gymnasiaal onderwijs 34, nr. 41 (10 oktober 1905), kol. 1534 [Delpher]. Zie ook bijvoorbeeld De blauwe vaan 27, nr. 48 (28 november 1930), p. 1 [Delpher].

[6] De derde druk wordt vervolgens besproken in het orgaan voor drankbestrijding: De blauwe vaan 9, nr. 12 (1911), p. 2 [Delpher].

[7] Een recensent van het tijdschrift van de Algemeene Nederlandsche Geheel-Onthouders-Bond De geheel-onthouder vindt De zusjes van Paljas “meer voor oudere kinderen” en de criticus van De blauwe vaan,eveneens gewijd aan drankbestrijding, ordent het boek onder de kop ‘Voor volwassenen verdienen aanbeveling’. Zie De geheel-onthouder 22, nr. 17 (januari 1922), p. 2 [Delpher] en De blauwe vaan 11, nr. 9 (28 november 1913), p. 1 [Delpher].

[8] Janneke van der Veer, ‘Annie Gebhard.’ In Lexicon van de jeugdliteratuur, red. Jan van Coillie, Wilma van der Pennen, Jos Staal en Herman Tromp (Groningen: Nijhoff, 1982-2014), p. 1-5 (juni 2000) [DBNL]. Zie ook Leonoor Wagenaar, ‘Gezond en pittig voer voor het lezende kind’, Het parool (1 april 1989), p. 38 [Delpher].

[9] Voor de officiële echtscheiding 20 januari 1913, zie Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 358.6, inv.nr. 1979, 20-01-1913, Huwelijksakten van de gemeente Amsterdam, 1913, aktenr. Reg. 1 fol. 9 [Noord-Hollands Archief].

[10] Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 358.73, inv.nr. 21913, 18-11-1913, Huwelijksakten van de gemeente Laren, 1913, aktenr. 27 [Noord-Hollands Archief].

[11] Het echtpaar Van de Werk-Kruijff woont op dat moment naast schilder Bart van der Leck en is bovendien bevriend met Piet Mondriaan die van 1915 tot 1919 eveneens in Laren woont. Zie ‘De Huizen Mondriaan in Laren’, NRC Handelsblad (20 mei 1988) [Delpher]. Hermance van de Werk trouwt in 1940 met Christiaan Jan de Lussanet de la Sablonière. Zie Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 358.73, inv.nr. 21940, 10-02-1940, Huwelijksakten van de gemeente Laren, 1940, aktenr. 5 [Noord-Hollands Archief].

[12] Stadsarchief Amsterdam, archief 5416, inv.nr. 185, 19 november 1870, Overgenomen delen [Stadsarchief Amsterdam].

[13] Kruijff overlijdt in Laren op 7 februari 1946. Voor de overlijdensakte, zie Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 588, inv.nr. 3672, 09-02-1946, Overlijdensakten van de gemeenten in de provincie Noord-Holland, aktenr. 19 [Noord-Hollands Archief].

[14] Scheen 1981, p. 577.

[15] de Vries Jr 1929, p. 3.

[16] Plasschaert 1923, p. 323.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top