Aan de voet van het kruis

Een prachtig middeleeuws insigne in het nationaal museum van Tsjechië is het eerste dat aan de bedevaartplaats Bourbon l’Archambault in Frankrijk is toegeschreven. Het is een voorbeeld van de kostbare en zorgvuldig vormgegeven insignes die daar aan pelgrims werden verkocht. Er zullen ook minder dure versies zijn gemaakt die zich beperkten tot enkele details, wellicht Maria Magdalena aan de voet van het kruis, maar het insigne in Praag is tot nog toe het enig bekende uit deze koninklijke bedevaartplaats. Of moeten we wellicht in een insigne in Oxford ook een souvenir uit Bourbon l’Archambault vermoeden?

Bourbon L’Archambault

Hoewel klein toont het prachtige bedevaartinsigne een overdaad aan details. Meest prominent aanwezig is het gekroonde kruis met fleurs-de-lis aan de uiteinden van de kruisarmen.

“Quite royal” noemde kunsthistoricus Jos Koldeweij het pelgrimsteken in een artikel, gewijd aan de toen nog onontgonnen schat aan insignes in het museum te Praag. [1] Dat predicaat verdient het insigne zeker, vanwege de goudkleur, de gedetailleerde voorstelling en de kwaliteit van de uitvoering, maar bovenal omwille van de herkomst. Koldeweij wist het insigne namelijk te identificeren als een souvenir uit Bourbon l’Archambault. De heraldische details verwijzen onomstotelijk naar de adellijke familie Bourbon.

Koninklijk

Het huis van Bourbon was in de middeleeuwen al een belangrijke dynastie. Zij dankt haar naam aan het kasteel van Bourbon l’Archambault in midden Frankrijk. In 1268 huwde Beatrix van Bourbon met graaf Robert van Clermont, een zoon van de toenmalige koning van Frankrijk, Lodewijk IX. Met dat huwelijk kwamen de fleurs-de-lis van de Franse kroningen in het wapen van Bourbon, aangevuld met een diagonale lijn van heraldisch rechtsboven naar linksonder (zie afbeelding).

Miniatuur met Robert van Clermont en Beatrix van Bourbon met de familiewapens op hun kleding, ook de fleurs-de-lis
Portretten van Robert van Clermont en Beatrix van Bourbon met de familiewapens op hun kleding, miniatuur in: Guillaume Revel, Registre d’armes, dit Armorial Revel, ca. 1450-1460. Bibliothèque nationale de France. Département des Manuscrits. Français 22297, p. 8. Bron: Gallica

Zes extra fleurs-de-lis, die op het insigne boven het kruis lijken te zweven, en de diagonale lijn daar doorheen, verwijzen dus rechtstreeks naar het wapen van de familie Bourbon, zoals de familie dat sinds het huwelijk van Beatrice van Bourbon met Robert van Clermont voerde.

De voorstelling op het insigne kon Jos Koldeweij daarmee identificeren als het kostbare reliekenkruis dat hertog Louis II van Bourbon en zijn vrouw Anne van Auvergne in 1397 lieten vervaardigen. Dat zal dezelfde fleurs-de-lis op de uiteinden hebben gehad. De stippen langs de rand van het kruis verwijzen ongetwijfeld naar de edelstenen die het verloren gegane reliekenkruis sierden. Uit beschrijvingen blijkt immers dat het ging om

een gouden reliekhouder volledig bezaaid met robijnen … [2]

Het was onderdeel van een Calvariescène met beelden van Jezus’ moeder Maria en de apostel Johannes ernaast. Aan de voet van het kruis knielde bovendien Maria Magdalena.

Twee Saintes Chapelles

De reliekenkruis van Bourbon l’Archambault bevatte een stukje van het heilig kruis. Koning Lodewijk IX had dit passiereliek aan zijn zoon Robert van Clermont geschonken. In 1287 bracht Robert zijn kostbare bezit naar het kasteel van Bourbon l’Archambault, het stamslot van zijn vrouw Beatrice.

In 1315 liet Louis II van Bourbon – achterkleinzoon van Robert – een paleiskapel bouwen bij het kasteel. [3] Deze kopie naar de Sainte-Chapelle in Parijs diende enerzijds als bewaarplaats voor het passiereliek en anderzijds als mausoleum. Hier moest het hart van Louis II begraven worden. In 1483 liet zijn zoon, hertog Jean II van Bourbon, een tweede kapel bouwen, wederom naar voorbeeld van de Sainte-Chapelle in Parijs. Deze kapel, gebouwd naast de vorige, moest nog mooier, groter en weelderiger worden. Daar konden pelgrims het kostbare reliekenkruis aanschouwen.

Van de beide Saintes-Chapelles is weinig meer over; het kasteel van Bourbon l’Archambault is nog slechts ruïne. Het complex ging ten gronde tijdens de Franse Revolutie. Ook het dure reliekenkruis ging daarbij verloren, al was het reliek in veiligheid gebracht. Dit is nog steeds te bewonderen in de dorpskerk van Bourbon l’Archambault, gevat in een neo-Romaanse reliekhouder.

Vergankelijk

Het lijkt vreemd dat uit Bourbon l’Archambault niet meer insignes zijn overgeleverd. Immers, van het exemplaar in Praag zijn er ongetwijfeld meer gemaakt. Insignes waren immers een product waarvan er meerdere tegelijk werden geproduceerd om aan grote aantallen pelgrims tegemoet te komen. Dat betekent dat, als er één insigne over is, er meer moeten zijn geweest.

Insignes waren echter fragiel, vooral die van het gestanste type, zoals dit uit Bourbon l’Archambault. Eerder beschreef ik al insignes van het gestanste type, bijvoorbeeld in ‘Een onbekend gestanst insigne van Aardenburg‘. Ook daar kwamen het materiaal en de techniek aan de orde.

Allereerst is het belangrijk om te beseffen hoe klein deze gestanste insignes zijn. Het hier getoonde exemplaar uit Praag is slechts 25 millimeter in doorsnede (de grootte van een 2-euromunt). Ten tweede gaat het om flinterdun metaal. In een uiterst dun plaatje, vaak koperlegering of zilver, werd een afbeelding geslagen. Dit leverde een afbeelding op in reliëf waarvan de naar voren uitstekende delen aan de voorzijde hol zijn aan de achterzijde. Het dunne metaal maakt de insignes in stanstechniek kwetsbaar.

Vanwege de vergankelijkheid ging veel gestanst materiaal dus verloren. Met andere woorden, in het verleden zal een veelvoud aan gestanste insignes geproduceerd zijn. Sommige waren vergelijkbaar met het beschreven insigne, maar er zullen ook eenvoudiger versies zijn geweest voor minder kapitaalkrachtige pelgrims. Deze goedkopere insignes waren minder gedetailleerd en wellicht minder verfijnd. Details die duidelijk naar de familie Bourbon verwijzen, werden hier wellicht (deels) achterwege gelaten, omdat deze een niet-adellijk publiek minder aanspraken. Het is dus een mogelijkheid dat deze insignes – vanwege het ontbreken van de typische kenmerken als een familiewapen – nog niet als Bourbon l’Archambault zijn herkend.

Sporen in boeken

Ondanks hun kwetsbaarheid zijn gestanste insignes van diverse herkomst soms wel degelijk overgeleverd. Sporen ervan vinden we veelvuldig in middeleeuwse boeken waar deze kleine plaatjes vaak werden ingenaaid. Vastgezet aan het perkament bleven ze beschermd. Soms zitten de originelen er nog, zoals in een getijdenboek in de Bodleian Libraries in Oxford.

Pagina uit een getijdenboek in Oxford met twee insignes, een ervan toont Maria Magdalena aan de voet van het kruis
Opening met een gebed tot Maria in een getijdenboek, ca. 1490, met twee later ingenaaide insignes in de marge, waarschijnlijk toegevoegd rond 1500. Oxford, Bodleian Library Ms Douce 51, f. 58v-59r. © Bodleian Libraries, University of Oxford. Bron: Digital Bodleian

Op verschillende pagina’s van dit boek zit een insigne. Naast een gebed tot Maria zitten er zelfs twee onder elkaar (zie afbeelding). Het grote zilveren insigne is een insigne uit Le Puy. Daarvan kennen we veel voorbeelden, ook enkele gestanste versies die nog in middeleeuwse boeken vastgenaaid zitten. [4] Deze tonen steevast de Madonna van Le Puy onder een uitvoerig baldakijn.

Onder het souvenir van Le Puy zit een kleiner insigne dat nog niet overtuigend is toegeschreven aan een bedevaartplaats. Het toont Maria Magdalena aan de voet van het kruis. Vanwege haar is dit insigne wel aan Saint-Maximin-la-Sainte-Baume toegeschreven waar pelgrims Maria Magdalena konden vereren. Dat was immers de plaats waar zij lang als kluizenaar zou hebben geleefd, nadat zij vanuit Jeruzalem naar Frankrijk zou zijn gekomen.

Maria Magdalena

De toeschrijving van het insigne met Maria Magdelena aan Saint-Maximin-la-Sainte-Baume is echter weinig overtuigend. De insignes uit de Provence zagen er immers anders uit. Die gestanste insignes tonen meestal de heilige terwijl engelen haar hemelwaarts dragen, zoals op een van de insignes ingenaaid in een getijdenboek in de KB – Nationale Bibliotheek (zie afbeelding). [5]

Pagina met 23 insignes erop genaaid, daartussen zit ook een insignes van Maria Magdalena die door engelen ten hemel wordt gedragen
Blanco pagina met 23 insignes erop genaaid, in het De La Chambre Getijdenboek. Den Haag, KB nationale bibliotheek, Ms 77 L 60, f. 98r. Bron: KB nationale bibliotheek
Engelen dragen Maria Magdalena ten hemel op een insigne uit Saint-Maximin-la-Sainte-Baume
Detail: Maria Magdalena wordt ten hemel gedragen door engelen, insigne, loodtin, ca. 1500.

Geen van de overgeleverde insignes uit Saint-Maximin-la-Sainte-Baume toont Maria Magdalena aan de voet van het kruis. Het insigne uit Bourbon l’Archambault, nu in Praag, doet dat wel. Kwam het insigne in Oxford dan mogelijk uit Bourbon l’Archambault?

Uit contemporaine beschrijvingen weten we dat Maria Magdalena prominent afgebeeld was aan de voet van het kruis dat in de Sainte-Chapelle in Bourbon l’Archambault, zoals op de twee insignes. Ook de zalfpot speelt op de twee insignes een opvallend prominente rol. In beide gevallen staat dat vaste attribuut van Maria Magdalena rechts naast het kruis op de grond.

Helaas is niet bekend wie het getijdenboek in Oxford in bezit had rond de tijd dat de insignes aan het perkament werden toegevoegd. De eerst bekende eigenaar van het getijdenboek was ene Bernard de Bonnoel uit Bordeaux, volgens een notitie in het boek zelf. [6] Marguerite Bonnoel schonk het boek in 1582 aan een volgende eigenaar. Of er voorafgaand aan Bernard de Bonnoel nog andere eigenaar(s) waren, lijkt waarschijnlijk. Of deze ook tot de familie Bonnoel behoorden en of zij ook in Bordeaux woonden, staat niet vast.

Bourbon l’Archambault?

Kortom, de toeschrijving van het pelgrimsteken met Maria Magdalena in het getijdenboek te Oxford is altijd onzeker geweest. Een herkomst uit Saint-Maximin-la-Sainte-Baume lijkt het object niet goed te passen. De vorm van het gestanste insigne komt niet overeen met wat we kennen aan laatmiddeleeuwse souvenirs uit Saint-Maximin-la-Sainte-Baume.

Het eveneens gestanste insigne in Praag biedt wel een interessante parallel, al is dat exemplaar gedetailleerder en was het waarschijnlijk bedoeld voor iets gefortuneerdere pelgrims, met zijn nadruk op heraldische details en de rijkdom van het reliekenkruis. Overeenkomsten tussen het insigne in het nationaal museum van Tsjechië en het insigne in het getijdenboek in Oxford zijn er immers ook: het kruis neemt op beide insigne de meeste prominente plek in. Beide tonen Maria Magdalena aan de voet van het kruis. Bovendien staat in beide gevallen de zalfpot naast haar op de grond. Juist dat is een klein, maar opvallend detail dat tot nog toe weinig aandacht heeft gekregen.

Zowel qua tijdspanne als qua geografisch bereik ligt een herkomst uit Bourbon l’Archambault binnen de mogelijkheden. Allereerst dateert het insigne in het getijdenboek in Oxford ook van circa 1500, wanneer de cultus in Bourbon l’Archambault op zijn hoogtepunt is. Ten tweede kan de pelgrim die het insigne van Le Puy aanschafte, ook Bourbon l’Archambault bezocht hebben. De plaatsen lagen nog zeker 200 kilometer van elkaar verwijderd, maar de afstand tussen Le Puy en Saint-Maximin-la-Sainte-Baume is nog groter.

De bedevaartplaats Bourbon l’Archambault biedt dus interessante aanknopingspunten om eens verder te denken over de herkomst van het insigne in het getijdenboek te Oxford. De toeschrijving van een tweede insigne aan deze koninklijke bedevaartplaats is immers niet onwenselijk. Dit zou meer inzicht kunnen bieden in de bedevaarten van minder ‘koninklijke’ pelgrims naar deze fascinerend cultusplaats waarvan maar zo weinig tastbare elementen de tand des tijds hebben doorstaan.


Meer lezen?

Over de bijzondere insignecollectie van het nationaal museum van Tsjechië in Praag, zie:

Hartmut Kühne, Carina Brumme en Helena Koenigsmarková, Jungfrauen, Engel, Phallustiere. Die Sammlung mittelalterlicher französischer Pilgerzeichen des Kunstgewerbemuseums in Prag und des Nationalmuseums Prag, 2012, p. 41-42.

Over insignes in middeleeuwse boeken, en ook over de genoemde getijdenboeken in Den Haag en Oxford:

Hanneke van Asperen, Silver Saints. Prayers and Badges in Late Medieval Books (Turnhout 2021).

Maar er is ook veel meer te lezen over verwante onderwerpen op mijn website. Lees bijvoorbeeld meer over pelgrims die Maria Magdalena in de Provence bezochten, over pelgrimstekens in boeken of over gestanste insignes.


Noten

[1] Jos Koldeweij, ‘Rather rude and quite royal: Some erotic badges and one French princely badge in the collections of the Národni Muzeum and the Uměleckoprůmyslové Muzeum Prague’, in: Hartmut Kühne, Lothar Lambacher en Jan Hrdina (red.), Wallfahrer aus dem Osten. Mittelalterliche Pilgerzeichen zwischen Ostsee, Donau und Seine (Frankfurt am Main 2013), p. 420-424.

[2] Alexandre Dumas, Nouvelles impressions de voyage (Midi de la France), deel 1 (Parijs 1841), p. 151. [Internet Archive]

[3] Marie Charbonnel, ‘D’ores en avant, perpetuelment. La fondation spirituelle et matérielle de la chapelle de Louis II de Bourbon et d’Anne d’Auvergne à Souvigny’, Bulletin du centre d’études médiévales d’Auxerre | BUCEMA, Hors-série 13: L’espace sacré au sein de l’église médiévale (2023). [online]

[4] Voor andere gestanste insignes van Le Puy vastgenaaid in boeken, zie o.a. Denis Bruna, ‘Témoins de dévotions dans les livres d’heures à la fin du Moyen Age’, Revue Mabillon 9 (1998), p. 127-161, aldaar p. 141-143, nrs B en C.

[5] De online database Kunera is een hulpmiddel voor onderzoek naar middeleeuwse bedevaarten. Ook op Saint-Maximin-la-Sainte-Baume kan gezocht worden. De database geeft vervolgens een overzicht van de gegoten én gestanste bedevaartssouvenirs die zijn overgeleverd. Een weergave van de vindplaatsen en de herkomstplaats op de kaart laat bovendien de verspreiding van de insignes zien en de afstanden die pelgrims aflegden.

[6] MS. Douce 51 – Medieval Manuscripts [online].

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top