Notre Dame du Chemin
Archeoloog Olivier Thuaudet beschreef in een artikel over insignevondsten in de Provence een klein rond insigne van het gestanste type. Dat voorwerp was al aan het licht gekomen tijdens baggerwerkzaamheden in de rivier Sorgue in Avignon in 1851. Lang bleef het ongeïdentificeerd. Ook Thuaudet deed geen poging om de herkomstplaats vast te stellen. Mijns inziens gaat het om een insigne van Notre Dame du Chemin bij Ladoix-Serrigny. Hiervan is slechts één ander exemplaar bekend, eerder geïdentificeerd door kunsthistoricus Willy Piron.
Stanstechniek
Thuaudet beschrijft in zijn artikel van 40 pagina’s talrijke insignes en ampullen. Het in Avignon aangetroffen insigne is het enige in de stanstechniek tussen het merendeel aan gegoten souvenirs.
Inderdaad vinden archeologen maar weinig van deze flinterdunne gestanste insignes tijdens opgravingen. Ze zijn immers kwetsbaar. Eenmaal onder de grond vergingen ze sneller dan de iets steviger, gegoten insignes. Wel vinden we vaak sporen van gestanste insignes in middeleeuwse religieuze boeken. Daar naaiden eigenaars ze vast aan het perkament ter bescherming tegen verlies en beschadiging.
Notre Dame
Thuaudet beschrijft het ronde gestanste plaatje als een voorstelling van Maria in majesteit. Ze is gekroond en draagt haar kind op de linkerarm. In een omlijsting van concentrische cirkels staat een opschrift in een gotisch minuskelschrift. In een eerder artikel over insignevondsten in Avignon hadden archeologen Denis Carru et Sylvain Gagnière al een poging gedaan om het opschrift te ontcijferen. Van hen nam Thuaudet over:
NO[S ?]TRE DAME DORBE(MIA?)
– Olivier Thuaudet in Archéologie médiévale (2017), p. 116.
Vanwege de voorstelling ligt het eerste deel ‘nostre dame’ voor de hand. Vervolgens staat er niet ‘dorbemia’, zoals gesuggereerd, maar ‘du chemin’. Wel moet gezegd dat ik voor het opschrift aangewezen ben op de tekening van Carru en een tekening is altijd een interpretatie. Niettemin meen ik in het laatste deel van het opschrift ‘emin’ te lezen in plaats van ‘emia’.
Bovendien vertoont het metalen plaatje uit Avignon grote overeenkomsten met een ander insigne. Ook dat exemplaar toont een staande Maria in een stralenkrans met Jezus op de linkerarm. Het heeft eveneens een parelrand. Voorts omlijst het opschrift Maria op eenzelfde manier. De tekst daar begint eveneens met ‘nostre dame’. Daarop volgt ‘du chemin’.
Du Chemin
Dit tweede insigne bevindt zich sinds 1855 in de collectie van het British Museum. Sir Augustus Wollaston Franks – vanaf 1851 assistent in het Department of Antiquities en van 1866 tot 1896 curator – kocht het bij een handelaar in Parijs. Waarschijnlijk schafte hij het aan met een aantal andere gestanste insignes. Omdat Wollaston Franks de gestanste insignes in een bulk kocht, ligt het voor de hand te veronderstellen dat ze uit een middeleeuws boek zijn gelicht. Dergelijke hoeveelheden gestanste insignes komen zelden ineens uit de grond, zeker niet in deze kwaliteit.
Bovendien hebben ze stuk voor stuk de ingeslagen gaatjes waarmee ze met draad aan perkament zullen hebben vastgezeten. Ter vergelijking, het plaatje uit Avignon dat tijdens baggerwerkzaamheden uit de grond kwam, ontbeert deze gaatjes.
In de koop van Wollaston Franks bevonden zich onder andere insignes uit Aardenburg, Antwerpen, Lier, ‘s-Gravenzande en Scheut. Degene die de insignes ooit in een boek aanbracht, had klaarblijkelijk een voorkeur voor Mariaculten. Op Lier na waren het immers allemaal Mariabedevaartplaatsen.
Buiten dat was de eigenaar die de insignes in de tweede helft van de 15de eeuw verzameld zal hebben, georiënteerd op Holland, Vlaanderen en Brabant. Destijds was de hertog van Bourgondië landsheer van deze gewesten. Dat wil zeggen, Vlaanderen, Brabant en Holland maakten in deze tijd deel uit van het uitdijende Bourgondische rijk.
Ladoix-Serrigny
De vondst in Avignon is ongetwijfeld een insigne uit dezelfde bedevaartplaats als dat van het British Museum. Kunsthistoricus Willy Piron identificeerde dit Franse cultusoord als Ladoix-Serrigny (bij Dijon). Hij schreef over het insigne van Wollaston Franks:
Tot nu was niet bekend dat er in Ladoix-Serrigny insignes werden gemaakt en verkocht. Vandaar dat dit insigne maar weinig is opgemerkt.
– Willy Piron over Ladoix-Serrigny op Kunera.nl
Met die identificatie is er iets meer bekend over laatmiddeleeuwse souvenirs van Notre Dame du Chemin bij Ladoix-Serrigny.
De kapel van Notre Dame du Chemin bestond sinds de 11de eeuw. Gelegen op de druk bereisde route van Beaune naar Dijon, waar de hertog van Bourgondië zetelde, zal de Notre Dame du Chemin voor velen een logische stop zijn geweest. In de 15de eeuw werd de kleine kapel verder uitgebouwd, waarschijnlijk vanwege een toenemende stroom van bezoekers waaraan de kapel plaats moest bieden. Voor de bouw had Filips de Goede, hertog van Bourgondië, in 1434 geld geschonken. Klaarblijkelijk stond Notre Dame du Chemin aan het begin van de 15de eeuw al in hoog aanzien.
De gestanste insignes die in tweede helft van de 15de eeuw zijn vervaardigd, verkocht en meegenomen, passen in dit beeld. Deze cultus vierde toen zijn hoogtijdagen en trok aan het einde van de 15de eeuw nog steeds pelgrims van ver.
Tipje van de sluier
Aan het tot nog toe enig bekende insigne van Notre Dame du Chemin, in het British Museum, kunnen we nu een tweede toevoegen. Het gestanste plaatje kwam al in 1851 uit de rivier Sorgue tevoorschijn, maar de herkomst ervan was nooit vastgesteld. Tot nu toe.
De vondst in Avignon laat zien dat de cultus van Notre Dame du Chemin ook mensen trok uit de Provence. Het insigne in het British Museum wijst er juist op dat pelgrims ook uit de noordelijke delen van het Bourgondische rijk kwamen. Samen geven de insignes dus een indicatie van de rijkweidte van de cultus.
Toch geven de vindplaatsen van maar 2 insignes een beperkt beeld. Anders gezegd, de souvenirs lichten maar een tipje van de sluier op. Van dergelijke fragiele gestanste plaatjes gingen er immers veel meer verloren dan er zijn teruggevonden.
Meer lezen?
Gestanste insignes figureren vaker in mijn blogartikelen. Eerder deed ik enkele voorstellen voor de identificatie van gestanste insignes in de collectie van het British Museum, zoals Aardenburg en Scheut (bij Brussel). Ook komen gestanste insignes, genaaid in boeken, vaker terug als onderwerp van artikelen. Zie onder andere ‘Insignes in de marge‘ of ‘Insignes in de Loftie Hours‘.
Voor Ladoix-Serrigny en insignevondsten in Avignon, zie ook:
- Willy Piron, ‘Insigne van Notre Dame du Chemin, Ladoix-Serrigny (F)’, blogpost Kunera, online gepubliceerd op 1 juli 2000. [online]
- Jérôme Mercier en Christian Sapin, ‘La chapelle Notre-Dame du Chemin à Ladoix-Serrigny (Côte-d’Or)’, Bulletin du centre d’études médiévales d’Auxerre | BUCEMA 12 (2008), online gepubliceerd op 9 april 2009. [online]
- Olivier Thuaudet, ‘La pratique du pèlerinages en Provence à la fin du Moyen Âge et au début de l’époque moderne d’après les enseignes et les ampoules’, Archéologie médiévale 47 (2017), pp. 89-129. [online]